2BK H3.3

Hoofdstuk 3: Wat mag wel en wat mag niet?
3.3 Hoe zijn rechten en plichten geregeld? 
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3: Wat mag wel en wat mag niet?
3.3 Hoe zijn rechten en plichten geregeld? 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Bataafse revolutie
In 1795 vluchtte Willem V uit Nederland en de patriotten namen het bestuur in Nederland over, ze noemden Nederland de Bataafse Republiek. 
Er was geen koning meer die zelf bepaalde wat de wetten en regels waren. Dit ging de volksvertegenwoordiging/ het parlement nu doen. 

Slide 2 - Tekstslide

We zijn de vorige les geëindigd bij de Bataafse Revolutie. De volksvertegenwoordiging kreeg het voor het zeggen. De eerste grondwet werd gemaakt.  
De grondwet
De eerste grondwet werd gemaakt in 1798, kort na de Bataafse Revolutie. 
In een grondwet staan: 
  1. De belangrijkste rechten en plichten van burgers. 
  2. Hoe het land bestuurd wordt. 

 Uitgangspunt was de gelijkheid van alle burgers, ongeacht geboorte, bezitting, geslacht of godsdienst.

Door deze grondwet werd Nederland een rechtstaat. In zo'n staat moet iedereen, de burgers én de overheid, zich aan de regels houden. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De grondwet
Als burgers het niet met elkaar of de overheid eens zijn, kunnen ze naar de rechter gaan. 
Maar je mag ook actie voeren als je het ergens niet mee eens bent: een demonstratie. 
Tijdens een demonstratie mag je geen  wetten en regels overtreden. 

Je maakt dan gebruik van een recht in onze grondwet, deze rechten heten grondrechten.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Laat leerlingen vooral letten op de verschillende soorten grondrechten. 
Wat van grondrechten zijn er?

Slide 6 - Woordweb

  • Klassieke: vrijheid van meningsuiting, vrijheid van drukpers, vrijheid van godsdienst. 
  • Sociale: zorgen voor werkgelegenheid, sociale zekerheid en onderwijs. 
  • Gelijkheid: discriminatie verbod
  • Participatie: meedoen aan het politieke proces = stemmen of meedoen .
Zet de revoluties en gebeurtenissen in de juiste volgorde: van oud naar jonger. 
1789
1792
1804
1795
1806
1798
De Franse Revolutie
Onthoofding Lodewijk XVI
Napoleon Bonaparte wordt keizer.
De patriotten namen het bestuur over. 
Nederland hoort bij Frankrijk. 
Eerste grondwet in Nederland.

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Koninkrijk der Nederlanden. 
In 1814 werd Napoleon verslagen, het Franse bestuur en het Franse leger verlieten Nederland. 
De zoon van stadhouder Willem V kwam terug naar Nederland. Hij werd de eerste koning van het koninkrijk der Nederlanden: koning Willem I
De Bataafse Republiek werd weer een koninkrijk en Willem I werd staatshoofd en regeringsleider. Hij koos zelf wie in de volksvertegenwoordiging/ het parlement kwam. 
Hierdoor had koning Willem I veel macht. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koningen in Nederland

Slide 10 - Tekstslide

Wilhelmina was 10 jaar toen haar vader Willem III overleed. Daarom nam haar moeder Emma de taken tijdelijk over: regentes). 
Grondwet van 1848
In 1840 trad koning Willem I af en Willem II werd zijn opvolger, hij had evenveel macht als zijn vader. 
In 1848 braken over in Europa democratische revoluties uit, de Nederlandse koning werd bang dat hij afgezet zou worden. 
Daarom besloot hij dat de burgers meer te zeggen zouden krijgen. De inwoners mochten zelf kiezen wie er in het parlement kwam.
Hiervoor kwam een nieuwe grondwet. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Parlementaire democratie
Het volk kreeg de meeste macht en Nederland werd een parlementaire democratie. 
De regering werd voortaan geleid door de minister-president. De koning kreeg dus veel minder macht. 

(Oud)minister-presidenten bij elkaar in 2011. Van links naar rechts: Wim Kok, Dries van Agt, Piet de Jong, Mark Rutte, Ruud Lubbers, Jan Peter Balkenende

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prinsjesdag

Slide 13 - Woordweb

Wat weten de leerlingen al over Prinsjesdag?
Prinsjesdag
  •  Derde dinsdag in september. 
  • Voorlezen troonrede in de Ridderzaal: hierin staan de belangrijkste plannen van de regering. 
  • Overzicht van de te verwachte inkomsten en uitgaven voor komend jaar: de rijksbegroting. 
  • Financiële toelichting op de plannen die de regering heeft: miljoenennota. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies