H3 Pulsar T3 par 4 Een veilige stroomkring


3.4 Een veilige stroomkring
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les


3.4 Een veilige stroomkring

Slide 1 - Tekstslide

Indeling van de les
opstarten
uitleg par. 3.4

werken aan weektaak:
Lees par. 3.4
Maak:     opgave 1 t/m 25 
Maak: Rekenvaardigheid

Slide 2 - Tekstslide

Doelen van deze les
  1. je weet wat er in de meterkast te vinden is
  2. je weet welke kleuren draden hebben en wat dat betekent
  3. je weet wat kortsluiting is
  4. je weet wat overbelasting is

Slide 3 - Tekstslide

Kleuren draden huisinstallatie
kleuren van draden

  • Bruin: stroom naar apparaat

  • Blauw: stroom terug naar stopcontact

  • Geel/groen: aardedraad

  • Zwart: schakeldraad

Slide 4 - Tekstslide

Beveligingen in stroom
Hoofdzekering
Aardlekschakelaar
Groepen
Zekering

Slide 5 - Tekstslide

Hoofdzekering
  • Alle stroom van een heel huishouden gaat hierdoorheen.
  • Controleert alleen hoeveelheden.
  • Elektriciteitsmeter meet de hoeveelheid verbruikte stroom.

Slide 6 - Tekstslide

Aardlekschakelaar
De aardlekschakelaar zorgt ervoor dat de installaties en apparaten die hierop  zijn aangesloten, spanningsloos gemaakt kunnen worden.

  • Controleert hoeveelheid stroom in = hoeveelheid stroom uit.
  • Verandering van hoeveelheid zorgt ervoor dat hij direct de stroomkring doorbreekt.

Slide 7 - Tekstslide

Groepen
  • Verdeling van stroom altijd over verschillende groepen in huis. Hoe groter het huis, hoe meer groepen.
  • Groepen zorgen ervoor dat wasmachine, magnetron, computer en aquarium tegelijk aan kunnen staan.
  • Als de stroom in één groep uitvalt, blijven de andere groepen werken.

Slide 8 - Tekstslide

Zekering
De beveiliging die in elke groep zit.
Zodra er teveel stroom door een groep heengaat, zorgt dit onderdeel voor een onderbreking van de stroom. Dit is vaak op 16A.
De zekering zorgt er dus voor dat de groep uitgeschakeld wordt als er overbelasting ontstaat.


Bekijk het volgende filmpje goed!

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Kortsluiting
Als er geen weerstand meer is in een schakeling, is er een kortsluiting.

Bij beschadiging van een elektrische snoer kunnen de koperdraden elkaar raken. De stroom gaat niet meer door het apparaat maar direct terug naa de meterkast. Er ontstaat overbelasting, de draden worden heet en er kan vuur ontstaan of 
er komen vonken van een draad af.

Slide 11 - Tekstslide

Kortsluiting

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Slide 14 - Video

Slide 15 - Tekstslide

Randaarde

Slide 16 - Tekstslide

Randaarde
In de wasmachine hiernaast is een lek ontstaan. De elektrische snoeren maken via het water contact met de buitenkant van de wasmachine. Een persoon die hem aanraakt verbindt de wasmachine met de aarde en er gaat een stroom door de man lopen.

Slide 17 - Tekstslide

Randaarde
Bij de wasmachine in het plaatje hiernaast is er een stopcontact gebruikt met randaarde. Een stopcontact met randaarde heeft extra contactpunten. Deze contactpunten zijn via snoeren aangesloten aan een stalen pin, de aardingsstaaf. Deze pin zit, meestal onder het huis, in de aarde gestoken. De man in de afbeelding hierboven kan de wasmachine rustig aanraken. De elektrische stroom kiest de makkelijkste weg en zal via de randaarde naar de grond weg lekken.

