voor SET B - van thema 4 ordening (alleen 4.2 en 4.6 doen!) daarna herhaling thema 2

Startopdrachtvan 4.2;
Teken de afbeeldingen 
over met de onderdelen 
erbij. 
timer
10:00
Salahedin naar bureau komen i.v.m. PW inhalen!
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Startopdrachtvan 4.2;
Teken de afbeeldingen 
over met de onderdelen 
erbij. 
timer
10:00
Salahedin naar bureau komen i.v.m. PW inhalen!

Slide 1 - Tekstslide

chromebook en boeken dicht op tafel!
timer
0:20

Slide 2 - Tekstslide

planning=
  • doornemen 4.2 + 4.6
  • opdrachten maken 
  • doornemen thema 2
  • opdrachten maken

Slide 3 - Tekstslide

4.2 Organismen ordenen 

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen 4.2
  1. Ik kan organismen indelen door te kijken naar gemeenschappelijke kenmerken.
  2. Ik kan de kenmerken noemen van de cellen van bacteriën, schimmels, planten en dieren. 

Slide 5 - Tekstslide

Twee hoofdgroepen
Prokaryoten
Eukaryoten

Slide 6 - Tekstslide

Indelen op basis van kenmerken;



Prokaryoten; hebben geen celkern EN altijd eencellig. 
Bacteriën zijn prokaryoten. 
Eukaryoten; hebben wel een celkern en kunnen een- of meercellig zijn. Schimmels, planten en dieren zijn eukaryoten. 

Slide 7 - Tekstslide

Welke kenmerken????
Bij de indeling van organismen kijken 
biologen naar de kenmerken die verschillen:
  • aantal cellen
  • aanwezigheid van celkernen
  • aanwezigheid van celwanden
  • aanwezigheid van bladgroenkorrels
  • relatieve grootte

Slide 8 - Tekstslide

Celkenmerken
  • Op basis van celkenmerken 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Aantal cellen
Bacteriën zijn eencellig. Ze bestaan maar uit 1 cel.

Ook schimmels, planten en dieren kunnen eencellig zijn, zoals gist, boomalg en het pantoffeldiertje. 

Slide 11 - Tekstslide

De cellen van organismen verschillen in grootte. 
Een bacteriecel is veel kleiner dan de meeste cellen van schimmels, planten en dieren. Daarom heb je een elektronenmicroscoop nodig om bacteriën 
goed te kunnen zien. 

De grootte in verhouding tot de cellen van 
andere organismen noem je relatieve grootte. 

Slide 12 - Tekstslide

Indeling van organismen in steeds kleinere groepen
Door te kijken naar gemeenschappelijke kenmerken kun je organismen verder indelen in steeds kleinere groepen. 

Slide 13 - Tekstslide

Ga ONLINE aan de slag met
thema 4 - basisstof 4.2 - de TEST JEZELF
timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

Open boek 3A op blz. 282
Lees STIL blz. 282 (+bekijk 283)
timer
5:00

Slide 15 - Tekstslide

Ga ONLINE aan de slag met
thema 4 - basisstof 4.6 - de TEST JEZELF
timer
10:00
timer
5:00

Slide 16 - Tekstslide

chromebook en boeken dicht op tafel!
timer
0:20

Slide 17 - Tekstslide

 thema 2
Open boek 3A op blz. 149
Lees blz. 149 t/m 158 door 
noteer of markeer wat je nog moeilijk vindt!


timer
15:00

Slide 18 - Tekstslide

Willen jullie verder te werken aan de TEST JEZELF´s van thema 2???
timer
15:00

Slide 19 - Tekstslide