-Het begin van de Europese overzeese expansie
-De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had
-Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie
-Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen
-Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en
de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het
abolitionisme
-De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over
grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap