Cursus 7 - Spelling - Havo§4 (Tussenletters in samenstellingen)

Tussenletters in samenstellingen
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Tussenletters in samenstellingen

Slide 1 - Tekstslide

Pannenkoek 
Pannekoek?

Slide 2 - Tekstslide

Samenstelling en tussenletter

Je schrijft geen tussenletter als...
A
het eerste woord geen zn is
B
het geen meervoud heeft
C
alleen een meervoud op een -s heeft
D
het aangeeft hoe leuk of groot iets is

Slide 3 - Quizvraag

Tussenletter in samenstellingen
3 soorten tussenletters:
Tussenletters –en
- Bijvoorbeeld: stoelendans
Tussenletter –e
- Bijvoorbeeld: groentesoep
Tussenletter –s
- Bijvoorbeeld: spelersbus

Slide 4 - Tekstslide

Tussenletter -en
Als het linkerdeel van een samenstelling een zelfstandig naamwoord is dat alleen een meervoud op en heeft, schrijf je en of n tussen de delen: 

lampenkap, stoelendans, blindenstok, ziekenhuis.

Het meervoud van 'pan' = pannen. 
Dus je schrijft pannenkoek

Slide 5 - Tekstslide

Tussenletter -e-
  1. Het linkerdeel heeft geen meervoud: gortepap.
  2. Het linkerdeel verwijst naar iets waar er maar één van is: zonnescherm, maneschijn.
  3. Het linkerdeel heeft (ook) een meervoud op s: horlogebandje (horloges), groentesoep (groenten/groentes).
  4. Het linkerdeel is geen zelfstandig naamwoord: brekebeen (het linkerdeel verwijst naar een werkwoord), hogeschool, dovenetel (het linkerdeel is een bijvoeglijk naamwoord).
  5. Het linkerdeel versterkt een bijvoeglijk naamwoord: reuzeleuk.

Slide 6 - Tekstslide

Tussenletter -e-
Het linkerdeel heeft geen meervoud: gortepap.

Slide 7 - Tekstslide

Tussenletter -e
 Als het eerste woord een meervoud met -s heeft, gebruik je
 -e- als tussenletters.
Garage
Garages

DUS:
Garagedeur
Garagebedrijf

Slide 8 - Tekstslide

Tussenletter -e
Als het eerste woord een meervoud met -s en met -en heeft, gebruik je ook -e- als tussenletters.

Groenten
Groentes

DUS:
Groentesoep - Groenteboer

Slide 9 - Tekstslide

Tussenletter -e
Als het eerste woord iets is waarvan er maar één is/bestaat, gebruik je ook -e- als tussenletters. Bijvoorbeeld:
zon
maan

DUS:
zonnebril, zonnebrandcrème, zonnescherm
maneschijn

Slide 10 - Tekstslide

Tussenletter -e
Als het eerste woord een versterkende betekenis heeft, gebruik je ook -e als tussenletters.
apetrots
reuzesterk

Als het eerste woord géén zelfstandig naamwoord is, gebruik je ook -e als tussenletters:
lachebek, want lach is hier een vorm van het werkwoord lachen.

Slide 11 - Tekstslide

Tussenletter -s
Als je de -s- hoort in de samenstelling, schrijf je de tussenletter -s-
beroepsvoetballer, lievelingskleur

Soms begint het rechterdeel van de samenstelling met een s-klank. Dan hoor je niet of er een tussen-s moet staan. Vervang dan het rechterdeel door een woord dat niet met een s-klank begint. Schrijf de s alleen als je hem bij de vervanging hoort:
- kapperszaak, want kappersopleiding; spelerssalaris, want spelersbus.

Slide 12 - Tekstslide

Tussenletter
A
hogenschool
B
hogeschool

Slide 13 - Quizvraag

Tussenletters
A
Reuzeleuk
B
Reuzenleuk

Slide 14 - Quizvraag

Tussenletters
A
Dorpstraat
B
Dorpsstraat

Slide 15 - Quizvraag

Tussenletters
A
Spinneweb
B
Spinnenweb

Slide 16 - Quizvraag

Tussenletters
A
Zonnesteek
B
Zonnensteek

Slide 17 - Quizvraag

Tussenletters
A
hondeweer
B
hondenweer

Slide 18 - Quizvraag

Tussenletters

A
Tarwebrood
B
Tarwenbrood

Slide 19 - Quizvraag

Tussenletters
A
Koeiemest
B
Koeienmest

Slide 20 - Quizvraag