Glucose in urine en serum

Glucose behoort tot de koolhydraten. Welke 2 andere macronutriënten zijn er naast de koolhydraten.
A
Mineralen en vetten
B
Vitamine en mineralen
C
Eiwitten en vetten
D
Vetten en mineralen
1 / 27
volgende
Slide 1: Quizvraag
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Glucose behoort tot de koolhydraten. Welke 2 andere macronutriënten zijn er naast de koolhydraten.
A
Mineralen en vetten
B
Vitamine en mineralen
C
Eiwitten en vetten
D
Vetten en mineralen

Slide 1 - Quizvraag

Verteerd door lichaamsenzymen
Niet verteerd door lichaamsenzymen
Vetten
Eiwitten
mono- en dissachariden
fermenteerbare voedingsvezels
niet- fermenteerbare voedingsvezels
Zetmeel

Slide 2 - Sleepvraag

Wat is het verschil tussen fermenteerbare en niet fermenteerbare koolhydraten?

Slide 3 - Open vraag

Glucose behoort tot de...
A
Fermenteerbare koolhydraten
B
monosacchariden
C
disachariden
D
niet-fermenteerbare koolhydraten

Slide 4 - Quizvraag

Tot welke monosaccharide kan zetmeel afgebroken worden?
A
fructose
B
galactose
C
glucose
D
geen van bovenstaande

Slide 5 - Quizvraag

Welke 2 enzymen zijn essentieel voor de afbraak van zetmeel tot glucose?

Slide 6 - Open vraag

Wat is een ander woord voor pancreas
A
lever
B
maag
C
darm
D
alvleesklier

Slide 7 - Quizvraag

In de pancreas bevinden zich de eilandjes van

Slide 8 - Open vraag

Zoek een afbeelding van deze eilandjes

Slide 9 - Open vraag

Welke twee cellen zijn belangrijk voor de glucose homeostase?
A
alpha en bèta cellen
B
alpha en gamma cellen
C
bèta en gamma cellen
D
delta en gamma cellen

Slide 10 - Quizvraag

Insuline
Glucagon

Productie  door de bèta cellen
Productie door de alpha cellen
Productie wanneer bloedglucosespiegel stijgt
Productie  wanneer bloedglucosespiegel daalt
stimuleert glucose opname door de cellen
stimuleert glycogeen afbraak in de lever

Slide 11 - Sleepvraag

Wat is de functie van insuline?

Slide 12 - Open vraag

Wanneer stijgt de insuline productie?
A
Juist na het eten
B
In nuchtere toestand
C
Bij vasten
D
Tijdens het slapen

Slide 13 - Quizvraag

In welke vorm wordt glucose opgeslagen in de lever en spieren?

Slide 14 - Open vraag

Bij langdurig sporten wordt eerst glycogeen/glucose aangesproken en vervolgens de ...
A
vetten
B
eiwitten
C
nucleinezuren
D
ketonen

Slide 15 - Quizvraag

Bij gebrek aan glucose zal het lichaam vetten gaan afbreken voor energie. Welk bijproduct wordt hierbij gevormd?
A
ketonzuren
B
urinezuren
C
nucleïnezuren
D
bicarbonaat

Slide 16 - Quizvraag

Welke bouwstoffen worden aangesproken bij langdurig vasten en verhongering?

Slide 17 - Open vraag

Hoe heet de ziekte waarbij insuline niet meer geproduceerd wordt ten gevolge van een auto-immuunziekte?
A
Diabetes mellitus type 2
B
zwangerschapsdiabetes
C
Insulineresistentie
D
Diabetes mellitus type 1

Slide 18 - Quizvraag

auto-immuunziekten

Slide 19 - Woordweb

Leg uit wat insulineresistentie is...

Slide 20 - Open vraag

Wat is het gevolg van Insulineresistentie
A
hyperglycemie
B
hypoglycemie
C
hyperglycemie en overprocuctie insuline
D
hypoglycemie en overproductie insuline

Slide 21 - Quizvraag

Wat is het gevolg van chronische insuline resistentie

Slide 22 - Open vraag

Diabetes mellitus type 2 is een gevolg van de volgende factor(en):
A
genen
B
gewicht
C
omgevingsfactoren
D
voedingspatroon

Slide 23 - Quizvraag

Hoe heet de derde vorm van diabetes?

Slide 24 - Open vraag

In de praktijk testen jullie bloedmonsters van nuchter patiënten. Hoeveel zou het bloedglucosegehalte moeten bedragen?

Slide 25 - Open vraag

Wat kun je concluderen als je een bloedglucosegehalte van 11 mmol/l vindt?
A
hyperglycemie
B
hypoglycemie
C
diabetes
D
ziek

Slide 26 - Quizvraag

Je vindt glucose in de urine. Wat betekent dit?

Slide 27 - Open vraag