11.4 - Check doelen uiterlijk voorspellen

Leerdoelen 11.4
  1. Je kunt uitleggen waarom je 50% kans hebt op een jongen of meisje.
  2. Je kunt met behulp van een kruisingsschema voorspellen wat de kans op een bepaald fenotype bij de F1 generatie is.
  3. Je kunt met behulp van een kruisingsschema voorspellen wat een bepaald fenotype bij de F2 generatie is. 

Doen: begrippenlijst 11.4 maken
Keuze = Werkboek vragen maken (allemaal) 
                   Lessonup doorwerken en (gedeelte)werkboekvragen maken. 
                   Deze lessenup staat klaar in de klas omgeving.

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen 11.4
  1. Je kunt uitleggen waarom je 50% kans hebt op een jongen of meisje.
  2. Je kunt met behulp van een kruisingsschema voorspellen wat de kans op een bepaald fenotype bij de F1 generatie is.
  3. Je kunt met behulp van een kruisingsschema voorspellen wat een bepaald fenotype bij de F2 generatie is. 

Doen: begrippenlijst 11.4 maken
Keuze = Werkboek vragen maken (allemaal) 
                   Lessonup doorwerken en (gedeelte)werkboekvragen maken. 
                   Deze lessenup staat klaar in de klas omgeving.

Slide 1 - Tekstslide

Homozygoot
Heterozygoot
Dominant
Reccessief
Intermediair
2 gelijke genen voor één eigenschap
2 ongelijke genen voor 1 eigenschap
overheersend gen van een paar
onderdrukt gen van een genenpaar
Beide genen zijn even sterk, komen beiden naar voren in fenotype

Slide 2 - Sleepvraag

Een vrouw en een man hebben samen 4 jongens. De vrouw is zwanger van nummer 5. Hoeveel kans is er dat ze weer een jongen krijgt.
A
20%
B
50%
C
80%
D
100%

Slide 3 - Quizvraag

Je kunt uitleggen waarom je 50% kans hebt op een jongen of meisje.
  • De moeder (XX) geeft via haar   eicellen altijd een X door
     (dus 2x een X)
  • De vader (XY) geeft via zijn zaadcellen een X of een Y door. Dus 50% kans op een X of 50% kans op een Y.

 


In het kruisingsschema zie je dat je (2 x 25%) = 50% hebt op een jongen. En (2 x 25%) = 50% kans op een meisje.

Slide 4 - Tekstslide

Rex heeft bruine ogen en is heterozygoot voor de oogkleur. Hij met Floor die blauwe ogen heeft. Rex en Floor krijgen vier kinderen: twee meisjes en twee jongens.

Bruin is dominant, blauw is recessief.

Wat is de kans dat de kinderen van Rex en Floor blauwe ogen hebben.
A
25%
B
50%
C
75%
D
0%

Slide 5 - Quizvraag

Klopt het kruisingsthema die bij de vorige vraag hoort?
bruin = dominant
blauw = recessief
Rex = heterozygoot
Floor = blauwe ogen
A
Juist
B
Onjuist
C
Snap hier niets van

Slide 6 - Quizvraag

Leg uit waarom dit kruisingschema onjuist is.
bruin = dominant, blauw = recessief
Rex = heterozygoot
Floor = blauwe ogen

Slide 7 - Open vraag

Je kunt met behulp van een kruisingsschema voorspellen wat de kans op een bepaald fenotype bij de F1 generatie is.
P-generatie = ouders
fenotype = bruine ogen 
                     blauwe ogen
genotype = heterozygoot Aa
                   = homezygoot aa

Vader zaadcel = A of a
Moeder eicel   = a of a

Slide 8 - Tekstslide

Je kunt met behulp van een kruisingsschema voorspellen wat de kans op een bepaald fenotype bij de F1 generatie is.
Dit kun je in een kruisingschema zetten. 
opties man    = boven horizontaal
opties vrouw = verticaal zijkant
In het schema worden de opties  samengevoegd.

Slide 9 - Tekstslide

De zoon van Rex en Floor trouwt met een vrouw met blauwe ogen. De zoon heeft bruine ogen. Wat is de kans dat er in de F2 generatie een kind met blauwe ogen geboren wordt?

bruin = dominant
blauw = recessief
Rex(opa) = heterozygoot
Floor(oma) = blauwe ogen
A
0%
B
25%
C
50%
D
Ik snap hier niets van

Slide 10 - Quizvraag

Je kunt met behulp van een kruisingsschema voorspellen wat de kans op een bepaald fenotype bij de F2 generatie is.
Er zijn altijd nu 2 opties: 
genotype:
Aa of aa dus nooit AA


Slide 11 - Tekstslide

Je kunt met behulp van een kruisingsschema voorspellen wat een bepaald fenotype bij de F2 generatie is. 
Het genotype van de P-generatie is bekent. Rood haar is reccesief. Je ziet dat er genotypen ontbreken. Toch kun je deze invullen door kruisingschema's te maken. 

Slide 12 - Tekstslide


Beide ouders zijn homozygoot, bruin is dominant.
Hoeveel kans is er op nakomelingen met groene ogen?

Tip: maak zelf een kruisingsthema...

A
0%
B
25%
C
50%
D
100%

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de kans op nakomelingen in de F2-generatie met een heterogeen genotype?

Slide 14 - Open vraag

Leerdoelen 11.5

  1. Je kunt een stamboom maken. 
  2. Je kunt uitleggen hoe aangeboren aandoeningen ontstaan. 
  3. Je kunt uitleggen wanneer je naar een erfelijkheidsvoorlichter moet gaan. 

Doen: begrippenlijst 11.5 maken
Keuze = Werkboek vragen maken (allemaal) 
                   Lessonup doorwerken en (gedeelte)werkboekvragen maken. 
                   Deze lessenup staat klaar in de klas omgeving.

Slide 15 - Tekstslide