BSI - Cyberpesten

Welkom!
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapsonderwijsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
  • Wat is burgerschap?
  • Les: Digitaal ongemak
  • Aan de slag!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie ben ik?
  • mvr. van der Meer
  • Nederlands, maatschappijleer en burgerschap
  • rvandermeer@pj.nl 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je aan bij
het woord
burgerschap?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

BSI
Burgerschap en sociale integratie



Mediawijsheid
Framed
Amnesty
Kaartenactie
Kinderrechten
Edukans
Kinderrechten
....

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is vrijheid van meningsuiting?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De vrijheid van meningsuiting is de vrijheid van burgers hun overtuigingen te uiten, zonder controle vooraf door de staat. Het is een belangrijk grondrecht in elke democratie. De vrijheid van meningsuiting kent wel een aantal grenzen. Als een persoon of organisatie die grenzen overschrijdt, kan de rechter beslissen dat zijn vrijheid moet worden ingeperkt.
Vrijheid van meningsuiting
Klassikale les
Week Tegen Pesten

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit wat ‘vrijheid van meningsuiting’ is.

Definitie: “De vrijheid van meningsuiting is de vrijheid van burgers hun overtuigingen te uiten, zonder controle vooraf door de staat. Het is een belangrijk grondrecht in elke democratie. De vrijheid van meningsuiting kent wel een aantal grenzen. Als een persoon of organisatie die grenzen overschrijdt, kan de rechter beslissen dat zijn vrijheid moet worden ingeperkt.”

Bron: Raad voor de rechtspraak.

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is cyberpesten?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit is prima
Dit kan 
écht niet 
Dit is op 
het randje
Met aardig doen kom je verder
Milou post een filmpje op een openbaar account, waarin ze mensen met een handicap belachelijk maakt.
Ze noemt ze “domme zombies die niets kunnen”, en zegt dat ze “beter opgeruimd kunnen worden”. Niemand heeft het bericht geliket en er staan (voorlopig) ook geen reacties onder.

Slide 10 - Sleepvraag

Activiteit: de klas gaat zich een oordeel vormen over vier voorbeelden. Bespreek de drie categorieën (oordelen):
  • Dit kan écht niet (bijvoorbeeld omdat het strafbaar is, zoals haatzaaien, smaad, laster, etc.).
  • Dit is op het randje. Ik vind het wel kunnen, maar ik begrijp dat anderen gekwetst kunnen zijn. 
  • Dit is prima. Moet kunnen.
Dit is een digitale variant op de opdracht in het docentmateriaal. De leerlingen kunnen met hun devices hun keuze maken door de situatie te slepen naar één van de drie oordelen.  Dit kan zelfstandig, klassikaal of door de klas te verdelen in groepjes van 4 leerlingen.

Bespreek de oordelen, argumenten en discussies klassikaal.
Sta stil bij de ervaring dat het soms lastig is om tot overeenstemming te komen: kan iets nou wel of niet, en waarom? En dan heb je dat nu nog maar moeten overleggen met een kleine groep mensen ... Kun je nagaan hoe moeilijk dat is in een grote groep, of met alle mensen in het land!
Dit is prima
Dit kan 
écht niet 
Dit is op 
het randje
Tekst
Milou post een filmpje op een openbaar account, waarin ze mensen met een handicap belachelijk maakt.
Ze noemt ze “domme zombies die niets kunnen”, en zegt dat ze “beter opgeruimd kunnen worden”. Niemand heeft het bericht geliket en er staan (voorlopig) ook geen reacties onder.

Slide 11 - Sleepvraag

Activiteit: de klas gaat zich een oordeel vormen over vier voorbeelden. Bespreek de drie categorieën (oordelen):
  • Dit kan écht niet (bijvoorbeeld omdat het strafbaar is, zoals haatzaaien, smaad, laster, etc.).
  • Dit is op het randje. Ik vind het wel kunnen, maar ik begrijp dat anderen gekwetst kunnen zijn. 
  • Dit is prima. Moet kunnen.
Dit is een digitale variant op de opdracht in het docentenmateriaal. De leerlingen kunnen met hun devices hun keuze maken door de situatie te slepen naar één van de drie oordelen.  Dit kan zelfstandig, klassikaal of door de klas te verdelen in groepjes van 4 leerlingen.

Bespreek de oordelen, argumenten en discussies klassikaal.
Sta stil bij de ervaring dat het soms lastig is om tot overeenstemming te komen: kan iets nou wel of niet, en waarom? En dan heb je dat nu nog maar moeten overleggen met een kleine groep mensen ... Kun je nagaan hoe moeilijk dat is in een grote groep, of met alle mensen in het land!
Dit is prima
Dit kan 
écht niet 
Dit is op 
het randje
Milou post een filmpje in de groepsapp van haar klas waarin ze iemand uit een andere klas belachelijk maakt. 

Slide 12 - Sleepvraag

Activiteit: de klas gaat zich een oordeel vormen over vier voorbeelden. Bespreek de drie categorieën (oordelen):
  • Dit kan écht niet (bijvoorbeeld omdat het strafbaar is, zoals haatzaaien, smaad, laster, etc.).
  • Dit is op het randje. Ik vind het wel kunnen, maar ik begrijp dat anderen gekwetst kunnen zijn. 
  • Dit is prima. Moet kunnen.
Dit is een digitale variant op de opdracht in het docentenmateriaal. De leerlingen kunnen met hun devices hun keuze maken door de situatie te slepen naar één van de drie oordelen.  Dit kan zelfstandig, klassikaal of door de klas te verdelen in groepjes van 4 leerlingen.

