H3 ch1 les 6

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Qu'est-ce qu'on va faire?
- SO bespreken 
- 2x Présentations Qui suis-je
- corriger les devoirs 26 t/m 30
- répéter verbe G
- expliquer C (adjectifs possessifs)
- au travail
- 2x présentations

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

ex: 26 t/m 30
(en al het andere wat nog niet is nagekeken)
Onduidelijk waarom iets fout is?
VRAAG HET!!!

Slide 4 - Tekstslide

Répéter verbe 'partir'
- onregelmatig ww
(dus NIET zoals bron I)

schrijf het rijtje van ieder ww een keer uit.
(servir, partir, sortir, dormir,...)

Slide 5 - Tekstslide

Partir

je pars
tu pars
il part
nous partons
vous partez
ils partent
Servir

je ...
tu ...
il ...
nous ...
vous ...
ils ...

Slide 6 - Tekstslide

Noteer het rijtje van het ww 'servir' in de présent

Slide 7 - Open vraag

Partir

je pars
tu pars
il part
nous partons
vous partez
ils partent
Servir

je sers
tu sers
il sert
nous servons
vous servez
ils servent

Slide 8 - Tekstslide

Répéter verbe 'partir'
Wat is een imparfait?
Hoe maak je die?

Slide 9 - Tekstslide

Imparfait
Nous-vorm tt -ons, + uitgangen
je ____ ais
tu _____ ais
Il ____ ait
Nous ____ ions
Vous ____ iez
Ils ____ aient 

Slide 10 - Tekstslide

Passé composé
Let op!!!
Voor de ww partir en sortir gebruik je hulpww ÊTRE

Voor de ww dormir, servir en sentir gebruik je hulpww AVOIR

(Alles is net als in het Nederlands)
Ik ben vertrokken, ik ben uitgegaan. Ik heb geslapen, ik heb geroken/gevoeld en ik heb gediend.

Slide 11 - Tekstslide

Partir
Je suis parti(e)
Tu es parti(e)
il est parti
Elle est partie
Nous sommes parti(e)s
Vous êtes parti(e)(s)
Ils sont partis
Elles sont parties
Dormir
je ...
tu ...
il ...
elle ...
nous ...
vous ...
ils ...
elles ...

Slide 12 - Tekstslide

Noteer het rijtje van DORMIR in de passé composé.

Slide 13 - Open vraag

Bron C
l'adjectif possessif
(het bezittelijk voornaamwoord)

Wat weet je daar nog van uit klas 1 en 2?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Uitzonderingen...
Als het zelfstandig nw enkelvoud is en begint met een klinker --> dan kies je altijd het mannelijk bez vnw.

bijv.: ____ amie (amie is vrouwelijk, MAAR begint met een klinker, dus: MON/TON/SON amie)
bijv.: ____ école (école is vrouwelijk, MAAR begint met een klinker, dus: MON/TON/SON école)

Slide 16 - Tekstslide

Vertaal: Mijn ouders
A
Mon parents
B
ma parents
C
son parents
D
mes parents

Slide 17 - Quizvraag

Hun huis
A
Sa maison
B
ses maison
C
leurs maison
D
leur maison

Slide 18 - Quizvraag

Haar neef
A
Sa cousin
B
son cousin
C
sa cousine
D
son cousine

Slide 19 - Quizvraag

Onze vrienden
A
notre copains
B
nos copain
C
nos copains
D
notre copine

Slide 20 - Quizvraag

Jullie hond
A
notre chien
B
votre chien
C
vos chien
D
nos chien

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Les devoirs
- faire: 13, 14, 15
- apprendre: vocabulaire (F+) H + grammaire C

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide