HV2c 3.4 schrijftaak VWO

HV2c - vwo
Vandaag werk je aan de schrijftaak van 3.4.
Dit wordt een tekst met een mening!
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

HV2c - vwo
Vandaag werk je aan de schrijftaak van 3.4.
Dit wordt een tekst met een mening!

Slide 1 - Tekstslide

AUB
Om een goede alinea te maken in een betogende tekst, gebruik je AUB...

MAAR... WAT IS DAT OOK ALWEER? 

Slide 2 - Tekstslide

AUB... Weet jij het nog? Wat betekent het?

Slide 3 - Open vraag

A U B bij een mentor is nuttig
Je geeft eerst je argument: De mentor kan je helpen.
Dan volgt een uitleg. Als je het moeilijk hebt, kan de mentor met je praten en je hulp bieden.
Tenslotte volgt een voorbeeld: bijvoorbeeld... toen ik het moeilijk omdat mijn opa was overleden, toen heb ik met mentor gepraat en zij heeft met mij naar mijn planning gekeken.

Zo krijg je een mooie volledige alinea waarin je je argument verwerkt!

Slide 4 - Tekstslide

Hoe bouw je de tekst op?
  • Je mening in de inleiding.
  • Argumenten in de kern en per argument een alinea.
  • Breid je argument uit door AUB te gebruiken (argument, uitleg en bijvoorbeeld).
  • Gebruik signaalwoorden (Ten eerste, ten tweede, ook)
  • In het slot schrijf je de conclusie (dus...) of herhaal je de mening en de argumenten.


Slide 5 - Tekstslide

Vandaag...
Ga je een betogende tekst schrijven.
Je mag zelf kiezen welke vorm je gaat gebruiken:
- Een betogend artikel;
- Een ingezonden brief voor een krant;
- Een boekbespreking;
- Een filmrecensie.

Slide 6 - Tekstslide

Een betogend artikel

Je schrijft een artikel voor de schoolkrant.

Doel: 
Je gaat de lezers, je schoolgenoten, ervan overtuigen dat iets anders kan en moet op school. 

Slide 7 - Tekstslide

Een ingezonden brief

Je schrijft een ingezonden brief naar een krant.

Doel: 
Je gaat aan de (krant)lezers je mening geven over een actueel onderwerp.
Tip: Google eens op 'ingezonden brief'

Slide 8 - Tekstslide

Een boekbespreking
Je schrijft een boekbespreking over, jawel, een boek voor een site
Doel: 
Je gaat de lezers overtuigen dat het besproken boek de moeite van het lezen waard is of niet.
Tip: Google eens op 'boekbespreking'

Slide 9 - Tekstslide

Een filmrecensie
Je schrijft een recensie over een film voor in een schoolkrant.
Doel: 
Je gaat de lezers van de schoolkrant ervan overtuigen dat de film het bekijken waard is of niet.

Tip: Google eens op 'recensie + naam van een film'

Slide 10 - Tekstslide

Maken:
Lees op blz. 187 in je A-boek de schrijftaak.

Maak de volgende opdrachten in je document in je mapje:
3.4 opdracht 14 a en b, 15 (c en d mogen, maar hoeven niet), 16.

Slide 11 - Tekstslide

Waarvoor heb je gekozen?
A
Betogend artikel
B
Ingezonden brief
C
Een boekbespreking
D
Een filmrecensie

Slide 12 - Quizvraag

Waar gaat je betogende tekst over? Welk boek, welke film, welke actualiteit...

Slide 13 - Open vraag

Dinsdag werken we verder aan de opdracht!

Slide 14 - Tekstslide