5.1 - deel 2

Economie - vrijdag 6 maart
Boeken voor je
Jassen uit
Ga naar lessonup.com/app
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Economie - vrijdag 6 maart
Boeken voor je
Jassen uit
Ga naar lessonup.com/app

Slide 1 - Tekstslide

programma
Intro
Uitleg
Opgaven maken
Bespreken
Toetsen

Slide 2 - Tekstslide

Vorige les
Produceren
Formele en informele productie
3 productiefactoren (wat heb je nodig om te produceren)
  1. Natuur
  2. Arbeid
  3. Kapitaal

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen:
1. Je weet wat een bedrijfskolom is;
2. Je kan de toegevoegde waarde berekenen;
3. Je kent het verschil tussen kapitaal- en arbeidsintensief;
4. Je kent het verschil tussen mechanisering en automatisering;
5. Je weet wat technologische ontwikkelingen zijn.

Slide 4 - Tekstslide

Bedrijfskolom

Toegevoegde waarde

Slide 5 - Tekstslide

Bedrijfskolom van een wollentrui
Schapenhouderij
Spinnerij
Breifabriek
Textielfabriek
Boetiek

Slide 6 - Sleepvraag


Bereken de toegevoegde waarde van de textielfabriek

Slide 7 - Open vraag

Kapitaal- en arbeidsintensief
Waneer je veel kapitaalgoederen (machines) gebruikt tijdens het produceren in plaats van arbeid, dan noemen we dat kapitaalintensief.

Wanneer je meer gebruik maakt van arbeid dan van kapitaalgoederen tijdens het produceren, dan noemen we dat arbeidsintensief.

Slide 8 - Tekstslide


Vul in:
Arbeidsintensief
Kapitaalintensief

Slide 9 - Open vraag


Vul in:
Arbeidsintensief
Kapitaalintensief

Slide 10 - Open vraag

Arbeidsintensief
Er wordt veel gebruik gemaakt van arbeid bij het produceren.

  • Komt vaak voor in een lage lonen land;
  • en wordt ook vaak gedaan door studenten.

Arbeidsintensief is anders namelijk heel erg duur.

Slide 11 - Tekstslide

Kapitaalintensief
Er wordt veel gebruik gemaakt van machines bij het produceren.

  • Komt vaak voor in rijkere landen;
  • Machines kunnen lang door gaan met produceren zonder te pauzeren;
  • Machines werken heel netjes en precies.


Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Mechanisatie
Automatisering
Als machines de spierkracht van mensen overnemen.
Als machines het denken van de mensen overneemt.

Slide 14 - Sleepvraag

Slide 15 - Video

Technologische ontwikkelingen
Vernieuwingen en verbeteringen aan producten en manieren van produceren doordat de techniek zich steeds verder ontwikkelt, noemen we technologische ontwikkelingen.

Slide 16 - Tekstslide

Oefening

Slide 17 - Tekstslide


Is het beroep op de afbeelding arbeidsintensief of kapitaalintensief? Leg je antwoord uit.

Slide 18 - Open vraag

Plaats het juiste woord in de zin.

Bij het bouwen van auto's worden                  machines gebruikt. Deze productie is daarom                                  .
veel
weinig
arbeidsintensief
kapitaalintensief

Slide 19 - Sleepvraag

Wat wordt bedoeld met de uitspraak: "Een auto is na vijf jaar verouderd".
A
Een auto is na vijf jaar versleten en niet meer te gebruiken.
B
Een auto is na vijf jaar niets meer waard.
C
In vijf jaar zijn er nieuwe, betere auto's geproduceerd.

Slide 20 - Quizvraag

is het maken van goederen of het leveren van 
Alle middelen die je nodig hebt om te produceren, noem je
Bedrijven die na elkaar aan het product meewerken, vormen samen de 
De waardevermeerdering door deze bedrijven noem je 
de 
. Als er bij de productie meer arbeid dan kapitaalgoederen
wordt gebruikt, is de productie
. Als machines het werk van
mensen overnemen, noem je dat
.
Sleep het begrip naar de juiste plaats.
produceren
diensten
productiefactoren
bedrijfskolom
arbeidsintensief
kapitaalintensief
mechanisatie
automatisering
toegevoegde waarde

Slide 21 - Sleepvraag

Oefening
Opgaven blz 132 en 133 (huiswerk)
flashkaarten oefenen


Slide 22 - Tekstslide

Wat hebben we geleerd?

Slide 23 - Tekstslide

Leerdoelen:
1. Je weet wat een bedrijfskolom is;
2. Je kan de toegevoegde waarde berekenen;
3. Je kent het verschil tussen kapitaal- en arbeidsintensief;
4. Je kent het verschil tussen mechanisering en automatisering;
5. Je weet wat technologische ontwikkelingen zijn.

Slide 24 - Tekstslide

Einde les
JE MAG JE SPULLEN OPRUIMEN
ALS DE BEL GAAT STOEL AANSCHUIVEN!
FIJN WEEKEINDE ALVAST EN TOT VOLGENDE WEEK.

Slide 25 - Tekstslide