G=1,41−1,162×w+0,98×t+0,0124×w²+0,0185×w×t
G = Gevoelstemperatuur in °C
w = windsnelheid (w in m/s)
t = buitentemperatuur (t in °C)
Stel dat het buiten −5°C is en de wind waait met een snelheid van 10 m/s.
Bereken de gevoelstemperatuur.
G=1,41−1,162×10+0,98×-5+0,0124×10²+0,0185×10×-5 = -14,8 °C