Weerstand algemeen en serie en parallel P1 en P2

paragraaf 1 en 2 weerstand
https://bijlesxtra.nl/uitlegvideo-s#natuurkunde

youtube: meneer wietsma + onderwerp
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

paragraaf 1 en 2 weerstand
https://bijlesxtra.nl/uitlegvideo-s#natuurkunde

youtube: meneer wietsma + onderwerp

Slide 1 - Tekstslide

de wet van ohm
A.) welk symbool ken je voor de grootheid weerstand?
B.) Welke formule ken je voor het berekenen van de weerstand?
C.) Stel je wilt de weerstand van een lampje berekenen. Hoe kun je U en I bepalen? (met welke meters en hoe ziet die opstelling er dan uit?)
D.) schrijf de formule om, zodat U en I vooraan komen te staan.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Weerstand berekenen

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

U = 4,50V
I = 0,015A
R = ? Ohm

R = U / I
R = 4,50 / 0,015 = 300 ohm

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Lees een punt op de grafiek af ( zo ver mogelijk rechts, maar dat goed af te lezen is liefst een punt op de hokjes)

Ik kies voor punt spanning (u = 2,5 V)

U = 2,5 V
I = 0,075mA = 0,000075A
R = ? Ohm
R = U / I 
R = 2,5 / 0,000075 = 33.333,3 ohm

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

R1 = 240 ohm
R2 = 10 ohm
(Serie)
U = 6V
Rt = R1 + R2 
Rt = 240 + 10 = 250 ohm
I = U / R 
I = 6 / 250 = 0,024A

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

R1 = 150kohm = 150.000 ohm
R2 = 47kohm = 47.000 ohm
(Parallel)
Rt = ? Ohm

1 / Rt = 1 / R1 + 1 / R2
1 / Rt = 1 / 150.000 + 1 / 47.000
( 1 / Rt = 0,00002794...)
Rt = 1 / 0,00002794 = 35786,8.... ohm (= 36kohm)

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

C

Uitleg:
Zonder de vaste weerstand zou er maar 1 weerstand zijn, namelijk de variabele weerstand. Deze kun je instellen op een weerstand van 0 ohm. Maar dit heeft als gevolg dat de stroom niet geremd wordt en de schakeling heel heet kan worden (kans op brand of doorgebrande apparatuur)

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide


Zonder de extra vaste weerstand zou de totale weerstand te laag zijn, waardoor de stroom niet geremd wordt en er een te grote stroom door de LED zou lopen. Deze brand dan kapot.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Zie voorgaande antwoorden. Zonder vaste weerstand kan de totale weerstand te laag zijn, de stroom te groot worden en is er kans op brand of defecte apparatuur.

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Minder dan

Groter

Slide 31 - Tekstslide

Wat is er constant bij een serieschakeling?
A
Spanning
B
Stroomsterkte
C
Weerstand

Slide 32 - Quizvraag

Wat is er constant bij een parallelschakeling?
A
Spanning
B
Stroomsterkte
C
Weerstand

Slide 33 - Quizvraag

Juist/onjuist:
Een grote weerstand betekend een kleine stroom
A
Juist
B
Onjuist

Slide 34 - Quizvraag

Juist/onjuist:
Geleiders hebben een grote weerstand
A
Juist
B
Onjuist

Slide 35 - Quizvraag

Welke formule is juist?
A
R = U xI
B
I = U x R
C
U =I x R

Slide 36 - Quizvraag

Welke formule is juist?
A
R = U / I
B
I = R / U
C
U = I / R

Slide 37 - Quizvraag

Hoe reken je om van A naar mA?
A
X100
B
:100
C
X1000
D
:1000

Slide 38 - Quizvraag

De spanning over een lampje is 10V. De stroomsterkte door het lampje is 0,25A. Bereken de weerstand van het lampje. Alleen getal noteren.

Slide 39 - Open vraag

Een afstandsbediening werkt op 2 batterijen. Iedere batterij levert 1,5V. De weerstand van de afstandsbediening is 30 ohm. Bereken de stroomsterkte in milliampère. Alleen getal noteren.

Slide 40 - Open vraag

Op een bovenleiding van een trein staat 10kV. Pim verricht werkzaamheden aan de bovenleiding. De weerstand van het lichaam van Pim is 2500 OHM. Bereken de stroom in ampère die door Pim heen gaat als hij per ongeluk onder spanning zou komen te staan. Alleen getal noteren.

Slide 41 - Open vraag

3 weerstandjes worden serie geschakeld. R1 = 25 OHM, R2 = 110 OHM en R3 = 68 OHM. Bereken de vervangingsweerstand in OHM. Alleen getal noteren.

Slide 42 - Open vraag

Wanneer je in een serieschakeling meer weerstanden toevoegd, dan wordt de totale weerstand steeds ....
A
Groter
B
Kleiner

Slide 43 - Quizvraag

3 weerstandjes worden parallel geschakeld. R1 = 25 OHM, R2 = 110 OHM en R3 = 68 OHM. Bereken de vervangingsweerstand in OHM. Alleen getal noteren. Rond af op hele getallen geen decimalen.

Slide 44 - Open vraag

Wanneer je in een parallelschakeling meer weerstanden toevoegd, dan wordt de totale weerstand steeds ....
A
Groter
B
Kleiner

Slide 45 - Quizvraag

Bereken de totale stroomsterkte in ampere. Rond af op 1 decimaal. Alleen getal noteren, (Bereken eerst Rt)

Slide 46 - Open vraag

Bereken R2 in ohm. Rond af op 1 decimaal. Alleen getal noteren, (Bereken eerst Rt)

Slide 47 - Open vraag

Bereken I3 in ampere. Alleen getal noteren. Rond af op 2 decimalen. (Tip wat is er constant bij parallelschakelingen?)

Slide 48 - Open vraag

Bereken U2 in volt. Alleen getal noteren.

Slide 49 - Open vraag

Bereken U2 is 24V hoe groot is UT dan?

Slide 50 - Open vraag

Bereken UT is 24V. Bereken R1 in ohm. Alleen getal noteren.

Slide 51 - Open vraag

Bereken UT is 24V. Bereken It in ampère. Alleen getal noteren. Rond indien nodig af op 1 decimaal. (Tip bereken eerst I3)

Slide 52 - Open vraag