V6 Nieren

Functies nieren
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Functies nieren

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Vervoert de urine vanuit de nieren naar de (urine)blaas.
Slaat de urine tijdelijk op
Via deze buis verlaat urine het lichaam
Hier worden afvalstoffen uit het bloed gehaald.
Niermerg en nierschors
Urineleider
Urineblaas
Urinebuis

Slide 4 - Sleepvraag

Slide 5 - Tekstslide

werking nefronen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Welke pijl geeft terugresorptie aan?
Welke pijl geeft ultrafiltratie aan?

Slide 8 - Open vraag

De tekening stelt een niereenheid voor. In het nierkapsel verlaat +/- 20 % van de bloedvloeistof de bloedbaan.

Op welke van de aangegeven plaatsen is het eiwitgehalte het hoogst?
A
plaats 1
B
plaats 2
C
plaats 3
D
plaats 4

Slide 9 - Quizvraag

De tekening stelt een niereenheid voor. In het nierkapsel verlaat +/- 20 % van de bloedvloeistof de bloedbaan.

Op welke van de aangegeven plaatsen is de hoeveelheid (opgelost en aan hemoglobine gebonden) zuurstof per volume-eenheid het hoogst?
A
plaats 1
B
plaats 2
C
plaats 3
D
plaats 4

Slide 10 - Quizvraag

De vorming van voorurine vindt plaats in:
A
1 en 2
B
3
C
4
D
3 en 4

Slide 11 - Quizvraag

Het antidiuretisch hormoon (ADH) bevordert de resorptie van water in de nieren. Indien er meer ADH hormoon aanwezig is dan normaal, dan zal er
A
meer voorurine en meer urine dan normaal gevormd worden
B
evenveel voorurine en meer urine dan normaal gevormd worden
C
evenveel voorurine en minder urine dan normaal gevormd worden
D
minder voorurine en minder urine dan normaal gevormd worden

Slide 12 - Quizvraag