Grammatica woordsoorten 2: lw, zn, bn

Doelen
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Doelen

Slide 1 - Tekstslide

Hoeveel woordsoorten ken je al?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Video

Waar hoort het benoemen van woordsoorten bij?
A
Taalkundig ontleden
B
Redekundig ontleden

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een lidwoord?

Slide 5 - Open vraag

Wat is een zelfstandig naamwoord?

Slide 6 - Open vraag

Hoe herken je een zelfstandig naamwoord?

Slide 7 - Open vraag

Het Nederlandse volk gaat steeds vaker op vakantie in België.
gaat is:
A
Lw
B
ww
C
bn
D
zn

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

Slide 9 - Open vraag

Hoe herken je een bn?

Slide 10 - Open vraag

Het Nederlandse volk gaat steeds vaker op vakantie in België.
Nederlandse is:
A
Lw
B
ww
C
bn
D
zn

Slide 11 - Quizvraag

woordsoorten:
Het Nederlandse volk gaat steeds vaker op vakantie in België.
België is:
A
bw
B
ww
C
bn
D
zn

Slide 12 - Quizvraag

Wat weet je al van een vragend voornaamwoord?

Slide 13 - Open vraag

Wat is het vragend voornaamwoord in deze zin?
Waar liggen mijn boeken toch?
A
boeken
B
toch
C
liggen
D
waar

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Doelen
- je weet welke soorten werkwoorden er zijn.
- je kunt zelfstandige werkwoorden in een
  zin benoemen.
- je kunt hulpwerkwoorden in een zin
  benoemen.



Slide 16 - Tekstslide

Ik weet welke soorten werkwoorden er zijn.
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quizvraag

Ik kan zelfstandige werkwoorden in een zin benoemen.
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quizvraag

Ik kan hulpwerkwoorden in een zin benoemen.
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide