Herhalingsquiz + leren H4
1 / 12
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Wat is de definitie van duurzaamheid?
A
Hele duren investeringen om goed te zijn voor de planeet
B
Je houdt rekening met de People, Planet en Profit
C
Je bouwt windmolens
D
Je hebt de gehele productieketen in beheer
Slide 4 - Quizvraag
Wat is een ecologische voetafdruk?
A
De hoeveelheid Co2 die je uitstoot
B
Uitstoot die je hebt om je te voorzien in je dagelijkse behoeften
C
Hoeveel duurzame energie 1 persoon gebruikt
D
Hoeveel afval iemand produceert
Slide 5 - Quizvraag
Wat is de grootste oorzaak van een stijgende ecologische voetafdruk?
A
Groei wereldbevolking
B
Groei welvaart
C
Groei aantal fabrieken
D
Groei niet-duurzame producten
Slide 6 - Quizvraag
Waarom groeide de bevolking explosief voornamelijk, rond 1900?
A
Mensen vinden elkaar lief
B
Meer voedsel aanwezig
C
Meer werkgelegenheid
D
Betere hygiëne en riolering
Slide 7 - Quizvraag
Wat doet schaalvergroting en intensivering met de voedselproductie?
A
Niks, het is slecht voor het milieu.
B
De voedselproductie daalt.
C
De voedselproductie blijft gelijk.
D
De voedselproductie stijgt
Slide 8 - Quizvraag
Wat doet de eetgewoonte van de mens met de biodiversiteit op aarde?
A
De biodiversiteit neemt toe
B
De biodiversiteit neemt af
C
De biodiversiteit veranderd niet
Slide 9 - Quizvraag
Wat is GEEN manier van duurzaam omgaan met voedsel?
A
Misproducties eten (kromme komkommer)
B
Van aardappel schillen chips maken
C
Planten bestrijden met gif om misoogst tegen te gaan
D
Genetische modificatie
Slide 10 - Quizvraag
Wat hoort NIET bij de energietransitie?
A
Een windmolen bouwen
B
Een elektrische auto rijden
C
Een fabriek laten draaien op steenkool
D
Zonnepanelen aanschaffen
