Materie

• nask
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 6

Materie

Nask 3TL

Mevrouw Ruysink

Wat gaan we deze les doen?

Voorkennis activeren

Doelen H 7 paragraaf 1
-Aan het einde van de les kun je uitleggen wat moleculen zijn en in welke fases ze voor kunnen komen

Uitleg

Aan de slag met opdracht
Morgen opdrachten paragraaf 1 maken

molecuul vs atoom

Welke fasen

moleculen

Chemische reacties

Als stoffen veranderen, dan is er sprake van een chemische reacties. Denk bijvoorbeeld aan het bakken van een ei.

Bij een chemische reactie heb je beginstoffen en ontstaan er door de reactie nieuwe stoffen.

Verschillende chemische reacties

Stoffen reageren met elkaar

Natrium+chloor ------> natriumcholoride

Verbranding ( Bij elke verbranding ontstaat water en koolstofdioxide)

Methaan+zuurstof -----> koolstofdioxide+water

Ontleding (meerdere stoffen uit 1 stof)
water -----> waterstof+zuurstof

Oefenen met moleculen en atomen

Kijk naar het periodieksysteem

Ga uit van de volgende gegevens:

H:zwart   C: geel   O: groen
Verbindingen: witte stokjes

Maak de volgende moleculen na:

Water: H2O
Ethaan:C2H6

Alcohol: C2H6O
Propaan: C3H8

Zoek nu zelf twee molucuulformules en maak de moleculen

Aan de slag

Maak de opdrachten van 7.1 in je werkboek

Klaar? Laat controleren en kijk de opdrachten na.

Wat gaan we deze les doen?

Terugblik (oefening moleculen maken)

Doelen H7 paragraaf 2

Aan het einde van de les kun je uitleggen wat de invloed van druk op gas is

Uitleg

Aan de slag

Het botsende deeltjes model

Voor een chemische reactie is het nodig dat de moleculen van de beginstoffen met elkaar kunnen botsen. 

Als er een effectieve botsing (krachtig botsing) plaats vindt ontstaat er een nieuw molecuul.

Gasdruk en temperatuur

Als de temperatuur van een gas stijgt, gaan de moleculen sneller bewegen. De moleculen botsen vaker en met een hogere snelheid tegen de wand. Er is dus eerder een reactie.

Als je de ruimte waarin moleculen zich bevinden kleiner maakt, is er een grotere kans op een botsing.

Gasdruk & temperatuur?

Aan de slag

Maak de opdrachten van paragraaf 7.2 in je werkboek

Klaar? Kijk de opdrachten na en laat controleren

Wat gaan we deze les doen?

Terugblik

Doelen H7 paragraaf 3
-Aan het einde van de les kun je uitleggen wat zuivere stoffen zijn en 3 scheidingsmethoden benoemen en uitvoeren
Uitleg
Practicum
Aan de slag

Indampen

Nodig:

• Warmtebron (brander met driepoot)
• Oplossing met vaste stof
• Container (bekerglas)

Vaste stoffen uit vloeistoffen scheiden

Extraheren

Scheiden op basis van oplosbaarheid in het extractiemiddel.

Vaste stoffen uit andere vaste stoffen scheiden.

Vaste stof in het oplosmiddel (oplossing).

Filtreren

Practicum

We gaan werken met de brander

Proef 2

Scheiden van stoffen: indampen
Scheiden van stoffen: filtreren

Aan de slag

Maak de opdrachten van paragraaf 3 in je werkboek.

Klaar? Laat controleren en kijk de opdrachten na.

Wat gaan we deze les doen?

Terugblik

Doelen H7 paragraaf 4
-Aan het einde van de les kun je
uitleggen wat atomen zijn en vertellen waar atomen uit zijn opgebouwd
Het periodieksysteem aflezen
Uitleg
Aan de slag

molecuul vs atoom

Atomen-Elementen

In het periodieksysteem staan alle elementen genoemd. Deze staat in je binas. De naam van een element begint altijd met een hoofdletter. De naam van een element kan uit 1 of uit 2 letters bestaan. Wanneer de naam uit 2 letters bestaat, is de tweede letter altijd een kleine letter. Let dus goed op hoofdletters en kleine letters.

H  = waterstof
He = helium

Een atoom bestaat uit protonen, elektronen en neutronen, maar hoeveel?

Atoomnummer = aantal protonen = aantal elektronen

Massagetal = aantal protonen + aantal neutronen

Isotopen = isotopen hebben een gelijk aantal elektronen en protonen, maar een verschillend aantal neutronen.

Protonen +

Electronen -
Neutronen 0

Aan de slag

Maak de opdrachten van paragraaf 7.4 in je werkboek

Klaar? Laat controleren en kijk de opdrachten na

Wat gaan we deze les doen?

Buffer les. Maak de opdrachten van paragraaf 1 tm 4 af en kijk de opdrachten na. Klaar? Neem het hoofdstuk door en kijk of je nog vragen hebt.

Wat gaan we deze les doen?

Maak de test jezelf. Dit kan zelfstandig, samen of klassikaal.

Wat gaan we deze les doen?

-Samenvatten hoofdstuk

(schrijf de begrippen met betekenis op)

-Waar heb je nog moeite mee? Filmpjes nogmaals bekijken of samen de tekst/paragraaf lezen.

-Galgje spelen met de begrippen uit het hoofdstuk

-Mede leerlingen overhoren
-Maak 5 vragen en stel deze aan klasgenoten

Volgende les: toets