2223 3GL Wiederholung Prüfung

• Duits
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 3

Deutsch

Vat je vakantieweek samen in drie woorden

Vertaal: praten

Vertaal: de brug

Vertaal: de personenauto's

1. die Pkws
2. die Lkws
3. die Fahrergäste
4. der Personenkraftwagen

Vertaal naar het NL: der Führerschein

Hoeveel woordjes had je goed?

1

2

3

4

5

Controleer Aufgabe 7 op S.87

1. machte

2. glaubte

3. lernten

4. klatschte

5. klappte

6. glaubten

7. erklärte

8. rauchten

9. holten

10. spielten

Wiederholung

De verleden tijd van het (zwakke) werkwoord.

voeg 'te' toe

stam van het werkwoord

Stap 1

Stap 2

Stap 3

voeg de juiste uitgang toe

in de verleden tijd
(spielen) ich ....

in de verleden tijd
(rufen) wir ....

Hoe maak je het voltooid deelwoord van het werkwoord in het Duits?

1. stam + t
2. stam + d
3. ge + stam + t
4. ge + stam + d

regel = ge + stam + t
Wat is het voltooid deelwoord van wohnen?

Wat heb je nog meer nodig bij een voltooid deelwoord

1. vorm van werden
2. vorm van haben

Hoe zeg je in het Duits
wij hebben gewoond
(wohnen)

sein is een onregelmatig werkwoord en volgt dus geen vaste regels. Ken jij het rijtje van 'sein' in de verleden tijd al uit je hoofd?

Ja

Nee

Ja? schrijf het rijtje van sein in de verleden tijd eens op.
Nee? Zoek het rijtje van sein eens op in je boek.

An die Arbeit!

S.103 + 105

Aufgabe 1 + 4

Sluit LessonUp niet af!

Er komen straks nog een paar vragen.

Klaar? 

Maak met de woordenlijsten op S.109 drie Nederlandse zinnetjes. 

Probeer deze zinnetjes ook te vertalen. 

Wat vind je nog lastig van wat we vandaag gedaan hebben?

Wat kunnen we samen doen om ervoor te zorgen dat je dat lastige deel beter begrijpt voor je toets?