4.2 Deel 1

4.2
Welkom klas 4
Zorg dat je je boek, schrift en binas voor je hebt liggen.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

4.2
Welkom klas 4
Zorg dat je je boek, schrift en binas voor je hebt liggen.

Slide 1 - Tekstslide

Voorkennis activeren:
Noem minimaal 2 eigenschappen van een kracht

Slide 2 - Open vraag

Waar of niet waar? Een veer met een grotere veerconstante vergt meer kracht om uit te rekken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Weerstandskrachten werken altijd in tegengestelde richting van de beweging.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Er zijn drie soorten weerstandskrachten, noem er minimaal één.

Slide 5 - Open vraag

Waar of niet waar? De zwaartekracht is altijd naar beneden gericht.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Lesdoel
Ik kan opnoemen welke krachten er zijn en bij situaties noemen welke krachten er aanwezig zijn en welke richting ze op werken.

Slide 7 - Tekstslide

Programma
1. Veerkracht
2. Spankracht
3. Zwaartekracht
4. Normaalkracht
5. Weerstandskrachten

Slide 8 - Tekstslide

Veerkracht
Als je een veer uitrekt door middel van spierkracht, dan trekt de veer aan jouw hand. Hoe verder je een veer uitrekt, hoe meer spierkracht je moet gebruiken. 

Dit verband is lineair. Wat houdt dat in?

Slide 9 - Tekstslide

Spankracht
Wanneer er een massa aan een touw of 
kabel hangt, rekt het touw een beetje uit.
Hierdoor oefent het touw een kracht op de 
massa uit. 

Deze kracht is altijd in de richting van 
het touw. 

Slide 10 - Tekstslide

Zwaartekracht
Elke massa trekt aan elk voorwerp met een zwaartekracht Fz. Maar alleen een planeet zoals de aarde heeft een massa groot genoeg om deze ook daadwerkelijk te merken. 

- Zwaartekracht grijpt zich aan op een voorwerp in zijn zwaartepunt. 
- De zwaartekracht is altijd naar beneden gericht.

Slide 11 - Tekstslide

Normaalkracht
De normaalkracht is een reactiekracht 
die volgt uit de derde wet van newton:
actie = reactie

De normaalkracht is een reactiekracht op
het gewicht dat een voorwerp op een oppervlak
uitoefent. Deze is loodrecht aan het oppervlak.

Slide 12 - Tekstslide

Weerstandskrachten
3 soorten weerstandskrachten: 
1. Schuifweerstand, afhankelijk van massa, zwaarder = meer weerstand.
2. Rolweerstand, banden deuken in of vervormen, dit zorgt voor weerstand. Meer massa = meer weerstand.
3. Luchtweerstand, afhankelijk van frontale oppervlak en ook van je snelheid. Sneller = meer weerstand. 

Slide 13 - Tekstslide

Kleine lesafsluiting
1. Leg uit wat veerkracht is en in welke richting deze werkt.
2. Leg uit wat spankracht is en in welke richting deze werkt.
3. Leg uit wat de normaalkracht is en in welke richting deze werkt. 
4. Noem 2 soorten weerstandskrachten.

Slide 14 - Tekstslide

Huiswerktijd
Wat: Lees 4.2 in je boek en maak de begrijp opgaven van hoofdstuk 4.2 in Newton edition. 
Hoe: Op je laptop, alleen of in stil overleg
Hulp: Docent of je groepje
Tijd: Tot het einde van de les
Uitkomst: 4.2 af
Klaar? Ga verder met de oefenvragen van dezelfde paragraaf.

Zo ja: gebruik groepscode: CUNMQUI4 & maak de "start" opdrachten van hoofdstuk 4.
Zo nee: probeer deze les toegang te krijgen tot deze omgeving.
Lukt dit niet? Maak dan de opgaven van 4.1 in je boek.

Slide 15 - Tekstslide