VWO 5 7.3 Basen en basische oplossingen

Welkom V5!
Zorg dat je startklaar bent met de volgende dingen op je tafel:
  • Boeken/laptop, etui, je zakkie en je naambordje. 

Leg eerst je spullen op tafel, als je daarna nog even wil kletsen of naar de wc kan dat.
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom V5!
Zorg dat je startklaar bent met de volgende dingen op je tafel:
  • Boeken/laptop, etui, je zakkie en je naambordje. 

Leg eerst je spullen op tafel, als je daarna nog even wil kletsen of naar de wc kan dat.

Slide 1 - Tekstslide

Noem 3 eigenschappen van een zuur.

Slide 2 - Open vraag

Wat is de formule van een oxonium-ion?
A
H2O
B
H+
C
H3O+
D
Een wat?!

Slide 3 - Quizvraag

Ik ga een oplossing met een pH van 4 minder zuur maken. Ik wil dat de oplossing een pH krijgt van 9.
Welke indicator kan ik hier het beste voor gebruiken?
A
Broomthymolblauw
B
Methylrood
C
Thymolftaleïne
D
Fenolftaleïne

Slide 4 - Quizvraag

7.3 Basen en basische oplossingen
Leerdoelen:
Je leert eigenschappen van basische oplossingen.
Je leert welk deeltje een oplossing basisch maakt.
Je leert over zouten die een basische oplossing vormen.
Je leert over sterke en zwakke basen.

Slide 5 - Tekstslide

Basische stof
Zuren stoffen zijn stoffen die een H+ kunnen afstaan. Dit kan alleen als er ook stoffen zijn die H+ kunnen opnemen. Anders zouden er alleen maar meer H+ komen.
Stoffen die een H+ kunnen opnemen zijn Basen

Slide 6 - Tekstslide

Basen
Basen hebben een pH van boven de 7 en kunnen dus de H+ opnemen.
Voorbeelden van basen zijn: Ammonia, soda, natronloog en gootsteenontstopper. 
Dit zijn sterk basische oplossingen en dus bijtend.

Slide 7 - Tekstslide

Sterke en zwakke basen
Net als bij zuren is er een verschil in de sterkte van basen. 
de pH van 0,1M natronloog is veel hoger dan die van 0,1M ammonia.
Als een base in water komt nemen alle basedeeltje een H op van water. Hierdoor ontstaat een OH-, deze kan de H+ deeltjes die in de oplossing zitten opnemen. 

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeelden sterke basen
Een voorbeeld van een sterke base is het oxide ion. Deze leidt tot de volgende reactie:
Dit gebeurd bijvoorbeeld bij het oplossen van natriumoxide in water. het levert de volgende reactievergelijking op:

Slide 9 - Tekstslide

Zwakke basen 
Zwakke basen werken hetzelfde als zwakke zuren. Er zal ook en evenwicht ontstaan.
Dit zijn basen die je moet weten:

Slide 10 - Tekstslide

Notaties
In tabel 49 van BINAS staan ook de base op sterkte gerangschikt. 
Echter zijn er een aantal stoffen die bovenaan de tabel staan die helemaal geen basen zijn. Ze zijn gelinkt aan een sterk zuur maar ze nemen zelf geen H+ op. oplossingen met natrium bromide of natrium nitraat heeft een neutrale pH.

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoelen:
Je leert eigenschappen van basische oplossingen.
Je leert welk deeltje een oplossing basisch maakt.
Je leert over zouten die een basische oplossing vormen.
Je leert over sterke en zwakke basen.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide