Past Simple or Present Perfect

Devices please
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Devices please

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les:

Je weet het verschil tussen

de verleden tijd en het voltooid deelwoord

Slide 2 - Tekstslide

Present                    Past                 Present Perfect 
                 
 I do it                       I did it                 I have done it

 >Ik doe het            Ik deed het        Ik heb het gedaan



     
Kan je deze voorbeelden op hetzelfde manier afmaken?

        Present                                Past Simple                          Present Perfect

>     Ik loop / I walk                  Ik liep / He walked            Zij hebben gelopen / They have walked
>     Ik ben     / I am                  Ik was / He _______            Zij  waren /  They ________
>     Ik praat / I talk                  Ik  praatte/  He_______      Zij hebben gepraat / They __________
>     Ik luister / I listen            Ik luisterde / I ________     Zij  hebben geluistert / They __________

Slide 3 - Tekstslide

Past simple
De past simple is om te zeggen dat iets in het verleden is gebeurd maar nu is afgelopen!

In het Nederlands verander je ook de stam zodat het past bij de tijd waarover je schrijft:
 - Ik lees nu....Ik las gisteren.  Dat is dus ook zo in het Engels!

Slide 4 - Tekstslide

Lees de voorbeelden op de volgende 3 dia's heel zorgvuldig

Slide 5 - Tekstslide

VOORBEELDEN PAST SIMPLE
als bevestiging

- I was in London last year.  (be)
- We saw this film last night. (see)
- They bought the same dress yesterday. (buy)
- I worked really hard last year (work)

Slide 6 - Tekstslide

VOORBEELDEN PAST SIMPLE
als ontkenning
- I was not in London last year.  (be)
- We didn't see this film last night. (see)
- They didn't buy the same dress yesterday.
   (buy)
- I didn't work  hard last year (work)

Slide 7 - Tekstslide

VOORBEELDEN PAST SIMPLE
als vraag
- Was I  in London last year?  (be)
- Did we see this film last night ?(see)
- Did they buy the same dress yesterday? (buy)
- Did I work hard last year? (work)

Slide 8 - Tekstslide

Hopelijk viel je het volgende op...
  • Er staat vaak een tijdsbepaling in zoals yesterday, last week.
  • Bij ontkennende zinnen komt didn't erbij en de stam blijft hetzelfde
  • Bij vragende zinnen begin je met Did en de stam blijft hetzelfde
  • Met de werkwoord zijn (be) hoef je de bovenste regels niet te volgen en
              alleen was of were gebruiken.

Slide 9 - Tekstslide

PRESENT PERFECT
Je gebruikt de present perfect om te zeggen dat iets in het verleden is begonnen en nu nog steeds bezig, om te praten over ervaringen en om te zeggen dat iets is gebeurd waar je nog steeds resultaat van merkt.  

In het Nederlands gebruik je een vorm van hebben en een voltooid deelwoord ...Ik heb gegeten

Slide 10 - Tekstslide

VOORBEELDEN VAN PRESENT PERFECT als bevestigende zin


- My father has lived in Rome for two years. (live)
- I have been in New York for a week. (be)
- They have known each other since 2018. (know)

Slide 11 - Tekstslide

VOORBEELDEN VAN PRESENT PERFECT als ontkennende zin


- My father has not lived in Rome for two years. (live)
- I have not been in New York for a week. (be)
- They have not known each other since 2013. (know)

Slide 12 - Tekstslide

VOORBEELDEN VAN PRESENT PERFECT als vragende zin


- Has my father lived in Rome for two years? (live)
- Have  been in New York for a week? (be)
- Have they known each other since 2013? (know)

Slide 13 - Tekstslide

Hopelijk viel je o.a. het volgende op:
  • In de zin staat vaak:  - for 

                                                  - since 


  • Er komt have (I, you, we, they) of has (he,she, it) er in voor.
  • Ontkennende en vragende zin:  not   en   stam blijft hetzelfde

Slide 14 - Tekstslide

Even kort samengevat
Bij de Past Simple is het dus al afgelopen en bij de Present Perfect is het nog bezig of van toepassing

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

 Nu ga je testen of je het verschil kunt zien...

Slide 17 - Tekstslide

The police ____ (arrest) two people early this morning.
A
arrested
B
have arrested
C
has arrested
D
arrest

Slide 18 - Quizvraag

She____(go) to Japan last year.
A
goes
B
goed
C
went
D
has gone

Slide 19 - Quizvraag

Peter____ already ____(buy) two tablets this year.
A
did bought
B
have bought
C
has buyed
D
has bought

Slide 20 - Quizvraag

How many games ____your team____ (win) this season?
A
did won
B
has won
C
has win
D
has winned

Slide 21 - Quizvraag

____ you ____(do) your homework yet? Yes I ____(finish) it an hour ago!
A
Did you do / finish
B
Did you do/ finished
C
Have you done / finished
D
Have you done / finish

Slide 22 - Quizvraag

I ____(not see) Peter since I ____(arrive) last Tuesday.
A
did not see / have arrived
B
have not seen / arrived
C
did not saw / arrived
D
have not seed / arrived

Slide 23 - Quizvraag

Frank ____ (get) his bike last May. So he ____ (have) it for 4 months.
A
getted / had
B
had got / had
C
got / has had
D
got / has have

Slide 24 - Quizvraag

Did you get it?

Lesdoel was:

je snapt nu wat het verschil is tussen de verleden tijd en de voltooide tijd in het Engels en kunt het op de juiste manier gebruiken. 

Slide 25 - Tekstslide