2.3 De staat grijpt in

De staat grijpt in
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De staat grijpt in

Slide 1 - Tekstslide

Samuel van Houten
  • Liberalen wilden geen overheidsbemoeienis, maar zagen ook wel in dat er iets moest gebeuren voor de arbeiders.
  • Samuel van Houten een liberaal vond dat de regring iets moest doen, anders werden alle arbeiders socialist.
  • Kinderwet Van Houten.
  • Daarna nieuwe sociale wetten onder liberalen

Slide 2 - Tekstslide

Bescherming voor arbeiders
  • Kinderwet gold alleen voor fabrieken.
  • Maar na 1900 mochten kinderen ook niet meer op land werken.
  • 1901 ongevallenwet
  • 1919 ouderdomswet
  • 1930 eerste ziektewet

Slide 3 - Tekstslide

Betere leefomstandigheden
  • Woningwet 1901 verbetering huisvesting arbeiders
  • Stadsbesturen laten waterleidingen en rioleringen aanleggen.
  • Hygiëne beter.
  • Dalend sterftecijfer
  • Pasteur -> pasteuriseren melk/voedsel beter houdbaar
  • Robert Koch -> oorzaak tubercolose opsporen

Slide 4 - Tekstslide

Alle kinderen naar school
  • Leerplichtwet 1901 (Bijbel -> De mens leeft niet alleen van brood).
  • Ook allerarmsten hadden recht op meer dan alleen eten en drinken en een huis om in te leven.
  • Leerplichtwet 1901 kinderen verplicht naar school (van 6 - 13 jaar).

Slide 5 - Tekstslide

Bij welke politiek stroming hoorde Samuel van Houten?
A
Socialisten
B
Confessionelen
C
Liberalen
D
Communisten

Slide 6 - Quizvraag

Welke politieke stroming wilde dat de overheid voor goede uitkeringen moest zorgen?
A
Socialisten
B
Confessionelen
C
Liberalen
D
Koningsgezinden

Slide 7 - Quizvraag

Economische crisis
  • 1929 brak crisis uit in de VS
  • Crisis gevolgen voor de hele wereld.
  • Veel bedrijven failliet, massale werkloosheid
  • Bittere armoede voor werklozen.
  • Boeren, middenstanders en ondernemers werden ook zwaar getroffen door de crisis.
  • Geen extra hulp overheid (geen uitbreiding sociale wetgeving)

Slide 8 - Tekstslide

Lagere uitkeringen
  • Jaren dertig, alleen arbeiders lid vakbond hadden een werkloosheidsverzekering bij de vakbond (maar twee maanden).
  • Overheidssteun aanvragen (soort uitkering).
  • Steunbedrag lager dan werkloosheidsuitkering.
  • Alleen werknemers recht op steun overheid.
  • Winkeliers en middenstanders kregen niets.

Slide 9 - Tekstslide

Lagere uitkeringen
Regering Colijn dacht dat de crisis het best bestreden zou worden door te bezuinigen.
Uitkeringen  werden verlaagd.
Lonen ambtenaren werden verlaagd.
Gevolg: Door de bezuinigingen konden de mensen minder kopen en gingen nog meer bedrijven failliet.

Slide 10 - Tekstslide

Welke minister-president wilde de crisis oplossen door extra te bezuinigen?

Slide 11 - Open vraag

Stempelen
Werklozen moesten elke dag uren voor uitkeringsbureau staan om stempel te halen (doel stempelen: voorkomen betaald klussen).
Werklozen kregen gratis fietsplaatje met gat erin. Waren herkenbaar als werkloze.
Kinderen werklozen herkenbaar, ze droegen dezelfde kleren, gekregen van het steuncomité.

Slide 12 - Tekstslide

Werkverschaffing
Regering was bang dat langdurig werklozen het vak zouden verleren en lui zouden worden.
Werklozen daarom verplicht om mee te doen aan werkverschaffingsprojecten (anders uitkering kwijt).
Veel kanalen, parken en polders door werkverschaffing aangelegd.
Voorbeelden werkverschaffingsprojecten:
 Amsterdamse bos, Kralingse bos (Rotterdam) en Afsluitdijk.

Slide 13 - Tekstslide

Werkverschaffing
De werkverschaffing is een goed voorbeeld van overheidsingrijpen.
Politici vroegen zich af hoever de overheid moest gaan bij het bestrijden van de crisis.
Was het de plicht om arbeiders aan het werk te houden?
Was het de plicht om werklozen een goede uitkering te geven?
De meese politici vonden dat ieder toch zoveel mogelijk voor zichzelf moest zorgen in die tijd. De overheid

Slide 14 - Tekstslide

Waarom schaamden mensen zich als ze een fietsplaatje hadden met een gat erin?

Slide 15 - Open vraag