2.) H2 stoffen en hun eigenschappen paragraaf 1 stofeigenschappen

H2 stofeigenschappen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H2 stofeigenschappen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Hoe kun je zout van suiker onderscheiden?

Slide 3 - Open vraag

Hoe kun je aluminium van koper onderscheiden? (Kleur, geur, smaak, oplosbaarheid, buigbaarheid, geleiden van elektriciteit?)

Slide 4 - Open vraag

Hoe kun je zilver van staal onderscheiden? (Kleur, geur, smaak, oplosbaarheid, buigbaarheid, geleiden van elektriciteit?)

Slide 5 - Open vraag

stofeigenschappen
Alle stoffen en materialen om je heen zijn opgebouwd uit kleine deeltjes, moleculen genaamd. Zo heb je bijv. watermoleculen, zandmoleculen, ijzermoleculen en nog veel meer. Moleculen zijn de bouwstenen van een stof. 

Moleculen bevatten de stofeigenschappen van de stof die ze samen vormen.  stofeigenschappen zijn eigenschappen waaraan je een stof kunt herkennen, zoals bijvoorbeeld:
kleur (koper is rood/bruin en ijzer grijs)
geur (water is vrijwel geurloos en alcohol heeft een scherpe geur), 
smaak (suiker is zoet en citroen is zuur), 
geleiden van warmte (hout geleid geen warmte staal wel), buigzaamheid, dichtheid, etc

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

wel stofeigenschappen

enkele voorbeelden van stofeigenschappen:


kleur, geur, smaak, dichtheid, magnetisch, oplosbaarheid, brandbaarheid, buigbaar, breekbaar, doorzichtig, geleiden warmte of niet, geleiden elektriciteit of niet, etc

Slide 9 - Tekstslide

geen stofeigenschappen

enkele voorbeelden wat GEEN stofeigenschappen zijn:


massa, volume, vorm, temperatuur, etc

Slide 10 - Tekstslide

Welke van de onderstaande begrippen is GEEN stofeigenschap
A
Volume
B
Kleur
C
Dichtheid
D
Smaak

Slide 11 - Quizvraag

Welke van de onderstaande begrippen is GEEN stofeigenschap
A
magnetisch
B
Breekbaar
C
Vorm
D
Doorzichtig

Slide 12 - Quizvraag

Welke van de onderstaande begrippen is GEEN stofeigenschap
A
Geur
B
Temperatuur
C
Buigbaar
D
Geleiden van warmte

Slide 13 - Quizvraag

Welke van de onderstaande begrippen is een stofeigenschap
A
Massa
B
Temperatuur
C
Oplosbaarheid
D
Vorm

Slide 14 - Quizvraag

gevarensymbolen

pictogrammen

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Waar waarschuwt dit pictogram voor?
A
Niet mengen
B
Corrosief
C
Giftig
D
Explosief

Slide 17 - Quizvraag

Waar waarschuwt dit pictogram voor?
A
Gevaar
B
Corrosief
C
Giftig
D
Explosief

Slide 18 - Quizvraag

Waar waarschuwt dit pictogram voor?
A
Niet mengen
B
Corrosief
C
Giftig
D
Explosief

Slide 19 - Quizvraag

stoffen ordenen
Je kunt stoffen op verschillende manieren ordenen. Belangrijk is dat je stoffen met dezelfde functie of dezelfde gevarensymbolen bij elkaar zet. In de natuurkunde ordenen we stoffen in 3 groepen, namelijk voedingsmiddelen, reinigingsmiddelen en brandstoffen. Dat is handig, want voedingsmiddelen zijn niet schadelijk voor de gezondheid en hebben dus geen gevarensymbolen. voedingsmiddelen hoef je dan ook niet veilig op te bergen. reinigingsmiddelen zijn voornamelijk schadelijk voor de natuur of bij inslikken, deze moet je dus op een veilige plaats zetten waar kinderen niet bij kunnen. Brandstoffen kun je zelfs beter niet in huis bewaren, maar bijv. in de schuur. mochten ze dan vlam vatten, dan brand je huis niet af.

Slide 20 - Tekstslide

voorbeelden van voedingsmiddelen zijn bijv. natuurazijn, maizena, hagelslag, pindakaas etc.

voorbeelden van reinigingsmiddelen zijn bijv. schoonmaakazijn, spiritus, ammoniak, allesreiniger, etc

voorbeelden van brandstoffen zijn bijv. spiritus, lampolie, benzine etc.

Wanneer je twijfelt in welke groep een product thuis hoort, dan kun je deze bijv. opzoeken op google (afbeeldingen)

Slide 21 - Tekstslide

Maizena is een .......
A
Voedingsmiddel
B
Reinigingsmiddel
C
Brandstof

Slide 22 - Quizvraag

Ammoniak is een .....
A
Voedingsmiddel
B
Reinigingsmiddel
C
Brandstof

Slide 23 - Quizvraag

Spiritus is een .....
A
Voedingsmiddel
B
Reinigingsmiddel
C
Brandstof

Slide 24 - Quizvraag