spieren

Spieren
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
anatomieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Spieren

Slide 1 - Tekstslide

Programma
- Quiz (vanuit Expert)
- Les evalueren 
- opdracht 
- Antwoorden vorige opdr

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
- Wat weten jullie over de spieren??

- ziektebeelden koppelen aan de anatomie;

Slide 3 - Tekstslide

Zonder spieren kunnen botten en gewrichten niet bewegen. spieren kunnen aan de buitenkant goed te zien zijn, maar er zijn ook spieren die zorgen voor onzichtbare bewegingen. 

zoals de darmen die darmbewegingen laten ontstaan. 

Slide 4 - Tekstslide

3 soorten spierweefsel
1. dwarsgestreept:
- buitenkant lijkt alsof er dwarse strepen op de spier zitten. 
- reageert snel, maar raken snel vermoeid
- bewust aanspannen (willekeurige spieren)
2. glad
3. hartspierweefsel

Slide 5 - Tekstslide

3 soorten spierweefsel
Glad:
- zit in de wand van holle organen (darmen)
- trekken langzaam samen en raken bijna nooit vermoeid.
- niet bewust samentrekken (onwillekeurige spieren)

Slide 6 - Tekstslide

3 soorten spierweefsel
Hartspierweefsel
- kan snel reageren 
- onvermoeibaar
- onwillekeurig 

Slide 7 - Tekstslide

Bij contractie worden de spieren...
A
korter
B
Langer

Slide 8 - Quizvraag

Bij contractie worden de spieren korter
De vorm van cellen is van belang voor de samentrekking van spierweefsel. De cellen moeten zich kunnen verkorten om spiercontractie mogelijk te maken. (samentrekking van spieren)

Slide 9 - Tekstslide

De wanden van de inwendige organen zijn opgebouwd uit .... spieren
A
Dwarsgestreepte
B
Gladde

Slide 10 - Quizvraag

De wanden van inwendige organen zijn opgebouwd uit gladde spieren
Gladde spieren functioneren onwillekeurig. Dit betekent dat je gladde spieren niet bewust kunt aansturen. Deze spieren vormen de wanden van de zogenoemde holle organen in je lichaam, zoals de maag, blaas en bloedvaten. 

Slide 11 - Tekstslide

Skeletspieren werken voornamelijk door ... beweging
A
vrijwillige
B
onvrijwillige

Slide 12 - Quizvraag

skeletspieren 
Skeletspieren zijn spieren van het bewegingsapparaat die je gebruikt voor willekeurige, gecontroleerde bewegingen. 

Slide 13 - Tekstslide

Gladde spiercellen leiden tot ... samentrekkingen
A
vrijwillige
B
onvrijwillige

Slide 14 - Quizvraag

De mimische spieren zorgen vooral voor de...
A
bewegingen van de oogbol
B
bewegingen van de kaak
C
gelaatsuitdrukkingen

Slide 15 - Quizvraag

Welke spier licht in de afbeelding op?
A
De wangkauwspier
B
de slaapspier
C
de wangspier
D
De monnikskapspier

Slide 16 - Quizvraag

Welke spier licht in de afbeelding op?
A
De wangkauwspier
B
De slaapspier
C
De kauwspier
D
De monnikskapspier

Slide 17 - Quizvraag

X
Hoe worden de spieren genoemd die het oog naar boven, beneden, links en rechts bewegen?
A
Schuine oogspieren
B
Rechte oogspieren
C
Dwarse oogspieren

Slide 18 - Quizvraag

X
De oogspieren zijn in te delen in de rechte oogspieren en de schuine oogspieren. hoeveel rechte oogspieren zijn er aanwezig rond 1 oog?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 19 - Quizvraag

X Oogspieren
De vier rechte oogspieren zijn de bovenste rechte oogspier, onderste rechte oogspier, binnenste rechte oogspier en de buitenste rechte oogspier. 

