Creatief schrijven

Creatief schrijven
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Creatief schrijven

Slide 1 - Tekstslide

Plan voor de middag
12:00u - 12:05uur start masterclass
12:05u - 12:30u warmdraaien
12:30u - 13:15u magische spreuken + inspiratiekoekje en Wicky 
13:15u - 13:40u Pauze
13:40u - 14:15u modern sprookje
14:15u - 15:00u uitwerken modern sprookje

Slide 2 - Tekstslide

Warmdraaien
beeldspraak: 
vergelijking - mijn hoofd voelt zo licht als een veertje. Ik heb alleen maar mooie gedachten als ik in mijn kamer ben. Ik maak me geen zorgen en alles is ok.  
personificatie - als ik in mijn kamer ben, dan hoor ik de boom naast mijn raam dansen met haar armen in de wind. Haar takken tikken zachtjes tegen het raam en sussen mij in slaap. 

Slide 3 - Tekstslide

Magische spreuk of bezwering

​LEZEN: SPREUK 'STEEK JE STRESS IN DE ZAK'​
​OPDRACHT: SCHRIJF ZELF OF SAMEN MET IEMAND EEN MAGISCHE SPREUK OF ​
                 BEZWERINGSFORMULE​
​- SCHRIJF OP WAARVOOR JOUW SPREUK OF BEZWERING DIENT​
- SCHRIJF OP WAT JE NODIG HEBT VOOR DE SPREUK OF BEZWERING = ​
  BENODIGHEDEN EN INGREDIËNTEN​
- SCHRIJF EEN STAPPENPLAN OF WERKWIJZE OP VOOR DE SPREUK OF ​
  BEZWERING = HOE MAAK JE HET DRANKJE? OF PAPJE? OF WELKE SPREUK ​
                      GEBRUIK JE TERWIJL JE BEZIG BENT? ​

​DENK AAN DETAILS. IEDERE MISSTAP KAN GROTE GEVOLGEN HEBBEN VOOR DE MAKER VAN HET BROUWSEL. ​
​ALS JE TIJD OVER HEBT, KUN JE JOUW SPREUK OF BEZWERING AFMAKEN EN/ OF VERDUIDELIJKEN MET PLAATJES, TEKENS EN TEKENINGEN. 















Slide 4 - Tekstslide

Creatief schrijven 

Slide 5 - Tekstslide

Pauze

Slide 6 - Tekstslide


Modern sprookje schrijven

Slide 7 - Tekstslide

Lesdoel:
Ik kan een modern sprookje schrijven. 
Ik kan een sprookje aanpassen naar deze tijd.
Ik gebruik de juiste spelling, hoofdletters en punten. 

Slide 8 - Tekstslide

Alle sprookjes hebben een wijze les (een moraal) 

Slide 9 - Tekstslide

Roodkapje
In de meeste gevallen gaat het in sprookjes om het verschil tussen goed en kwaad. De moraal in bijvoorbeeld het sprookje Roodkapje is dat je vooral goed moet luisteren naar je ouders en vooral niet iedereen moet vertrouwen. 

Slide 10 - Tekstslide

Repelsteeltje
Een andere belangrijke moraal is dat je niet mag liegen. Neem bijvoorbeeld het sprookje Repelsteeltje. Daarin liegt de molenaar dat zijn dochter stro in goud kan laten veranderen. Hiervoor wordt zijn dochter gestraft door haar net zo lang in een torenkamertje op te sluiten totdat zij dit gedaan heeft.

Slide 11 - Tekstslide

Zij leefden nog lang en gelukkig
De positieve boodschap van vrijwel elk sprookje "zij leefden nog lang en gelukkig" gaf je het idee dat het allemaal goed afliep. Dit moest je ook vertrouwen geven in het werkelijke leven. Er zullen hindernissen op je pad komen maar als je goed je best doet, dan kun je deze overwinnen.

Slide 12 - Tekstslide

Creatief schrijven

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht:
Het is de bedoeling dat je het sprookje gaat veranderen, zodat het een sprookje van nu wordt, een modern sprookje.

Bijvoorbeeld: dat Hans en Grietje niet verdwalen in het bos maar in de stad. En ze komen geen huisje van snoep tegen maar bijvoorbeeld een kermis.

Slide 14 - Tekstslide

Jullie hebben al:
- Een sprookje gekozen
- kenmerken van het sprookje opgeschreven
- deze kenmerken gemoderniseerd ( denk aan het schema van vorige week )

Vandaag gaan jullie verder met het uitwerken van jullie moderne sprookje.

Slide 15 - Tekstslide

Schrijven
Schrijven aan de hand van een schrijfplan:
Wie? Over wie gaat het?
Wat? Wat gebeurt er met deze persoon / personen? 
Waar? Waar speelt het zich af?
Wanneer? Wanneer speelt het zich af? 
Waarom? Waarom gebeurt het? 
Hoe? Hoe gebeurt het?

Slide 16 - Tekstslide

Moraal in jouw verhaal
Denk na over het moraal in jouw sprookje. Kan je dit misschien nog wat moderniseren? 
Schrijf jouw verhaal op en verwerk dit straks in jouw verhaal.

Slide 17 - Tekstslide

Stappenplan

Slide 18 - Tekstslide

Stap 1
1: Je neemt het bestaande sprookje en gaat dat veranderen. Schrijf de dingen op die je wilt veranderen. Zoals het snoephuisje uit Hans en Grietje of de appel van Sneeuwwitje.

2: Je hoeft nog niets nieuws te verzinnen. Je kiest wel minimaal 10 dingen die je gaat veranderen.

Slide 19 - Tekstslide

Stap 2
1: Bedenk nieuwe woorden voor de dingen die je gaat veranderen, zoals een nieuwe auto (Ferrari) in plaats van een paard.

2: Denk na over spullen die ze vroeger nog niet hadden of die je nooit in sprookjes leest. Denk bijvoorbeeld aan: 
Auto's, treinen; robots, ruimteschepen, computers, telefoons, speelgoed en beroepen. Zo zijn er nog veel meer dingen, gebruik je fantasie!

Slide 20 - Tekstslide

Stap 3
Nu mag je het sprookje gaan veranderen. 

1. Je gaat het sprookje opnieuw schrijven. 
2. Je sprookje heeft minimaal 750 woorden.
3. De wijze les zit in jouw sprookje 
(het begint met: Er was eens...; het eindigt met: ...en ze leefden nog lang en gelukkig; er is een goede en een slechte hoofdpersoon; het verhaal is eenvoudig en in de directe rede geschreven)


Slide 21 - Tekstslide

Stap 4
1: Als het goed is, is je sprookje nu klaar. Je gaat kijken of er geen fouten meer instaan. Heb je hoofdletters en punten gebruikt? Zijn de woorden goed geschreven? Zijn de zinnen begrijpelijk? Zijn de zinnen kort?

2: Wanneer je dit gedaan hebt, mag je weer kiezen uit 2 dingen:
  • Je print je verhaal uit en maakt er een mooie tekening bij
  • Je gaat op internet plaatjes zoeken, plakt ze bij je verhaal en print het uit.

Slide 22 - Tekstslide

The end

Slide 23 - Tekstslide