1HV: C - phrases-clés et parler

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Aujourd'hui, c'est le....

Slide 2 - Tekstslide

Aujourd'hui...
- C: phrases-clés
- Voorbereiding gesprekjes
- Gesprekken voeren: Tips & Tops

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht
Iedereen krijgt een menukaart en een blad met het gesprek

Je werkt in tweetallen. Bereid de gesprekjes voor. Je mag zelf kiezen welke rol je aanneemt; serveur/serveuse.

Slide 4 - Tekstslide

Au restaurant: 1VE2

Slide 5 - Tekstslide

14a Choisis ton menu!
Comme entrée, je prends ....
Comme plat principal, je prends ...
Comme dessert, je prends ....

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Aujourd'hui, c'est le ...
Objectif: Aan het einde van de les kun je een gesprek op het terras begrijpen en ken je woorden die te maken hebben met iets bestellen.

Qu'est-ce que nous allons faire aujourd'hui?
- Le vocabulaire
- Corriger 6, 7 & 8
- Vocabulaire: B & la nourriture
- B: lire


Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

  Zet de persoonlijk voornaamwoorden in de juiste volgorde 
il
elle
tu
on
nous
je
vous
ils
elles

Slide 10 - Sleepvraag

Wat is:

une poire
A
B
C
D

Slide 11 - Quizvraag

Wat is:

le beurre
A
B
C
D

Slide 12 - Quizvraag

Wat is:

la farine
A
B
C
D

Slide 13 - Quizvraag

Wat is:

les céréales
A
B
C
D

Slide 14 - Quizvraag

Le pain au chocolat
le pain

Le gâteau

La baguette
Le croissant
La boulangerie

Slide 15 - Sleepvraag

le croissant
la boulangerie
manger
le café
la confiture
le restaurant
la baguette

Slide 16 - Sleepvraag

bellen
een hekel hebben aan
aankomen
praten
liever hebben
dol zijn op
adorer
arriver
préférer
parler
téléphoner
détester

Slide 17 - Sleepvraag

l'addition
A
het restaurant
B
de rekening
C
de (menu)kaart
D
het ijsje

Slide 18 - Quizvraag

Ik zou graag willen
A
je choisis
B
je cherche
C
je préfère
D
je voudrais

Slide 19 - Quizvraag

Le plat principal, le dessert, le légume
kies de juiste vertaling
A
het nagerecht , de vis, het hoofdgerecht
B
het hoofdgerecht, het voorgerecht, de groente
C
het hoofdgerecht, het nagerecht, het vlees
D
het hoofdgerecht, het nagerecht, de groente

Slide 20 - Quizvraag

maak ee nieuwe zin met de phrases clés 
vervang de "cursieve" woorden
voorbeeld:
tu aimes  la soupe?
je préfère les frites.   (maak het af met je medeleerling)
..................., .... .............s'il vous plait.
où sont ................................?    C'est .............
................., l'addition s'il vous plait.


Slide 21 - Tekstslide

Zet het verhaaltje in de juiste volgorde:

1. Moi aussi, je suis de Serris. Tu as quel âge?
2. C'est le prof de musique.
3. Comment t'appelles tu?
4. Donc on commence. Au travail!
5. J'ai douze ans. Et toi?
6. Je m' appelle Jean. Je suis de Serris.
7. Moi, j'ai treize ans. Tiens, qui est-ce?
8. Moi, je suis Eric. Et toi?

Slide 22 - Tekstslide

Noteer hier de volgorde van het verhaaltje.

Slide 23 - Open vraag

De juiste volgorde:

3-6-1-5-7-2-4

Slide 24 - Tekstslide

Phrases-clés C

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Mon père 
Ma mère 
Ma soeur 
Mon frère
Mon grand-père
Ma grand-mère
Mijn moeder 
Mijn oma 
Mijn opa
Mijn zus
Mijn vader 
Mijn broer

Slide 27 - Sleepvraag

B - lire(page 66)

Online: exercices 9, 10, 11 & 12

Prêt? - Slim Stampen A & B

Slide 28 - Tekstslide

Au travail!
Prêt? Slim stampen 
En silence, zodat iedereen zich kan concentreren

Slide 29 - Tekstslide

0

Slide 30 - Video

 A table

Travaille avec ton voisin.

Voer het gesprek zoals bij exercice 7a.

Nu neem je alleen geen caramelijsje, maar iets te drinken en iets te eten. Kies uit het menu hiernaast. 

Speel allebei minimaal 1 keer 
le client en 1 keer le serveur.

Straks doen we er een paar klassikaal.

Slide 31 - Tekstslide

Manger quelque chose
Sur la terrace

Slide 32 - Tekstslide

Drinken
Eten
le jus de fruit
la tartine
le sel
le café
le lait
la farine
le légume
le pain
le sucre

Slide 33 - Sleepvraag

  Zet de persoonlijk voornaamwoorden in de juiste volgorde 
il
elle
tu
on
nous
je
vous
ils
elles

Slide 34 - Sleepvraag

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide