B3: Beenverbindingen

Wat zorgt voor de buigbaarheid van een bot?
A
Kalkzout
B
Collageen
C
Kalkstof
D
Lijmzout
1 / 39
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat zorgt voor de buigbaarheid van een bot?
A
Kalkzout
B
Collageen
C
Kalkstof
D
Lijmzout

Slide 1 - Quizvraag

De botten van ouderen hebben veel...
A
Kalkzout
B
Collageen
C
Kalkstof
D
Lijmzout

Slide 2 - Quizvraag

Waarom zit er kalk in onze botten?
A
Buigzaamheid
B
Stevigheid
C
Zodat we geen melk hoeven drinken
D
Er zit geen kalk in botten

Slide 3 - Quizvraag

Waarom zit er 'lijm' in onze botten?
A
Buigzaamheid
B
Stevigheid
C
Voor als je botten breken
D
Weet ik niet

Slide 4 - Quizvraag

B3: Beenverbindingen
Leerdoelen: 
  • Je kunt de beenverbindingen beschrijven
  • Je kunt de bouw van een gewricht beschrijven
  • Je kunt de werking van een kogelgewricht, een scharniergewicht en een rolgewricht beschrijven

Slide 5 - Tekstslide

Hoe kunnen botten met elkaar zijn verbonden?

Slide 6 - Open vraag

B3: Beenverbindingen
Botten kunnen op 4 manieren met elkaar verbonden zijn:
  1. Vergroeid
  2. Met een naad
  3. Met kraakbeen
  4. Gewricht

Slide 7 - Tekstslide

B3: Beenverbindingen
Verbindingen zonder beweging:

  • Vergroeid
  • Met een naad

Slide 8 - Tekstslide

B3: Beenverbindingen
Verbindingen zonder beweging:

  • Vergroeid
  • Met een naad

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

B3: Beenverbindingen
Verbindingen met beweging:

  • Kraakbeen: bijvoorbeeld tussen ribben en borstbeen
  • Gewrichten

Slide 13 - Tekstslide

Kraakbeen tussen borstbeen en begin ribben
Kraakbeen tussen wervels
* je bent 's ochtends langer dan 's avonds, hoe kan dat?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Welke botverbindingen kunnen bewegen?
A
Vergroeid
B
Naad
C
Kraakbeen
D
Gewricht

Slide 17 - Quizvraag

Kraakbeen tussen borstbeen en begin ribben
Kraakbeen tussen wervels
* je bent 's ochtends langer dan 's avonds, hoe kan dat?

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

B3: Beenverbindingen
Gewrichten
  • Een gewricht is een verbinding tussen twee botten
  • Bestaat uit gewrichtskogel en gewrichtskom
  • Hierin zit kraakbeen om het gewricht soepel te laten bewegen

Slide 20 - Tekstslide

B3: Beenverbindingen
Gewrichten
  • De twee botten in een gewricht zitten aan elkaar vast door een gewrichtskapsel
  • De binnenkant van het gewrichtskapsel geeft gewrichtssmeer af voor soepele beweging
  • Soms zitten er ook nog kapselbanden omheen

Slide 21 - Tekstslide

B3: Beenverbindingen
Gewrichten
  • De twee botten in een gewricht zitten aan elkaar vast door een gewrichtskapsel
  • De binnenkant van het gewrichtskapsel geeft gewrichtssmeer af voor soepele beweging
  • Soms zitten er ook nog kapselbanden omheen

Slide 22 - Tekstslide

B3: Beenverbindingen
Gewrichten
  • Er zijn 3 typen gewrichten

Slide 23 - Tekstslide

Noem drie plaatsen in je lichaam waar een gewricht zit

Slide 24 - Open vraag

B3: Beenverbindingen
Gewrichten
Er zijn 3 typen gewrichten
  • Kogelgewricht: beweging is mogelijk in verschillende richtingen
  • Rolgewricht: bot draait in lengte-as om ander bot
  • Scharniergewricht: beweging is in één richting mogelijk

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 27 - Open vraag

Wat vind je lastig/moeilijk?

Slide 28 - Open vraag

B3: Beenverbindingen
Leerdoelen: 
  • Je kunt de beenverbindingen beschrijven
  • Je kunt de bouw van een gewricht beschrijven
  • Je kunt de werking van een kogelgewricht, een scharniergewicht en een rolgewricht beschrijven

  • Basis: 1 t/m 4, 6 en 10 (opdracht 2a en 4 in je boek)
  • Extra oefening: 5 en 7
  • Verdieping: 8 en 9

Slide 29 - Tekstslide

Hoeveel soorten beenverbindingen zijn er?
A
10
B
3
C
200
D
4

Slide 30 - Quizvraag

Welke beenverbindingen zijn niet beweeglijk?
A
Kraakbeen
B
Gewricht
C
Vergroeid
D
Naad

Slide 31 - Quizvraag

Welke verbinding is het meest flexibel?
A
Rolgewricht (pols/onderarm)
B
Verbinding met kraakbeen (ribben)
C
Kogelgewricht (heup)
D
Scharniergewricht (vinger)

Slide 32 - Quizvraag

Maak een foto van een scharniergewricht.

Slide 33 - Open vraag

De schedelbeenderen zitten verbonden met elkaar door:
A
Kraakbeen
B
Gewricht
C
Naad
D
Vergroeid

Slide 34 - Quizvraag

De ribben en het borstbeen zijn verbonden door:
A
Kraakbeen
B
Gewricht
C
Naad
D
Vergroeid

Slide 35 - Quizvraag

Een middenhandsbeentje is verbonden met een vingerkootje door:
A
Naadverbinding
B
Vergroeide verbinding
C
Kraakbeen verbinding
D
Gewricht

Slide 36 - Quizvraag

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 37 - Open vraag

Wat vind je lastig/moeilijk?

Slide 38 - Open vraag

B3: Beenverbindingen
Leerdoelen: 
  • Je kunt de beenverbindingen beschrijven
  • Je kunt de bouw van een gewricht beschrijven
  • Je kunt de werking van een kogelgewricht, een scharniergewicht en een rolgewricht beschrijven

  • Basis: 1 t/m 4, 6 en 10 (opdracht 2a en 4 in je boek)
  • Extra oefening: 5 en 7
  • Verdieping: 8 en 9

Slide 39 - Tekstslide