4 HAVO par 5.2 oefenen

Deze les
  • Herhalen oplossen zouten in water en de oplosbaarheidstabel Binas 45A
  • Oefenen oplos- en indampvergelijking
  • Zelfstandig werken aan par 5.2

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Deze les
  • Herhalen oplossen zouten in water en de oplosbaarheidstabel Binas 45A
  • Oefenen oplos- en indampvergelijking
  • Zelfstandig werken aan par 5.2

Slide 1 - Tekstslide

Oplossen van zout
De ionen worden omringd door watermoleculen (gehydrateerd) en komen zo los.
In de oplossing zitten dus individuele losse ionen.

Slide 2 - Tekstslide

Oplosbaarheidstabel (BINAS 45A)
In de oplosbaarheidstabel zoek je welke letter op het kruispunt staat. 
s= slecht oplosbaar
m= matig oplosbaar
g= goed oplosbaar
r= reageert met water
i= instabiel (samengesteld ion valt uit elkaar)

Slide 3 - Tekstslide

Het zout natriumbromide lost goed op in water.

Slide 4 - Tekstslide

Welke zouten zijn goed oplosbaar in water? Gebruik Binas tabel 45A.
1) magnesiumnitraat
2) calciumcarbonaat
A
alleen zout 1 lost goed op
B
alleen zout 2 lost goed op
C
beide zouten lossen goed op
D
geen van beide zouten lost goed op

Slide 5 - Quizvraag

Oplosvergelijkingen 
Van goed oplosbare zouten kun je een oplosvergelijking geven.

                        (s)  -->  Ca2+ (aq) + 2 NO3- (aq)
Voor de pijl een verhoudingsformule van een vast zout.
Na de pijl de losse ionen.
Ca(NO3)2

Slide 6 - Tekstslide

oplosvergelijking van aluminiumsulfaat: alle ionen laten elkaar los, er ontstaan 2 losse aluminiumionen en 3 losse sulfaationen
Opstellen van oplosvergelijkingen.
Voorbeeld: Geef de oplosvergelijking van aluminiumsulfaat
1. noteer eerst de juiste verhoudingsformule van het zout voor de pijl.
2. Noteer daarna de losse ionen MET lading erbij na de pijl. 

3. Maak de vergelijking kloppend. Zet de getallen op de juiste plek

Slide 7 - Tekstslide

Geef de oplosvergelijking van calciumchloride.

Slide 8 - Open vraag

Geef de oplosvergelijking van ijzer(II)sulfaat.

Slide 9 - Open vraag

Geef de oplosvergelijking van aluminiumnitriet.

Slide 10 - Open vraag

Geef de oplosvergelijking van kaliumcarbonaat.

Slide 11 - Open vraag

Geef de oplosvergelijking van ammoniumnitride.

Slide 12 - Open vraag

Geef de oplosvergelijking van koper(I)bromide.

Slide 13 - Open vraag

Geef de oplosvergelijking van natriumhydroxide.

Slide 14 - Open vraag

Indampvergelijkingen
Omgekeerde van oplosvergelijkingen
Oplosvergelijking:                       (s)  -->  Ca2+ (aq) + 2 NO3- (aq)
Indampvergelijking:   2 NO3- (aq) + Ca2+ (aq) -->                     (s)
 
Ca(NO3)2
Ca(NO3)2

Slide 15 - Tekstslide

Indampvergelijkingen
Opstellen indampvergelijking
1) noteer de losse ionen MET lading voor de pijl.
2) noteer de verhoudingsformule van het vaste zout na de pijl.
3) maak de vergelijking kloppend.

Slide 16 - Tekstslide

Geef de indampvergelijking van een natriumhydroxide-oplossing.

Slide 17 - Open vraag

Geef de indampvergelijking van een magnesiumacetaatoplossing.

Slide 18 - Open vraag

Geef de indampvergelijking van een bariumbromide-oplossing.

Slide 19 - Open vraag

Geef de indampvergelijking van een lood(IV)nitraatoplossing.

Slide 20 - Open vraag

Geef de indampvergelijking van een aluminiumfluoride-oplossing.

Slide 21 - Open vraag

Geef de indampvergelijking van een natriumfosfaatoplossing.

Slide 22 - Open vraag