6. Het ontduiken van de bewijslast
Er wordt niks bewezen; er wordt gedaan alsof er geen bewijs nodig is. Voorbeeld:
"Die voetballer had rood moeten krijgen voor die actie! Iedereen kent toch de regels van voetbal?"
Soms wordt er bij het ontduiken van bewijslast ook geprobeerd om de ander het tegendeel te laten bewijzen. De bewijslast wordt dus omgedraaid. Voorbeeld:
"Natuurlijk moeten we meer bewegen, geef me één goede reden om dit niet te doen?!"
Bij beide voorbeelden geldt dat de standpunten (respectievelijk: die voetballer had rood moeten krijgen voor die actie en natuurlijk moeten we meer bewegen) niet worden onderbouwd. De bewijslast wordt dus ontdoken of verschoven.