Bespreek de oordelen, argumenten en discussies klassikaal.
Sta stil bij de ervaring dat het soms lastig is om tot overeenstemming te komen: kan iets nou wel of niet, en waarom? En dan heb je dat nu nog maar moeten overleggen met een kleine groep mensen ... Kun je nagaan hoe moeilijk dat is in een grote groep, of met alle mensen in het land!

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Moeten er wetten komen waarin staat hoe wij online met elkaar omgaan?

Slide 14 - Woordweb

Rond dit deel af en kondig de laatste activiteit aan: we gaan nu als klas onderzoeken of wij regels nodig hebben. 

Bespreek eerst met leerlingen de vraag waarom regels voor online gedrag wel of niet nodig zijn. Wie moet die regels dan bepalen? Zijn die regels anders dan wat we in het gewone leven al aan regels hebben? Moet het in wetten worden vastgelegd hoe we online met elkaar moeten omgaan, of is daar de
wet niet voor en moeten burgers dat gewoon samen onderling regelen? En moeten die regels ook gehandhaafd worden? Door wie? Wat moet er gebeuren als iemand de regels overtreedt? 
Is cyberpesten strafbaar?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is haatzaaien?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Haatzaaien is aanzetten tot haat tegen of discriminatie van mensen of gewelddadig optreden tegen persoon of goed van mensen wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging, hun geslacht, hun hetero- of homoseksuele gerichtheid of hun lichamelijke, psychische of verstandelijke handicap. 
Haatzaaien is strafbaar; je kunt er tot twee jaar gevangenisstraf voor krijgen.
Haatzaaien

Slide 18 - Tekstslide

Leg uit wat haatzaaien (of ‘aanzetten tot haat, discriminatie of geweld’) betekent, en welke (strafbare) uitingen er nog meer zijn die de vrijheid van meningsuiting beperken.

Er is dus vrijheid van meningsuiting, maar dat betekent niet dat je zomaar álles mag zeggen. Je mag bijvoorbeeld nooit iets beledigends of discriminerends zeggen. Dat is strafbaar. Ook haatzaaien, waar het tegenwoordig vaak over gaat, is strafbaar.

Definitie: haatzaaien is “aanzetten tot haat tegen of discriminatie van mensen of gewelddadig optreden tegen persoon of goed van mensen wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging, hun geslacht, hun hetero- of homoseksuele gerichtheid of hun lichamelijke, psychische of verstandelijke handicap”. 

Bron: Wetboek van Strafrecht.

Haatzaaien is strafbaar; je kunt er tot twee jaar gevangenisstraf voor krijgen.
Het plegen van smaad, terwijl je weet dat het niet waar is. 
Laster
Beledigen
Smaad
Elke opzettelijke belediging, die geen smaad of laster is, in
het openbaar. 
Opzettelijk iemand beschadigen door hem of haar ergens van te
beschuldigen in het openbaar
Klassikale les
Week Tegen Pesten

Slide 19 - Tekstslide

Leg kort uit wat andere strafbare uitingen zijn die de vrijheid van meningsuiting beperken:
  • Smaad (art. 261 Wetboek van Strafrecht): opzettelijk iemand beschadigen door hem of haar ergens van te beschuldigen in het openbaar.
  • Laster (art. 262 Wetboek van Strafrecht): het plegen van smaad, terwijl je weet dat het niet waar is.
  • Belediging (art. 266 Wetboek van Strafrecht): elke opzettelijke belediging, die geen smaad of laster is, in het openbaar.
Omdat niet direct duidelijk is waar bijvoorbeeld de vrijheid van meningsuiting ophoudt en er sprake is van haatzaaien, zijn er rechtszaken nodig om hierover duidelijkheid te krijgen. De rechter spreekt zich dan uit
over de vraag of wat er gebeurde strafbaar was of niet. Een bekend voorbeeld hiervan is de rechtszaak
tegen Geert Wilders. Sommigen vinden dat bijvoorbeeld zijn ‘minder Marokkanen’-uitspraak onder
haatzaaien valt, terwijl anderen vinden dat dit onder de vrijheid van meningsuiting valt. Het is aan de rechter voorlegd en die moet nu oordelen wat wel en wat niet mag.
Maar los van wat de wet zegt, of wat de rechter erover oordeelt, kunnen wij zelf ook een mening hebben over hoe mensen zich online gedragen. Of we het gepast vinden, of ‘net op het randje’, of onwenselijk, of echt over de grens. Sterker nog: we hebben een eigen verantwoordelijkheid. Ook al omdat we niet alles aan de rechter kunnen voorleggen. We leven nu eenmaal samen en als iedereen zijn best doet om het samenleven prettig te houden en niet een ander iets aandoet wat je zelf ook niet fijn zou vinden, komen we een heel eind! 
Wat kan je doen tegen cyperpesten?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De opdracht
Je gaat een poster maken tegen pesten


  • Je maakt de poster op papier of digitaal
  • Je poster bevat afbeeldingen die jouw boodschap duidelijk maken
  • Je poster maakt je boodschap in 1 oogopslag duidelijk
  • De poster die je maakt moet netjes genoeg zijn om écht te gebruiken 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De opdracht
De poster lever je uiterlijk a.s. zondag in.
Volgende week maandag bespreken we de posters, denk dus goed na over de keuzes die je maakt.


Waar lever je de poster in?
Itslearning > BSI > bronnen > les 1 cyberpesten > opdracht poster.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies