Les 11: Inleven in de ander

Inleven in de ander
Les 11
1 / 8
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesPraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 8 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Introductie

Leerlingen weten wat het verschil is tussen inleven in de ander en bemoeien en ze kunnen vertellen wanneer het fijn en nodig is om zich in te leven in een ander.

Instructies

Werkbladen

Onderdelen in deze les

Inleven in de ander
Les 11

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het eind van deze les...
• leg ik uit wat het verschil is tussen inleven in de ander en bemoeien met de ander,
• vertel ik wanneer het fijn en nodig is om in te leven in een ander.

Vertrouwen in de ander:
Ik leef mij in de situatie van de ander in

Slide 2 - Tekstslide

Bespreek met de leerlingen wat ze aan het einde van deze geleerd hebben.
Naspelen
We gaan oefenen
Hoe werkt het?
Instructie
Let op! Nu komt er uitleg
Doe activiteit
We gaan aan het werk
Schrijf opdracht
Opdracht uit de Baaz-map
Afronding
Gezamenlijke afsluiten
Kijken
Goede kijkhouding
Luisteren
Goede luisterhouding
Overleggen
Met elkaar overleggen
Groepsgesprek
Met elkaar in gesprek

Slide 3 - Tekstslide

Bespreek en herhaal de picto's die terugkomen in de les.

Mochten de leerlingen deze al goed kennen, kun je dit overslaan.
Les 11 - Inleven in de ander
Gesprek 
Werkblad invullen
Afronding

Slide 4 - Tekstslide

Bespreek met de leerlingen de planning van de les, wijs ze hierbij ook op de picto's bij de verschillende onderdelen

Mochten leerlingen de picto's niet meer weten, ga terug naar de vorige dia

Wat is bemoeien met een ander?

Slide 5 - Open vraag

Open vraag:

Met devices:
Laat de leerlingen de open vraag beantwoorden. 

Zonder devices:
Laat leerlingen op een post it de antwoorden opschrijven en op het bord plakken.

Bespreek de antwoorden van de leerlingen.


Wat is inleven in een ander?

Slide 6 - Open vraag

Open vraag:

Met devices:
Laat de leerlingen de open vraag beantwoorden. 

Zonder devices:
Laat leerlingen op een post it de antwoorden opschrijven en op het bord plakken.

Bespreek de antwoorden van de leerlingen.

Probeer het verschil duidelijk te maken tussen bemoeien en inleven.
Laat leerlingen voorbeelden en situaties noemen.
Sleep de woorden naar de goede plek
Inleven
Bemoeien
Je voorstellen hoe het is om iemand anders te zijn: invoelen!
Je bezig houden met iets waar je niks mee te maken hebt!
Ze laat me niet met rust.
Hij bemoeit zich altijd met mijn werk
Hoe zou hij dat doen?
Wat zou hij ervan vinden?
Zal ik mij met de ruzie bemoeien?
Hoe vindt zij dat?
Wat zou ze voelen?

Slide 7 - Sleepvraag

Sleepvraag:

De leerlingen zetten de zinnen bij inleven of bemoeien.

Met devices:
De leerlingen slepen de antwoorden naar de juiste kolom.

Zonder devices:
De leerlingen schrijven de zinnen op een post it en plakken deze op het bord bij de juiste kolom.

Voorafgaand of na afloop van de opdracht kunnen de leerlingen het werkblad invullen.
De leerlingen kunnen de opdracht individueel, in groepjes of klassikaal doen.
Inleven in mij:

Slide 8 - Woordweb

Woordweb:

Laat de leerlingen nadenken over wanneer zij het fijn en nodig vinden dat een ander zich inleeft in hem/haar.

Met devices:
De leerlingen noteren hun antwoorden.

Zonder devices:
De leerlingen noteren hun antwoord op een post it en plakken deze op het bord.