Argumenteren basis les 1

Nederlands

door Jolien de Kock
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands

door Jolien de Kock

Slide 1 - Tekstslide

Doelen van deze les
-Je kunt in eigen woorden uitleggen wat een stelling/standpunt/argument is.
-Je oefent met een stelling/standpunt/argument uit een leestekst halen

Slide 2 - Tekstslide

stelling?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de stelling?
A
Critici hebben ongelijk
B
Klaag niet over een gebrek aan vrijheid als jij je niet wil laten vaccineren.
C
Er moet een vaccinatieplicht ingesteld worden door de overheid
D
Je hoeft je niet te laten vaccineren.

Slide 5 - Quizvraag

In wat voor soort teksten kom je stellingen/standpunten/argumenten tegen?
A
instructieve teksten
B
betogende teksten
C
verhalende teksten
D
informatieve teksten

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Stelling
Herken je vaak aan een 'dwingend' karakter. Je bent geneigd het  eens/oneens te zijn. In een stelling wordt vaak 'moeten' of 'dienen' gebruikt. 

Slide 8 - Tekstslide

Standpunt
Een mening over een bepaald onderwerp (stelling). Wat vindt iemand ergens van?

Slide 9 - Tekstslide

Argument
Een onderbouwing van je standpunt. Je kunt meerdere argumenten aanvoeren. 

Slide 10 - Tekstslide

Stelling: Jongeren moeten meer lezen
eens
oneens

Slide 11 - Poll

argumenten
'Jongeren moeten
meer lezen.'
(Ik ben het hier mee
eens/oneens, want...)

Slide 12 - Woordweb

Huiswerk
Leestekst lezen en opdracht maken
De link wordt in de chat van Teams gezet.

Slide 13 - Tekstslide

Evaluatie lesdoelen
-Je kunt in eigen woorden uitleggen wat een stelling/standpunt/argument is.
-Je oefent met een stelling/standpunt/argument uit een leestekst halen

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide