3KC: Taalverzorging

Hoofdstuk 5
Taalverzorging
Afkortingen/Verkleinwoorden

Ga zitten op je plaats
Pak je spullen

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5
Taalverzorging
Afkortingen/Verkleinwoorden

Ga zitten op je plaats
Pak je spullen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we 
vandaag doen?
  • Uitleg over samenstellingen;

  • Een aantal leerlingen haalt de pitch in;

  • Zelfstandig aan het werk;

  • De les afsluiten.

Slide 2 - Tekstslide

Na vandaag kan je:
  • Samenstellingen goed spellen

Slide 3 - Tekstslide

Tussenletters in samenstellingen
Een samenstelling: twee of meer bestaande woorden aan elkaar plakken. Samen vormen ze een nieuw woord.

Slide 4 - Tekstslide

Samenstellingen
De woorden in een samenstelling kun je vaak gewoon aan elkaar vast schrijven. 

Maar, soms moet je tussenletters gebruiken om een goede samenstelling te maken. 

Slide 5 - Tekstslide

Tussenletter in samenstellingen
3 soorten tussenletters:
Tussenletters –en
Tussenletter –e-
Tussenletter –s-

Slide 6 - Tekstslide

Tussenletters -en-
Als het eerste woord alleen een meervoud heeft op -en, gebruik je -en- als tussenletters.

Bananendoos
Schoenenwinkel
Kippensoep

Slide 7 - Tekstslide

Tussenletters -e-
Als het eerste woord een meervoud met -s heeft, gebruik je -e- als tussenletters.

garage
garages

DUS:
garagedeur
garagebedrijf


Slide 8 - Tekstslide

Tussenletters -e-
Als het eerste woord een meervoud met -s en met -en heeft, gebruik je ook -e- als tussenletters.

groenten
groentes

DUS:
groentesoep
groenteboer


Slide 9 - Tekstslide

Tussenletters -e-
Als het eerste woord iets is waarvan er maar één is/bestaat, gebruik je ook -e- als tussenletters. Bijvoorbeeld:

zon
maan

DUS:
zonnebril, zonnebrandcrème, zonnescherm
maneschijn 


Slide 10 - Tekstslide

Tussenletters -e-
Als het eerste woord een versterkende betekenis heeft, gebruik je ook -e- als tussenletters.
apetrots
reuzesterk

Als het eerste woord géén zelfstandig naamwoord is, gebruik je ook -e- als tussenletters:
lachebek, want lach is hier een vorm van het werkwoord lachen. 



Slide 11 - Tekstslide

Tussenletters -s-
Als je de -s- hoort in de samenstelling, schrijf je de tussenletter -s-
beroepsvoetballer, lievelingskleur

Vervang het 2e woord met iets anders, als dat woord al met een s- begint:
varkensstal, want het is ook varkensvlees. 
stationschef, want het is ook stationshal. 

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag met:
  • H5: Taalverzorging Tussenletter Samenstellingen Opdr. 1, 2, 3

Hoe? Per boek of laptop

Vragen:
Ik loop door het lokaal om je vraag te beantwoorden. Ik kom vanzelf bij je 
langs.

Wat te doen als je klaar bent:
  • H5: Taalverzorging Tussenletter Samenstellingen Opdr. 3 & 4


Voor hoe lang?




Groen: Overleggen met je klasgenoten mag. Heb je vragen? Wacht op de docent, of vraag je klasgenoot.
Oranje: We werken op fluisterniveau, vragen? Wacht op de docent.
Rood: We zijn stil aan het werk. Je vragen mag je op een later moment stellen.



timer
1:00

Slide 13 - Tekstslide

Afsluiting
  • Vandaag heb je geoefend met samenstelling.
  • Kan je samenstellingen goed spellen.

Slide 14 - Tekstslide