7.4.2 vlieger en trapezium
1 / 16
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Van een parallellogram zijn ...
A
... alle zijden even lang
B
... de tegenover lig-gende zijden even lang
Slide 3 - Quizvraag
Bij een parallellogram :
A
Zijn de overstaande zijden gelijk
B
Zijn de hoeken aan hetzelfde been even groot
C
Staan de diagonalen loodrecht op elkaar
D
Zijn alle hoeken samen 180 graden.
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
Van een ruit...
A
... is één diagonaal de symmetrieas
B
... zijn twee diagonalen de symmetrieassen
Slide 6 - Quizvraag
Wat is GEEN kenmerk van een ruit?
A
alle hoeken zijn even groot
B
Diagonalen zijn symmetrieassen
C
Alle zijdes zijn even lang
D
Diagonalen delen elkaar loodrecht
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
hoeveel symmetrieassen heeft dit gelijkbenige trapezium?
A
1
B
2
C
geen symmetrieassen
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
hoeveel symmetrieassen heeft deze vlieger?
A
geen symmetrie
B
1 symmetrieas
C
2 symmetrieassen
D
4 symmetrieassen
