H5.1 tm H5.3 Rechthoekige driehoeken en Pythagoras

Voorkennis + H5.1 t/m 5.3
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Voorkennis + H5.1 t/m 5.3

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H5 Wat gaan we doen?
1. beetje kennis ophalen over rechte driehoeken
2. doel: wat weet je nog?
3. theorie rechte driehoeken
4. oefenen
5. zelf bezig

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorkennis rechte dreihoek
  • begrippen
  • kwadraat
  • wortel
  • assenstelsel
  • kenmerken gelijkbenige en rechte driehoek?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel:

Je leert de zijde in een rechthoekige driehoek te onderscheiden in:
- de schuine zijde is en 
- de korte zijden of te wel rechthoekszijden zijn

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

KWADRATEN
KWADRATEREN

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

(64+4)3(153+575)=
Bereken met je rekenmachine

Slide 8 - Woordweb

1000
Wat is het kwadraat van -6?
A
36
B
-36
C
bestaat niet

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het kwadraat van 8?
Zoek alle kwadraten met een uitkomst onder de 200
A
16
B
64
C
80
D
88

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De wortel van 16 = 4
De wortel van 9 = 3
De wortel van 25 = .....
A
1
B
5
C
3
D
7

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De wortel van 49 is...
A
7
B
24,5
C
13
D
2

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wortel van 144 =
A
11
B
12
C
13
D
14

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een wortel is
A
Hetzelfde als een kwadraat²
B
Het tegenovergestelde van een kwadraat²
C
Hetzelfde als een macht
D
Een oranje groente

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zijden rechthoekige driehoek


de schuine zijde ligt altijd tegenover de rechte hoek

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf de schuine zijden en rechte zijde
op een papier. (op de volgende slide)
Schrijf op: welke zijde van deze driehoeken is de schuine zijde?
timer
1:00

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf de schuine zijden en rechte zijde
op een papier.

Slide 17 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

De lange zijde van
een rechthoekige
driehoek?
A
ligt naast de rechte hoek
B
is altijd blauw
C
ligt tegenover de rechte hoek
D
is altijd AC

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke zijde is
de schuine zijde?
A
KM
B
KT
C
ML
D
KL

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke zijden zijn
de rechthoekszijden?
Of te wel: Welke zijden zijn
de korte zijden?
A
KM en LM
B
LM en KL
C
KM en KL
D
Geen

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Assenstelsel:

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk coördinaat is B?
A
(-3, 2)
B
(2,3)
C
(3,2)
D
(-2,-3)

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

We maken nu?
blz 8/9: V1, V2, V7     zelfstandig 10 minuten

blz. 10: 1, 3, 5, 6 en 8  samen 20 minuten


timer
10:00
timer
15:00

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je geleerd?
Je weet de zijde in een rechthoekige driehoek te onderscheiden in:
- de schuine zijde is en
- de korte zijden of te wel rechthoekszijden zijn

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.1

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H5.1 Wat gaan we doen?
1. vorige les: waar moet de driehoek van Pythagoras aan voldoen
2. doel    Pythagoras langste zijde berekenen


Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Zijden rechthoekige driehoek

de schuine C zijde ligt altijd tegenover de rechte hoek

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exit vraag:
Wortel van zijde CB?
6,4
A
25
B
16
C
Dat kan je niet weten
D
41

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Exit vraag: 
Wat is een kenmerk van een rechthoekige driehoek?

Slide 30 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
1.H5.2
2. doel
3. theorie
4. oefenen
5. zelf bezig

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel:

Je leert
- stappenplan om met Pythagoras
- welke de korte zijden of te wel rechthoekszijde zijn
- rekenen met Pythagoras

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zijden berekenen met de stelling van Pythagoras 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pythagoras
Standbeeld
in haven van Samos
Πυθαγόρας van Samos
ca. 570 v.Chr. - ca. 500 v.Chr.)

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken rechthoekige driehoek
- rechte hoek (hoek B = 90°)
- 2 rechthoekszijden (zijden AB en BC)
- 1 langste zijde (zijde AC)

          De langste zijde ligt tegenover de rechte hoek
             
lange zijde

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pythagoras
De  Stelling
van  Pythagoras
RHZ / KZ 1= a
RHZ / KZ 2= b
LZ              = c


Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De Stelling van Pythagoras;
meten en weten...


  • Alleen toepasbaar bij een rechthoekige driehoek
  • Er zijn twee rechthoekszijden (kz) en een langste zijde (lz)
  • De langste zijde en rechthoekszijden(korte zijden) kunnen uitrekenen
  • Controleren of een driehoek rechthoekig is

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1)  Lees de tekst 2 keer
2)  Maak schets en zet alle maten in.
3)  Zet KZ en LZ in je schets.
3)  Zet een vraagteken bij de zijde die je wilt weten
4)  Maak en vul het schema in.
5)  Reken de gevraagde zijde uit
6)  Controleer of kz2 + kz2 = lz2
STAPPEN PYTHAGORAS

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is het een rechthoekige driehoek?
Is ABC een rechthoekige driehoek?
  zijde                 z2
AC =   9         AC2 =  ...
BC = 12         BC2 =  ...         
AB =   ?          AB2 =  ...
_________+
_____________

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe hoog is de vlieger?
(Gebruik Pythagoras)
A
6
B
18
C
600
D
576

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat moet de stelling van Pythagoras altijd hebben?
A
2 gelijke zijde en een schuine.
B
een hoek groter dan 90 graden.
C
een hoek van 90 graden.
D
dat het oppervlakte van lange zijde gelijk is aan de opp van schijne zijde met korte zijde

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe lang is AC?
(Gebruik Pythagoras)
A
5.29
B
23,53
C
22,44
D
28

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


De stelling van Pythagoras is ...
A
AB²+AC²=BC²
B
BC²+ AC² = AB²
C
AB²+BC²=AC²
D
Geen idee

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Video

Deze slide heeft geen instructies


Ik snap de stelling van Pythagoras!
A
Ja, helemaal
B
Ja, ik geloof het wel
C
Nog niet helemaal
D
Nog helemaal niet

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je weet

- stappenplan om met Pythagoras
- welke de korte zijden of te wel rechthoekszijde zijn
- rekenen met Pythagoras

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H5.3

                     1


timer
20:00

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 49 - Video

Deze slide heeft geen instructies

BC in kwadraat = 16
AC in kwadraat = 25

Bereken AB in het kwadraat
A
4 + 5 = 9
B
25-16 = 9
C
Dat kan je niet weten
D
16 + 25 = 41

Slide 50 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 51 - Video

Deze slide heeft geen instructies