4.1 waarnemen

4.1 waarnemen
  • Practicum oog
  • Uitleg 4.1 waarnemen
  • Zelfstandig werken
  • voorbereiding blijdorp  
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

4.1 waarnemen
  • Practicum oog
  • Uitleg 4.1 waarnemen
  • Zelfstandig werken
  • voorbereiding blijdorp  

Slide 1 - Tekstslide

Experiment oog
Jullie krijgen een voorschrift uitgedeeld. Na de uitleg halen jullie per tweetal de materialen op. Voer het experiment uit (+/- 15 minuten). Daarna nabespreken. 
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

4.1 waarnemen
Je kunt met voorbeelden het verschil uitleggen tussen inwendige en uitwendige prikkels.

Je kunt beschrijven welke prikkels de verschillende zintuigen opvangen en verwerken.
Je kunt de functie van zintuigen beschrijven.
Je kunt uitleggen hoe je lichaam prikkels verwerkt.
Je kunt uitleggen waardoor je zintuigen niet alle prikkels doorgeven.



Slide 3 - Tekstslide

Prikkels
Een prikkel is informatie over een verandering in je omgeving.
  • Als de informatie over een verandering uit je lichaam komt, gaat het om een inwendige prikkel.
  • Als het informatie is over een verandering buiten je lichaam, dan is het een uitwendige prikkel.
  • De respons is de manier waarop je reageert op de prikkel.

Slide 4 - Tekstslide

Een inwendige prikkel is
A
Geluid
B
Licht
C
Voelen van honger
D
Prikkel buiten het lichaam

Slide 5 - Quizvraag

Zintuigcellen
Prikkels worden in het zintuig opgevangen door zintuigcellen

Een zintuigcel zet de prikkel om in een impuls.

Zintuigen reageren meestal op één soort prikkel, de adequate prikkel. 


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Hoe verwerkt je lichaam prikkels?
De prikkel wordt opgevangen door een zintuig. Die zet de prikkel om in impulsen. de impulsen gaan via de zenuwen naar je hersenen (bewustwording in de hersenen). Dan gaan impulsen via je zenuwen naar je spieren/klieren   --> reactie 
Prikkel -> zintuig -> impuls -> zenuw -> hersenen -> impuls -> zenuw -> spier

Slide 8 - Tekstslide

Wat is hier de prikkel?
en de impuls?
Waar wordt je bewust van de prikkels
Prikkel
impuls
bewust

Slide 9 - Sleepvraag

Slide 10 - Tekstslide

Geeft een zintuig alle prikkels door?
  • Zintuigen maken pas een impuls als de prikkel sterk genoeg is. Die minimale sterkte van een prikkel = drempelwaarde.
  • Als een bepaalde prikkel steeds maar doorgaat, ontstaan er in de zintuigen minder impulsen. Dit noem je gewenning (denk bijv. aan een tikkende klok).

  • Door motivatie kun je de drempelwaarde verlagen.

Slide 11 - Tekstslide

Overprikkeling
1. Wat is overprikkeling?
2. Hoe herken je overprikkeling?
3. Wat is de oorzaak van overprikkeling?
4. Hoe kan je het behandelen/voorkomen?

timer
8:00

Slide 12 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Ga aan de slag met de opdrachten van 4.1.
Eerst 10 minuten stil. 
Je mag muziek luisteren. 
timer
5:00

Slide 13 - Tekstslide

Toets bespreken
Maak je tafel helemaal leeg.

Slide 14 - Tekstslide

Afsluiten
Huiswerk:
- afmaken 4.1 

Slide 15 - Tekstslide