Les 10 - arbeidsrecht uit dienst deel 2

Les 10 - arbeidsrecht uit dienst deel 2
Uitstroom
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 10 - arbeidsrecht uit dienst deel 2
Uitstroom

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Aan het einde van deze les...
  • Ken je het verschillende ontslag op verzoek van de werkgever
  • Weet je wat de cumulatiegrond is
  • Weet je wat de opzegtermijnen zijn
  • Weet je wat een vaststellingsovereenkomst is (wederzijds goedvinden)
  • Kun je transitievergoeding berekenen
  • Weet je welke ontslagverboden er zijn
  • Ken je de voorwaarden en rechten van de WW

Slide 2 - Tekstslide

Ontslag verzoek werkgever
  • Ontslag via het UWV
  • Ontslag via de kantonrechter
  • Ontslag op staande voet

Slide 3 - Tekstslide

Ontslag via het UWV
  • Art. 7:669 lid 3 sub a BW
  • Wanneer medewerkers ontslagen moeten worden doordat het slecht gaat met het bedrijf
  • Het gaat hier niet altijd om een reorganisatie
  • Schriftelijke toestemming van het UWV (art. 7:671a BW)
  • Medewerker heeft recht op WW-uitkering
https://www.youtube.com/watch?v=xid8dtCdJ54

Slide 4 - Tekstslide

Ontslag via de kantonrechter
  • Art. 7:669 lid 3 sub d BW: ongeschiktheid van de werknemer
  • Art. 7:669 lid 3 sub e BW: verwijtbaar handelen of nalaten (maar niet ontslag op staande voet)
  • Art. 7:669 lid 3 sub g BW: verstoorde arbeidsverhouding
  • Ontbinding door de kantonrechter (art. 7:671b BW)
  • Werkgever moet hiervoor een goed dossier hebben opgebouwd
  • Werkgever moet medewerker de gelegenheid hebben gegeven te verbeteren
  • Medewerker heeft in de meeste gevallen recht op WW-uitkering

Slide 5 - Tekstslide

Ontslag op staande voet
  • Art. 7:677 en art. 7:678 BW
  • Ontslag op staande voet
  • In wet staat wat hieronder kan vallen (art. 7:678 BW)
  • Bijvoorbeeld diefstal of geweld
  • Ontslag zonder tussenkomst van UWV of kantonrechter
  • Ontslagen medewerker kan wel in beroep bij de rechter
  • Medewerker heeft geen recht op een WW-uitkering

Slide 6 - Tekstslide

Jan Jansen werkt al tien jaar als magazijnmedewerker bij een groot logistiek bedrijf. Hij heeft een vast contract en presteert doorgaans goed. De laatste maanden merkt zijn werkgever echter dat Jan vaak te laat komt, belangrijke veiligheidsvoorschriften negeert en zich regelmatig ongepast gedraagt tegenover collega’s. Ondanks meerdere waarschuwingen en een verbetertraject, blijven de problemen bestaan. Hoe kan de werkgever de arbeidsovereenkomst ontbinden (ontslaan)?
A
Via het UWV
B
Via de kantonrechter
C
Ontslag op staande voet

Slide 7 - Quizvraag

De firma BouwPlus B.V., een middelgroot bouwbedrijf, verkeert in financiële problemen door de aanhoudende crisis in de bouwsector. Het aantal opdrachten is drastisch afgenomen, en de inkomsten dekken de bedrijfskosten niet meer. Na een uitgebreide financiële analyse besluit de directie dat het onvermijdelijk is om te reorganiseren en 20% van het personeel te ontslaan. Pieter, een timmerman met een vast contract die al zeven jaar bij BouwPlus werkt, wordt door de werkgever geselecteerd voor ontslag op basis van het afspiegelingsbeginsel.
Via waar moet de werkgever dit ontslag aanvragen?
A
Bij het UWV
B
Bij de kantonrechter
C
Ontslag op staande voet

Slide 8 - Quizvraag

Een 18-jarige vakkenvuller van een supermarkt wordt op staande voet ontslagen omdat hij kwark door de laad- en losruimte had gegooid en er vervolgens foto’s van had gemaakt. De kwarkgooier vecht zijn ontslag aan.
Heeft het ontslag stand gehouden bij de kantonrechter?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quizvraag

Wanneer een werknemer en zijn partner uit elkaar gaan blijft de hond bij hem achter. Omdat hij niet de tijd heeft om de hond dagelijks uit te laten, spreekt werknemer met zijn werkgever af dat de werkgever de kosten van de honden uitlaatservice vergoedt. De werknemer maakt helemaal geen gebruik van de uitlaatservice, maar incasseert wel lange tijd de maandelijkse vergoeding van 108 euro. Als de werkgever hier achter komt, ontslaat hij de werknemer op staande voet. Heeft het ontslag stand gehouden bij de kantonrechter?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

Een 42-jarige accountmanager startte in 2015 bij een Utrechts bedrijf en werd in 2016 verantwoordelijk voor PR en marketing. In 2018 werd hij teruggezet naar zijn oude functie, wat spanningen opleverde. Hij besloot een nieuwe baan te zoeken en hield zijn LinkedIn-profiel ingesteld op "Marketing & PR" om aantrekkelijker te zijn voor recruiters.
De werkgever, die LinkedIn zakelijk gebruikte, vroeg herhaaldelijk om aanpassing van het profiel. Na een laatste waarschuwing wijzigde de werknemer zijn functie, maar liet de headline "Marketing & PR" staan. Dit leidde in oktober 2018 tot ontslag op staande voet.
Heeft het ontslag stand gehouden bij de kantonrechter?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag

