Grondstoffen

Grondstoffen
Boek 15 korstdegen
Taak 2 Grondstoffen voor korstdegen
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
HorecaMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Grondstoffen
Boek 15 korstdegen
Taak 2 Grondstoffen voor korstdegen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
In deze taak leer je:
-  Grondstoffen voor korstdeeg herkennen en opnoemen
    - Wat spijs is en waar dit in verwerkt wordt
    - Welke hartige vullingen er voor korstdeegproducten zijn
    - Hoe je een hartige vulling voor een korstdeegproduct maakt.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het belangrijkste verschil tussen korstdeeg en getoerd gerezen deeg?

Slide 3 - Open vraag

Noem drie zoete vullingen;

Slide 4 - Open vraag

Waar bestaat potpourri uit?

Slide 5 - Open vraag

Geef van elke manier van verwerking een voorbeeld:
1. op een deeg (gestrooid/vastgezet/omgerold)
2. in een deeg (ingevouwen/ingerold)
3. door een deeg (gekneed).

Slide 6 - Open vraag

Grondstoffen
Grondstoffen in een korstdeeg;
- Bloem
- Vetstof
- Water
- Zout
- Kleurstof

Slide 7 - Tekstslide

Bloem
- Het moet een eiwitrijke bloem zijn.
- Het zetmeel in de bloem moet veel water kunnen binden.


    Het gluten dat in het deeg wordt gevormd, moet rekbaar en elastisch zijn.
Deze eigenschappen komen alleen bij patentbloem voor. Ook is er speciale korstbloem te krijgen.

Slide 8 - Tekstslide

Vetstof
- Ze moet taai zijn (plastisch).
- Ze moet stevig zijn (hoog smeltpunt).
- Ze moet een goede smaak hebben.
- De vetstof mag bij lichaamstemperatuur geen vetfilm achterlaten in je mond.
De soorten vetstof die gebruikt kunnen worden zijn:
hooiboter - korstmargarine - korstboter - voorgevormde korstmargarine (plakken)

Slide 9 - Tekstslide

Water
Schoon en koud water

Tijdens het bakken verandert het water in waterdamp. Deze damp drukt de deeglagen uit elkaar waardoor het deeg bladert en het product omhoog wordt gedrukt. Hierdoor neemt het volume van het product toe.

Als er geen volume nodig is wordt er gekozen om gaatjes in het deeg te prikken.

Slide 10 - Tekstslide

Zout
Zout is een smaakversterker, geen smaak zelf.

Maximaal 6 gram zout per dag!

Slide 11 - Tekstslide

Kleurstof
Kleurstof Eidooier = geel 

Lijkt of er roomboter of eierdooier is verwerkt.
Daarnaast wordt de korstkleur mooi bruin tijdens het bakken.

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag!
Boek 15: Korstdegen
Alle taken
Boek 13 Broodspecialiteiten
Alle taken

Slide 13 - Tekstslide