Slide 18 - Tekstslide

Geaarde stekker / stopcontact

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Bij kortsluiting wordt de stroom afgesloten door:
A
door de energie maatschappij
B
zekering
C
aardlekschakelaar
D
aarderail

Slide 21 - Quizvraag

Er is een zekering doorgeslagen, wat is een mogelijke oorzaak?
A
overbelasting
B
Piet zit aan de aardleiding
C
kapotte lamp
D
de nul draad is kapot

Slide 22 - Quizvraag

In de meterkast zitten verschillende dingen voor de veiligheid.
Een ding kun je gebruiken om de spanning van de hele installatie te halen. Wat is hiervan de naam?
A
aardlekschakelaar
B
hoofdschakelaar
C
de zekering
D
de kilowattuur meter

Slide 23 - Quizvraag

Hoe kan je ervoor zorgen dat er niet teveel stroom door een schakeling gaat:
A
Plaatsen van meer lampen
B
Plaatsen van een smelt zekering
C
Groene stroom gebruiken
D
Stofzuiger, wasmachine, oven e.d. tegelijk aanzetten

Slide 24 - Quizvraag

Een zekering beschermt tegen
A
Brandt
B
Kortsluiting
C
Overbelasting
D
Overbelasting en kortsluiting

Slide 25 - Quizvraag

Welk symbool is dit?
A
Zekering
B
Batterij
C
Voedingskast
D
Weerstand

Slide 26 - Quizvraag

De goed van het washok is beveiligd met een zekering van 16 A. De wasmachine heeft een vermogen van 3,4 kW. Geef aan of de zekering doorslaat als je op die groep ook nog een koffiezetapparaat aansluit met een vermogen van 1200 Watt.
Tip: bereken eerst wat de stroomsterkte door beide apparaten is!

Slide 27 - Open vraag

De maximale stroomsterkte in een groep van een huisinstallatie is:
A
10 A
B
16 A
C
25 A
D
36 A

Slide 28 - Quizvraag

Een huisinstallatie bestaat altijd uit meerdere groepen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quizvraag

Overbelasting is als de + en - draad rechtstreeks contact met elkaar maken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quizvraag

Een zekering verbreekt de stroomkring alleen bij overbelasting
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quizvraag

In welke schakeling(en) is er sprake van kortsluiting?
A
a, b en c
B
c, d en e
C
c en e
D
a, b en f

Slide 32 - Quizvraag

Om te onthouden
  • Alle elektrische draden en stopcontacten thuis vormen samen de huisinstallatie.
  • De elektrische installatie in huis is verdeeld in groepen. Als de stroom in één groep uitvalt, blijven de andere groepen werken.
  • Als er minder stroom het huis uitgaat dan er binnenkomt, dan verbreekt de aardlekschakelaar direct de stroomkring.
  • Overbelasting (kortsluiting) ontstaat als je teveel apparaten in een groep gebruikt. Er gaat dan teveel stroom door de groep.
  • Kortsluiting ontstaat als twee stroomdraden elkaar raken.
  • Bij overbelasting en kortsluiting schakelt een automatische zekering de stroom uit.
  • Stekkers en wandcontacten met randaarde hebben een extra geelgroene aardedraad.
  • Als de buitenkant van een apparaat onder stroom komt, voert de randaarde de stroom snel weg naar de aarde.
  • De huisinstalatie wordt beveiligd door zekeringen, aardlekschakelaars en het gebruik van randaarde.
  • De meeste apparaten zijn geïsoleerd door een kunststof huls. Sommige apparaten hebben een dubbele isolatie.

Slide 33 - Tekstslide

Lesdoelen gehaald?
  1. je weet wat er in de meterkast te vinden is
  2. je weet welke kleuren draden hebben en wat dat betekent
  3. je weet wat kortsluiting is
  4. je weet wat overbelasting is

Slide 34 - Tekstslide

Weektaak 
Lees paragraaf 3.4
Maak de volgende opgaves:
 1 t/m 6, 9 t/m 19, 21, 23, 24
Maak ook:  Rekenvaardigheid: Rekenen met formules

Slide 35 - Tekstslide