Cumulatiegrond
  • Cumulatiegrond bestaat sinds 2020 (onderdeel van Wet Werk in Balans)
  • Ook wel I-grond genoemd (art. 7:669 lid 3 sub i BW)
  • Combinatie van verschillende opzeggingen die individueel niet voldoende zijn voor ontslag (bijvoorbeeld, economisch, niet functioneren en verstoorde arbeidsrelatie)
  • Opzegging via kantonrechter
  • Medewerker heeft recht op WW-uitkering
  • Medewerker heeft recht op een hogere transitievergoeding

Slide 12 - Tekstslide

Opzegtermijn bij opzegging werkgever
  • Opzegtermijn afhankelijk van duur arbeidsovereenkomst (art. 7:672 lid 2 BW)
  • Korter dan 5 jaar: 1 maand
  • Tussen 5 en 10 jaar: 2 maanden
  • Tussen 10 en 15 jaar: 3 maanden
  • Langer dan 15 jaar: 4 maanden

Slide 13 - Tekstslide

Wederzijds goedvinden
Wederzijds goedvinden bij ontbinding van een arbeidsovereenkomst houdt in dat de werkgever en de werknemer in overleg besluiten om de arbeidsovereenkomst te beëindigen. Dit gebeurt op vrijwillige basis, zonder dat een van beide partijen een juridische procedure hoeft te starten. Het resultaat van dit overleg wordt schriftelijk vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst (art. 7:900 BW)
  • Werkgever hoeft geen ontslagprocedure te volgen
  • Werknemer heeft recht op WW-uitkering

Slide 14 - Tekstslide

Transitievergoeding
Wanneer de werkgever de arbeidsovereenkomst beëindigd, heeft de medewerker recht op een transitievergoeding (art. 7:673 BW). 1/3 maandloon voor elk jaar dat je gewerkt hebt. Bij ontslag op basis van cumulatiegrond wordt dit hoger (soms 50%)
Geen recht wanneer:
  • Ontslag op initiatief medewerker (behalve wanneer het verwijtbaar is van werkgever)
  • Ontslag op staande voet

Slide 15 - Tekstslide

Jody heeft drie tijdelijke arbeidsovereenkomsten van één jaar gehad. De arbeidsovereenkomst wordt niet verlengd naar een van onbepaalde tijd. Heeft Jody recht op transitievergoeding?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quizvraag

Jody verdiende €3500 per maand. Op hoeveel transitievergoeding heeft hij recht?

Slide 17 - Open vraag

Opzegverboden
Een opzegverbod is een wettelijke bepaling die een werkgever verbiedt om een werknemer te ontslaan in specifieke situaties.
Art. 7:670 BW

Vraag: welke opzegverboden zijn er?

Slide 18 - Tekstslide

Opzegverboden

Slide 19 - Woordweb

Melisa is zwanger en heeft een tijdelijke arbeidsovereenkomst. Haar werkgever besluit om de overeenkomst niet te verlengen. Mag dit?
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quizvraag

Mitch is ziek en zit in de Wet verbetering Poortwachter. Inmiddels is Mitch al 100 weken ziek en de aanvraag voor de WIA is ingediend. Mag zijn werkgever hem ontslaan en wanneer zou dat dan mogen?

Slide 21 - Open vraag

Werkloosheidswet
De Werkloosheidswet (WW) is een Nederlandse sociale verzekeringswet die een tijdelijke uitkering biedt aan werknemers die hun baan onvrijwillig verliezen en daardoor werkloos worden.
Voorwaarden WW
  • Niet verwijtbaar werkloos
  • Minimaal vijf uren verliezen (of de helft)
  • Verzekerd voor werkloosheid (arbeidsovereenkomst)
  • Weken-eis (26 weken in 36 weken hebben gewerkt)
  • Beschikbaar voor werk

Slide 22 - Tekstslide

Tilly heeft vijf jaar gewerkt bij een kledingwinkel. Ze ziet het niet meer zitten en neemt ontslag. Heeft Tilly recht op een WW-uitkering? Leg uit waarom.

Slide 23 - Open vraag

Werkloosheidswet
Rechten WW
  • Minimaal 3 maanden, maximaal 24 maanden
  • Aantal maanden gebaseerd op jaren-eis (4 jaar gewerkt in 5 jaar)
  • Eerste 2 maanden 75%, daarna 70% laatst verdiende loon

Slide 24 - Tekstslide

Jody uit een van de eerdere vragen (drie tijdelijke contracten van een jaar) vraagt een WW-uitkering aan. Hiervoor heeft hij nog niet eerder gewerkt. Op hoeveel maanden WW heeft hij recht?

Slide 25 - Open vraag

Werkloosheidswet
Plichten WW
  • Vier sollicitatieactiviteiten in vier weken
  • Geschikte arbeid accepteren
  • Wijzigingen doorgeven bij het UWV
  • Meewerken aan re-integratie

Slide 26 - Tekstslide

Volgende les
Gastles en examentraining
Neem mee:
  • Je brief en cv (voor de gastles)
  • Wettenbundel I
  • Kleine gids sociale zekerheid

Slide 27 - Tekstslide