bs 1 genotype en fenotype

Leerdoelen voor vandaag
Je kunt omschrijven wat het fenotype en het genotype van een organisme is en hoe deze tot stand komen.
Je kunt omschrijven wat DNA-sequentie en genexpressie betekenen.

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Leerdoelen voor vandaag
Je kunt omschrijven wat het fenotype en het genotype van een organisme is en hoe deze tot stand komen.
Je kunt omschrijven wat DNA-sequentie en genexpressie betekenen.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

fenotype
-Het fenotype is het uiterlijk van een organisme
-Veel van die uiterlijke kenmerken heb je geërfd van je ouders, maar je kunt je fenotype ook zelf aanpassen.
-Deze aanpassingen kun je niet doorgeven aan je nakomelingen.

Slide 3 - Tekstslide

genotype
-In élke cel van je lichaam staat informatie voor ál je erfelijke eigenschappen.
-Een stukje DNA waar informatie staat over 1 bepaalde eigenschap heet een ''gen''.
-Mensen hebben in elke lichaamscel 46 chromosomen.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video


Slide 9 - Tekstslide

Modificatie dankzij milieufactor

Slide 10 - Woordweb

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Welke uitspraak over genotype en fenotype klopt het best?
A
Het fenotype komt voort uit het genotype.
B
Het genotype komt voort uit het fenotype.
C
Het fenotype komt voort uit het genotype en milieuinvloeden.

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een DNA-sequentie?
A

Slide 15 - Quizvraag

Wat is genexpressie?
A

Slide 16 - Quizvraag