Woordenschat thema 12 KGT2 (les 1)

Wat gaan we doen?
  • Les opstarten
  • Begin thema 12, uitleg woordenschat
  • Controlevragen
  • Maken stap 1 en 2
  • Doel behaald?
Hoelang?
  • 5 minuten 
  • 10 minuten 

  • 5 minuten 
  • 20 minuten 
  • 5 minuten 
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?
  • Les opstarten
  • Begin thema 12, uitleg woordenschat
  • Controlevragen
  • Maken stap 1 en 2
  • Doel behaald?
Hoelang?
  • 5 minuten 
  • 10 minuten 

  • 5 minuten 
  • 20 minuten 
  • 5 minuten 

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
- Je weet wat de trappen van vergelijking zijn. 
- Je kent een aantal trappen van vergelijking. 
- Je kan ze juist schrijven en gebruiken.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een zelfstandig naamwoord?

Slide 3 - Open vraag

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

Slide 4 - Open vraag

Zelfstandig & bijvoeglijk naamwoord
Zelfstandig naamwoord: mensen, dieren of dingen. Bijvoorbeeld de jongen, de muur, de school, de hond, het weer
Bijvoeglijk naamwoord: zegt iets over een zelfstandig naamwoord
Bijvoorbeeld: de vrolijke jongen, de groene muur, de leuke school, de lieve hond

Slide 5 - Tekstslide

Trappen van vergelijking

Slide 6 - Tekstslide

Uitleg woordenschat
De trappen van vergelijking zijn bijvoeglijke naamwoorden in verschillende 'trappen'. 
Er zijn drie soorten: 
1. De stellende trap 
2. De vergrotende trap
3. De overtreffende trap

Slide 7 - Tekstslide

Welke is de overtreffende trap?
A
mooi
B
mooier
C
mooist

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de stellende trap van 'best'?

Slide 9 - Open vraag

Wat is de vergrotende trap van groot?
A
groot
B
groter
C
grootst

Slide 10 - Quizvraag

Nu maken: 
Stap 1 en 2 van woordenschat. 

Klaar? 

Slide 11 - Tekstslide

Les afsluiten
Lesdoelen:
- Je weet wat de trappen van vergelijking zijn.
- Je kent een aantal trappen van vergelijking.
- Je kan ze juist schrijven en gebruiken.

Slide 12 - Tekstslide

Welk van deze woorden is een bijvoeglijk naamwoord?
A
trap
B
pen
C
blauw
D
werken

Slide 13 - Quizvraag

In welke trap staat dit woord: blauw
A
de stellende trap
B
de vergrotende trap
C
de overtreffende trap

Slide 14 - Quizvraag

Laatste afsluiting
- Ga naar slimleren.nl
- Kies voor login -> login via entree kennisnet -> kies voor GT2 Nederlands

Slide 15 - Tekstslide

Voor volgende les
Stap 1 en 2 af van woordenschat.

Slide 16 - Tekstslide