H1 par 2

Hoofdstuk 1 - wereldbeeld
1.2 Bevolkingsspreiding 
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1 - wereldbeeld
1.2 Bevolkingsspreiding 

Slide 1 - Tekstslide

In welke 3 hoofdgroepen kun je de wereld indelen?

Slide 2 - Tekstslide

Type ongelijkheid?

Slide 3 - Tekstslide

"Zwak sociaal leven bedreigt welzijn Nederland."

Verklaar deze uitspraak met behulp van de theorie uit 1.1.  

Slide 4 - Tekstslide

Startopdracht

  • Wat?  Maken stencil startopdracht
  • Klaar? conceptmap 1.1
timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

Bespreken startopdracht 

Slide 6 - Tekstslide

Herhalingsvragen
  1. Leg het verschil uit tussen de formele- en informele sector
  2. Wat zijn de Bric(s) landen? Waar staat die S eigenlijk voor?
  3. Wat is het verschil tussen welzijn en welvaart?
  4. Noem een probleem van het meten van welvaart? Wat is het nadeel? 
  5. Leg het verschil tussen sociale- en regionale ongelijkheid uit

Slide 7 - Tekstslide

Huiswerk bespreken: 
§1.1 Opdr. 1,2,3,4,6

Slide 8 - Tekstslide

Programma:

1.Patronen: economische wereldkaart
2. Patronen: bevolkingsspreiding
3. Patronen: de culturele wereldkaart
4. samenhang: ontwikkeling en economie
5. Samenhang: ontwikkeling en bevolkingsgroei
6. Samenhang: ontwikkeling en verstedelijking
7. Grens tussen arm en rijk
8. Relaties: handel en investeringen
9. Relaties: bevolking en migratie


H1. Wereld: wereldbeeld

Slide 9 - Tekstslide

§1.2




  • Welke verklaringen kun je geven voor de ongelijke bevolkingsspreiding in de wereld?

  • Hoe kan je met het push- en pullmodel de belangrijkste migratiestromingen op mondiaal schaalniveau verklaren?

Slide 10 - Tekstslide

Bevolkingsdichtheid en bevolkingsspreiding?

Slide 11 - Tekstslide

Wat valt je op?

Slide 12 - Tekstslide

Mekongdelta
Bevolkingsdichtheid: 
425 mensen per km2

Hoe valt dit te verklaren?

Slide 13 - Tekstslide

Bevolkingsspreiding verklaren
  • de natuurlijke                         omstandigheden
  • de ligging
  • het koloniale verleden

Slide 14 - Tekstslide

Van welke plekken kun je de bevolkingsdichtheid nu verklaren?

Slide 15 - Tekstslide

Wat valt op aan de ligging van steden?

Slide 16 - Tekstslide

Waarom is hier sprake van een ongelijke bevolkingsspreiding?

Slide 17 - Tekstslide

0

Slide 18 - Video

Zal deze persoon wel of niet migreren?

Slide 19 - Tekstslide

Typen migranten
Welke push- en pullfactoren spelen een rol bij:
  1. Economische migranten
  2. Vluchtelingen
  3. Sociaal-politieke migranten
  4. Ecologische migranten

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Welke trends kan je onderscheiden?

Slide 22 - Tekstslide

Wat betekent de mondiale migratiestroom voor het thuisland?

Slide 23 - Tekstslide

Samengevat (1)
  • Wat is het verschil tussen bevolkingsspreiding en bevolkingsdichtheid?
  • Bevolkingsdichtheid geeft het gemiddeld aantal inwoners per vierkante kilometer aan.
  • Bevolkingsspreiding geeft aan waar de mensen wonen. 

  • Waarom zijn sommige gebieden dicht bevolkt?
  • West-Europa: gunstige ligging
  • Kust Zuid-Amerika: koloniaal verleden
  • ZO-Azië: gunstige natuurlijke omstandigheden



Slide 24 - Tekstslide

  • Voorbeeld: Mekongdelta. 425 mensen per vierkante kilometer.
  • Oorzaak: vochtig, warm, vlak en vruchtbaar > meerdere oogsten per jaar mogelijk.
  • Natte rijstbouw zorgt voor: voldoende voedsel, voldoende werkgelegenheid 

  • Regel: natuurlijke omstandigheden hebben grote invloed op bevolkingsdichtheid en bevolkingsspreiding



Slide 25 - Tekstslide

  • Voorbeeld: verklaar ongelijke bevolkingsspreiding in Tunesië
  • Oorzaak: door de droogte is de bevolkingsdichtheid in het Zuiden minder hoog.
  • Verklaring: in een droger gebied zijn de bestaansmogelijkheden voor de agrarische bevolking kleinder dan in een vochter gebied. 


Slide 26 - Tekstslide

  • Wanneer besluit iemand te migreren (push- en pullmodel)
  • Regel: iemand migreert wanneer voor hem de pushfactoren in het vertrekgebied zwaarder wegen dan de pullfactoren van het vestigingsgebied.
  • De pullfactoren in het vestigingsgebied worden juist hoger ingeschat en de migrant denkt de tussenliggende hindernissen te kunnen overwinnen. 


Slide 27 - Tekstslide

Even oefenen

Slide 28 - Tekstslide

Tijd voor een quiz!

- Inloggen LessonUp
- Code invoeren
- eigen naam

Slide 29 - Tekstslide

De activiteit op de foto levert een bijdrage aan het BBP van Marokko
Tandarts op straat in Marrakech
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quizvraag

De inkomsten van Philips in China tellen mee in het Nederlandse BBP
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quizvraag

De sociale ongelijkheid is in de semi-periferie in het algemeen groter dan in centrumlanden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quizvraag

Het bruto regionaal product/hoofd kun je gebruiken om regionale ongelijkheid aan te tonen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quizvraag

Het verschil in bbp/hoofd tussen een centrumland en een perifeer land is kleiner dan het verschil in koopkracht tussen die landen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 34 - Quizvraag

Het wereldsysteem is samengesteld op basis van welvaart
A
Juist
B
Onjuist

Slide 35 - Quizvraag

In welke situatie is er spraken van REGIONALE ongelijkheid?
A
De bevolkingsdichtheid is langs de kust hoger dan in het binnenland van Tunesië
B
De VN-ontwikkelingsindex is in Noordoost Brazilië 0,56 en in het zuidoosten 0,78
C
Het zuiden van het land is bergachtig, het noordwesten is vlak
D
In dit land verdient 10% van de bevolking ongeveer 50% van het nationaal inkomen

Slide 36 - Quizvraag

Oefenen: push- en pullfactoren, verklaringen ongelijke bevolkingsspreiding.

Slide 37 - Tekstslide

Aan de slag: individueel uitwerken (Zs)
1. Maak 1.2 opdr. 1,3,4,5,6
2. Klaar? Maken conceptmap 1.1.


timer
15:00

Slide 38 - Tekstslide

Geleerd?
  • Wat was het leerdoel? Wat heb jij vandaag geleerd? Waar kun je de lesstof voor gebruiken?
  • Welke verklaringen kun je geven voor de ongelijke bevolkingsspreiding in de wereld?
  • Hoe kan je met het push- en pullmodel de belangrijkste migratiestromingen op mondiaal schaalniveau verklaren?

Slide 39 - Tekstslide