Fictie- thema 13(intro)- havo

Fictie
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Fictie

Slide 1 - Tekstslide

Realistisch is hetzelfde als waargebeurd.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quizvraag

Op welke manieren kan een verhaal realistisch op je overkomen?

Slide 3 - Open vraag

Wat is een hoofdpersoon?
A
De minst belangrijke persoon.
B
De persoon die het meest aan het woord is.
C
Het belangrijkste personage.

Slide 4 - Quizvraag

Welke van de volgende kenmerken horen bij een hoofdpersoon? Let op, er zijn meerdere antwoorden mogelijk.
A
Een hoofdpersoon wordt uitgebreid beschreven.
B
Een hoofdpersoon heeft altijd een probleem, opdracht of doel.
C
Een hoofdpersoon heeft altijd bijfiguren nodig in het verhaal.
D
Je beleeft het verhaal vanuit de hoofdpersoon.

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een bijfiguur?
A
Het meest onbelangrijke personage in het verhaal.
B
De personages die geen hoofdpersoon zijn.
C
Hetzelfde als een hoofdpersoon.
D
De uitgebreid beschreven personages.

Slide 6 - Quizvraag

Welke grote rollen kan een bijfiguur vervullen? Let op, meerdere antwoorden zijn mogelijk.
A
Helper
B
Familielid
C
Vriend
D
Tegenstander

Slide 7 - Quizvraag

Welke elementen zijn van belang bij de beschrijving van een personage? Let op, er zijn meerdere antwoorden mogelijk.
A
Uiterlijk
B
Kenmerken, zoals geslacht en leeftijd
C
Karaktereigenschappen
D
Relaties met andere personages

Slide 8 - Quizvraag

Wat wordt bedoeld met de leefomstandigheden van een verhaalpersonage?

Slide 9 - Open vraag

Welke karaktereigenschappen kan een personage hebben?

Slide 10 - Woordweb

Noem verschillende beoordelingswoorden.

Slide 11 - Woordweb

De volgende vragen gaan over het dagboek van Anne Frank: Het Achterhuis

Slide 12 - Tekstslide

Welke omschrijving past bij
Het Achterhuis?
A
fictie
B
non-fictie

Slide 13 - Quizvraag

Welk genre past bij
Het Achterhuis?
A
autobiografie
B
dagboek
C
coming of age
D
oorlog en verzet

Slide 14 - Quizvraag

Welk thema past bij Het Achterhuis? je mag meerdere thema's noemen.

Slide 15 - Open vraag

Welk vertelperspectief past bij Het Achterhuis?
A
hij/zij-perspectief
B
ik-perspectief
C
meervoudig perspectief

Slide 16 - Quizvraag

In welke tijd speelt het Achterhuis zich af?

Slide 17 - Open vraag

Wat is de tijdvolgorde van het Achterhuis?
A
Chronologische volgorde
B
niet-chronologische volgorde

Slide 18 - Quizvraag

Waar speelt het Achterhuis zich af?

Slide 19 - Open vraag

Ik wil Het Achterhuis wel/niet lezen, omdat....

Slide 20 - Open vraag

Vragen over jouw boek
Welke  vragen kun jij al beantwoorden? Zet een X als je het antwoord niet weet.

Slide 21 - Tekstslide

Wie is de hoofdpersoon van jouw boek?

Slide 22 - Woordweb

Wie is de belangrijkste bijfiguur uit jouw boek?

Slide 23 - Woordweb

Waar (plaats/land) speelt het verhaal zich af?

Slide 24 - Woordweb

Wanneer speelt het verhaal zich af?

Slide 25 - Woordweb

Hoeveel tijd gaat er voorbij in jouw boek?

Slide 26 - Woordweb

Slide 27 - Tekstslide

Wat is de tijdsvolgorde van jouw boek?

Slide 28 - Woordweb

Wat is de belangrijkste verhaalruimte?

Slide 29 - Woordweb

Wat is het vertelstandpunt/perspectief van jouw boek?

Slide 30 - Woordweb

Heeft jouw boek een open of gesloten einde?

Slide 31 - Woordweb

Heeft jouw boek een fijn of droevig einde?

Slide 32 - Woordweb