week 2

• Logistiek
• MBO
• Studiejaar 1

Goederen 1

Kennismaken

App je laatste foto naar 06-48529557

Lisanne van Lit

Waar koop jij als klant de tuinstoel?

1. Bij de groothandel
2. Bij de meubelmaker
3. Bij een zagerij
4. Bij een woonwinkel

Bedrijfskolom

Hieronder staat een aantal bedrijven uit twee verschillende bedrijfskolommen. Zet ze in de juiste kolom

Bedrijfskolom Chips

Bedrijfskolom Kleding

aardappelboer

katoenimporteur

chipsfabriek

 weverij

supermarkt

textielfabriek

katoenplantage

 spinnerij

 herenmodezaak

Groepswerk

Je krijgt per groepje een term

Zoek uit wat deze term betekent en leg dit over 5 min uit aan de rest van de klas

fysiek distrubutiemanagement material managemnt en reverse logistics

Opdrachten maken

opdracht 3, 5 abc en 6

Wat vond je van deze les

😒🙁😐🙂😃

Terugblik

Wat is een bedrijfskolom?

Maak/koop beslissing

Reverse logistics

Material managment

fysiek distributie management

Statiegeldflessen verwerken

Reverse logistics

Material managment

fysiek distributie management

Voorraadbeheer van gereed product

Reverse logistics

Material managment

fysiek distributie management

Voorraadbeheer van hulpmaterialen

Reverse logistics

Material managment

fysiek distributie management

1

2

3

4

5

Zet voor het product chips de volgende schakels op de juiste plek in de bedrijfskolom

Chipsfabriek

Aardappelgroothandel

Aardappelboer

Detailhandel

Distributiecentrum

Bewegingen in de bedrijfskolom

De lengte van een bedrijfskolom kan per product verschillen.

Maar het aantal schakels in een bedrijfskolom kan ook veranderen, er zijn 4 mogelijkheden:

1. Integratie
2. Differentiatie
3. Specialisatie
4. Parallellisatie

Verticale beweging: Integratie

Een schoenenzaak die de schoenen via een importeur inkoopt, kan besluiten om voortaan rechtstreeks bij de schoenenfabriek in Italië in te kopen.

Er gaat een schakel uit: bedrijfskolom wordt korter.

Verticale beweging: Differentiatie

Een schoenenfabriek uit Italië die tot dan toe rechtstreeks aan de detaillist leverde, kan besluiten om een importeur in te schakelen.

Er komt een schakel bij: bedrijfskolom wordt langer.

Horizontale beweging: Parallellisatie

De importeur van Belgisch bier gaat ook Belgisch bronwater verkopen.

Er wordt een product uit een andere bedrijfskolom toegevoegd.

In het plaatje staat als voorbeeld een winkel, maar het kan elke schakel in de bedrijfskolom zijn!

Horizontale beweging: Specialisatie

In het plaatje staat als voorbeeld een winkel, maar het kan elke schakel in de bedrijfskolom zijn!

Een groothandel gaat alleen nog kaas verkopen.

Hij stoot producten uit andere bedrijfskolommen af. 

Vul de juiste woorden in.

Een ............. is een groep bedrijven in de gehele ............... die zich met dezelfde producten bezighouden.
Een ............... wordt gevormd door bedrijven die vergelijkbare werkzaamheden verrichten op dezelfde hoogte in een .............

1. Bedrijfskolom Bedrijfstak Branche Bedrijfskolom
2. Branche Bedrijfskolom Bedrijfstak Bedrijfskolom
3. Bedrijfstak Branche Bedrijfskolom Bedrijfskolom

Hoe heet het als de bedrijfskolom langer wordt doordat er schakels worden toegevoegd?

1. differentiatie
2. integratie
3. parallellisatie
4. specialisatie

Hoe heet het als een bedrijf zijn assortiment uitbreidt met andere productgroepen?

1. differentiatie
2. integratie
3. parallellisatie
4. specialisatie

Van welke beweging in de bedrijfskolom is sprake als fabrikanten direct gaan leveren aan consumenten?

1. Integratie
2. Differentiatie
3. Parallellisatie
4. Specialisatie

Een bedrijf kiest ervoor om een tussenhandel in te schakelen.

Van welke beweging is hier sprake?

1. Integratie
2. Differentiatie
3. Parallellisatie
4. Specialisatie

Een fabrikant richt zich in de bedrijfskolom op één productgroep. Hoe noem je deze strategie?

1. Integratie
2. Differentiatie
3. Parallellisatie
4. Specialisatie

In Eindhoven werken bloemenwinkels steeds meer samen. Hierdoor kopen zij steeds vaker rechtstreeks in bij de kwekers.

Van welke beweging in de bedrijfskolom is hier sprake?

1. Integratie
2. Differentiatie
3. Parallellisatie
4. Specialisatie

Goed gewerkt!

Ik geef mezelf een:

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10