H.S. 2ème classe, révision grammaire chapitres 5 et 6

R
É
V
I
S
I
O
N
       Grammaire:
Chapitres 5 et 6
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

R
É
V
I
S
I
O
N
       Grammaire:
Chapitres 5 et 6

Slide 1 - Tekstslide

Welke taalregels ken je uit
chapitres 5 en 6?
timer
0:30

Slide 2 - Open vraag

1) Le verbe  "Voir"
2)  Regelmatige ww. op "-ir", (exemple: grandir)
3) Het aanwijzend voornaamwoord

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Tekstslide

P. 137, du livre de textes

Slide 6 - Tekstslide

Vous êtes prêts ?
Nu volgen een paar vragen om te kijken of je het begrepen hebt.
Bonne chance !

Slide 7 - Tekstslide

Kies de juiste vorm:
Ma mère (voit) mon frère
timer
0:20
A
vertes
B
verte
C
vert
D
verts

Slide 8 - Quizvraag

Kies de juiste vorm:
Olivier et Marc sont (frans)
timer
0:20
A
français
B
française
C
françaiss
D
françaises

Slide 9 - Quizvraag

Kies de juiste vorm:
Les .........sacs (nieuw)
timer
0:20
A
nouveau
B
nouvelles
C
nouvelle
D
nouveaux

Slide 10 - Quizvraag

Welke zin is goed geschreven?
timer
0:20
A
Un garçon drôle
B
Un garçon drôlee
C
Un garçon drôles
D
Un garçon drôlees

Slide 11 - Quizvraag

Welke zin is goed geschreven?
timer
0:20
A
La chaise bleu
B
La chaise bleue
C
La chaise bleus
D
La chaise bleues

Slide 12 - Quizvraag

NL
Mnl.ev.
Vrl.ev.
Mnl.mv
Vrl.mv
Mooi

Oud

Nieuw
Beau
Vieilles
Nouveaux
Belles
Vieille

Slide 13 - Sleepvraag

Maintenant:
2)     Regelmatige werkwoorden op " -re" 
exemple: attendre

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Regelmatige ww op -re
Veel werkwoorden in het Frans eindigen op -re
Bijvoorbeeld:
  • attendre (wachten)
  • descendre (naar beneden gaan, uitstappen)
  • entendre (horen)
  • répondre (antwoorden)
  • vendre (verkopen)
  • rendre (teruggeven)
  • perdre (verliezen)

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Welk vorm is goed?

attendre - j'
timer
0:20
A
j'attende
B
j'attendis
C
j'attends
D
j'attendre

Slide 18 - Quizvraag

Welk vorm is goed?

perdre - tu
timer
0:20
A
tu perdes
B
tu perdis
C
tu perds
D
tu perdu

Slide 19 - Quizvraag

Vertaal?

Zij verkopen
timer
0:20
A
ils vendre
B
ils vendons
C
il vend
D
ils vendent

Slide 20 - Quizvraag

Vertaal

U antwoordt
timer
0:20
A
vous répondons
B
vous répondissez
C
vous répondrez
D
vous répondez

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

4)

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

_____ livre [mannelijk]
timer
0:15
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 28 - Quizvraag

garçons
timer
0:15
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 29 - Quizvraag

_______ émission (v)
timer
0:15
A
cet
B
cette
C
ces
D
ce

Slide 30 - Quizvraag

chanteuses
timer
0:15
A
ce
B
ces
C
cette
D
cet

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Video

Slide 33 - Tekstslide

na een ontkenning of een hoeveelheid krijg je ...... of ............

Slide 34 - Woordweb

wanneer krijg je weer een gewoon lidwoord?
timer
0:25
A
na een hoeveelheid
B
na een werkwoord met een gevoel
C
na een komma
D
in de zomer

Slide 35 - Quizvraag

je mange .......... frites

Slide 36 - Woordweb

je mange 3 kilos ...........frites

Slide 37 - Woordweb

je ne mange pas ............. frites

Slide 38 - Woordweb

j'adore .......... frites!

Slide 39 - Woordweb

Slide 40 - Tekstslide

Wat zijn aanwijzende voornaamwoorden in het Frans?
A
mon/ma/mes
B
le/la/les
C
ce/cet/cette/ces
D
un/une/des

Slide 41 - Quizvraag


(deze) ______ photos
A
Ce
B
Cette
C
Ces
D
Cet

Slide 42 - Quizvraag

verbes réguliers présent

 
PARLER 
Je parl
Tu parl es 
Il parl
Elle parl
On parl
Nous parl ons 
Vous parl ez 
Ils parl ent 
Elles parl ent 

J'ai parl é

VENDRE 
Je vend
Tu vend s 
Il vend 
Elle vend 
On vend 
Nous vend ons 
Vous vend ez 
Ils vend ent 
Elles vend ent

J' ai vend u
FINIR
Je fini
Tu fini s 
Il fini 
Elle fini t 
On fini 
Nous fini ssons 
Vous fini ssez 
Ils fini ssent
Elles fini ssent 

J'ai fin i

Slide 43 - Tekstslide

Les verbes réguliers 
Er zijn 3 groepen regelmatige werkwoorden:
verbes en -er
verbes en -re
verbes en -ir

Slide 44 - Tekstslide

verbes réguliers passé composé
De passé composé bestaat altijd uit twee onderdelen:
1  Een vorm van avoir of être (het hulpwerkwoord)
2  Het voltooid deelwoord

Het voltooid deelwoord van de ww op –er eindigt op - é
 
J’ai parlé
Het voltooid deelwoord van de ww op –re eindigt op -u
   
J’ai vendu
Het voltooid deelwoord van de ww op –ir eindigt op  -i
    
J’ai fin

 Om de passé composé te maken moet je goed
de hulpwerkwoorden 
AVOIR en ÊTRE kennen!!

Slide 45 - Tekstslide

e
ons
e
es
ez
ent
Nous + stam-
Vous + stam-
Ils + stam-
Je + stam-
Tu + stam-
Il + stam-

Slide 46 - Sleepvraag

Het werkwoord remplir in de tegenwoordige tijd. Combineer de juiste vormen.
Je
Tu
Il/Elle/On
Nous

Vous
Ils/Elles
remplis
remplissent
remplit
remplissez
remplissons
remplis

Slide 47 - Sleepvraag