Slide 20 - Tekstslide

Welke spier licht in de afbeelding op?
A
Bovenste schuine oogspier
B
Onderste schuine oogspier
C
Bovenste rechte oogspier
D
Onderste rechte oogspier

Slide 21 - Quizvraag

X Voor welke beweging zorgt de monnikskapspier?
A
De schouders optrekken
B
Het hoofd naar voren buigen
C
De schouders naar voren bewegen

Slide 22 - Quizvraag

X Elke spier, spierbundel en spiervezel wordt afzonderlijk omgeven door .....
A
Pezen
B
Bindweefsel
C
Een netwerk van zenuwcellen

Slide 23 - Quizvraag

stelling: Pezen zorgen vooral voor onderlinge verbindingen tussen spieren.
A
Deze stelling is correct
B
Deze stelling is niet correct

Slide 24 - Quizvraag

Pezen
Pezen zorgen voor aanhechting van spieren aan botten. 

Slide 25 - Tekstslide

Skeletspieren werken vaak in paren om beweging te genereren door samen te trekken en vervolgens te ontspannen. Deze paren bestaan uit een agonist en een antagonist. Een agonist en antagonist hebben ..... werking
A
Dezelfde
B
een tegengestelde

Slide 26 - Quizvraag

Agonist en een antagonist 
Een agonist en een antagonist hebben een tegengestelde werking. Een bekend voorbeeld van een agonist en een antagonist zijn buigers en strekkers

Slide 27 - Tekstslide

X Een zenuwcel is opgebouwd uit verschillende elementen.
.... Verbinden de zenuwcellen van het ruggenmerg met de spier
A
Axonen
B
Dendrieten
C
antwoord A en B
D
Geen van beide

Slide 28 - Quizvraag

X Axonen
In de spier komen de impulsen via de axonen terecht op een speciale synaps: de motorische eindplaat

Slide 29 - Tekstslide

Hoge belasting van spieren leidt tot .....
A
Atrofie
B
Hypertrofie

Slide 30 - Quizvraag

Atrofie en hypertrofie
Hypertrofie betekent het vergroten van spieren. Dit is een normale reactie van de spieren op verhoging van de spierbelasting. Zo vindt er ook een aanpassing plaats in spieren die gedurende langere tijd niet worden gebruikt: atrofie

Slide 31 - Tekstslide

X Welke spier is het belangrijkst voor het achterover buigen van de rug?
A
De monnikskapspier
B
De brede rugspier
C
De rugstrekker

Slide 32 - Quizvraag

Wat is spiertonus

Slide 33 - Open vraag

Spiertonus
Spiertonus, de spieren zorgen voor een bepaalde houding van het lichaam . De spieren hebben daardoor een bepaalde spanning ( aantrekken van spierweefsels met ontspanning van tegengestelde spieren) die tonus wordt genoemd.

Slide 34 - Tekstslide

Wat is spieratrofie

Slide 35 - Open vraag

Spieratrofie
Spieratrofie spieren die weinig gebruikt worden nemen in kracht en omvang af , dit noemt men atrofie van de spieren ( denk aan arm in het gips)

Slide 36 - Tekstslide

Wat is spierdystrofie

Slide 37 - Open vraag

Spierdystrofie
Spierdystrofie is een spierziekte die wordt veroorzaakt door een genetische afwijking, waarbij het spierweefsel geleidelijk wordt afgebroken, wat leidt tot toenemende zwakheid en invaliditeit

Slide 38 - Tekstslide

Les evalueren
Beschrijf wat je vandaag hebt geleerd

Slide 39 - Open vraag

Les evalueren
Beschrijf wat je leuk vond aan de les

Slide 40 - Open vraag

Les evalueren
Beschrijf wat je minder leuk vond aan de les

Slide 41 - Open vraag

Les evalueren
Beschrijf een tip voor de volgende les
(minimaal 2)

Slide 42 - Open vraag

Opdracht
Er zijn verschillende aandoeningen (ziektebeelden) rondom de spieren zoals; 
- ALS
- aangeboren spierdystrofie
- verlamming 
- spieratrofie
en nog meer

Slide 43 - Tekstslide

Opdracht
1. ga zelf opzoek naar spieraandoeningen op internet (je mag er zelf 1 kiezen)
2. werk 1 spieraandoening/ziekte uit in een presentatie (wat is het, wat zijn de gevolgen, evt medicatie etc) (ik laat je hierin vrij)
3. zet je presentatie in teams en geef de volgende les een presentatie 

Slide 44 - Tekstslide

Tot de volgende les (wel de opdracht afmaken!)

Slide 45 - Tekstslide