hoofdstuk 5 bijwerken

Wat gaan we doen?

Vragen stellen
Opdrachten bijwerken en nakijken!
Test jezelf maken

Volgende les is leesuur!!! Neem iets te lezen mee!!
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?

Vragen stellen
Opdrachten bijwerken en nakijken!
Test jezelf maken

Volgende les is leesuur!!! Neem iets te lezen mee!!

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
Wat moet je kennen en kunnen:
- Je kunt de vergroting van een figuur tekenen ( hoe ziet een figuur eruit als je het vergroot met een bepaalde factor (zoveel keer zo groot maakt)
- Je kunt rekenen met de factor van een vergroting (is een figuur een vergroting ja of nee)
- Je kunt de factor van een vergroting berekenen.
- Je kunt aan de vergroting zien of de factor groter dan 1 is of tussen 0 en 1 ligt.
- Je kunt de onbekende maten bij een vergroting berekenen
- Je kunt schaalberekeningen uitvoeren met een pijlenketting
- Je kunt de schaal van een tekening berekenen. 

Slide 2 - Tekstslide

Vergroten 
  • Alle lengten worden met hetzelfde getal vermenigvuldigt. 
  • Vorm van het figuur blijft hetzelfde 
  • De hoeken blijven even groot bij vergroten. 

Slide 3 - Tekstslide

Uitleg factor

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

0

Slide 8 - Video

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Het origineel is 21,6 cm breed. De vergroting is 54 cm breed. Wat is de vergrotingsfactor?
A
x25
B
x2,5
C
x0,4
D
x4

Slide 11 - Quizvraag

De foto is 10 bij 15 cm. De vergrotingsfactor is 3,5. Wat worden de maten van de vergroting?
A
35 bij 45 cm.
B
35 bij 52,5 cm.
C
30 bij 52,5 cm.
D
30 bij 45 cm.

Slide 12 - Quizvraag

De vergrotingsfactor is 0,8. De vergroting wordt...
A
kleiner
B
blijft hetzelfde
C
groter
D
breder

Slide 13 - Quizvraag

De vergrotingsfactor is 1,0. De vergroting wordt..
A
groter
B
blijft hetzelfde
C
kleiner
D
breder

Slide 14 - Quizvraag

De schaal is 1:120.
een modelauto is 6 cm lang. Hoeveel meter is de auto in werkelijkheid?
A
7200
B
72000
C
72
D
7,2

Slide 15 - Quizvraag

Het modelvliegtuig is 4,5 cm hoog. In werkelijkheid is hij 9 meter. Bereken de schaal.
A
1:20
B
1:2000
C
1:2
D
1:200

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide