1. Sinterklaas is hetzelfde als kerst. niet waar
2. Sinterklaas komt met de boot. waar
3. Een ander woord voor cadeautje is pakje. waar
4. Sint en Piet lopen op het dak. waar
5. Wat staat er in het Grote boek van Sinterklaas?
De namen van alle kinderen.
6. Hoe heten de mensen die Sinterklaas helpen?
Piet.
7. Wat zit er in de zak van Sinterklaas?
Cadeautjes/Pakjes ; snoep.
8. Wat doen de kinderen in de schoen? Een wortel.