paragraaf 6 hfst 3 2h

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Kritiek van de patriotten

stadhouder Willem V gedraagt zich als een koning en krijgt veel kritiek in Nederland.

- Opstandelingen noemen zich patriotten (vaderlandslievend)

- Ze eisen inspraak van burgers op het bestuur en grondrechten.

- Opstand mislukt en veel patriotten vluchten naar Frankrijk.

Bataafse Revolutie

stadhouder Willem V

Bataafse Republiek

-1795: Met hulp van Frankrijk lukt het nu wel om stadhouder Willen V te verdrijven.

- Willem V vlucht naar Engeland.

- Patriotten roepen De Bataafse Republiek uit.

- Ze willen vlug een grondwet....(pas in 1798 klaar)

veranderingen

-Grondwet heeft veel overeenkomsten met Frankrijk

- grondrechten, godsdienstvrijheid, voorrechten afgeschaft, dienstplicht invoeren, niet belastingstelsel

- Geen algemeen kiesrecht (wel meer stemgerechtigden)

- Nederland wordt een eenheidsstaat. (wetten voor heel Nederland hetzelfde)

Deze veranderingen na 1795 noemen we De Bataafse Revolutie

De Franse Tijd

- 1806: De invloed van Frankrijk op Nederland wordt steeds groter

- Lodewijk Napoleon wordt koning --> hij werkt samen met de Nederlanden door handel met Engeland toe te staan(oogluikend) --> Lodewijk Napoleon wordt gedwongen af te treden (1810) --> Nederland wordt een provincie van Frankrijk.

Code Napoleon

- Code napoleon wordt ingevoerd.

- Burgerlijke stand wordt ingevoerd (achternaam en adressen worden ingevoerd.)

- Frans wordt een verplicht vak.

- Nederlanders moeten dienen in het Franse leger.

- Belastingen worden verhoogd.

1813: Napoleon wordt bij Leipzig verslagen --> Willem 1 (Zoon van stadhouder Willem V) komt vanuit Engeland en wordt de nieuwe koning.

- Nederland is weer een monarchie i.p.v. een republiek.

- Willem 1 zorgt voor rust en voorspoed in de Nederlanden (Nederland en Belgie en Luxemburg samen)

- Belgie ziet zit anders..........

Willem 1 komt aan land

Wat zien we op de afbeelding?

1. Napoleon kroont zichzelf tot keizer
2. Napoleon viert de overwinning van Austerlitz
3. Napoleon pleegt een staatsgreep
4. Napoleon wordt verslagen bij Waterloo

Bekijk de afbeelding. Wie woonde hier?

1. Lodewijk XIV
2. Napoleon Bonaparte
3. Jacobus II
4. Napoleon XIV

Hoe heette de eerste koning van de Nederlanden?

1. Willem I
2. Willem V
3. Lodewijk Napoleon
4. Napoleon

Wanneer ging Napoleon richting Rusland?

1. 1804
2. 1810
3. 1812
4. 1815

Welke staatsvorm?

- Napoleon pleegt een staatsgreep

1. Keizerrijk
2. Republiek
3. Dictatuur

Waar wordt Napoleon definitief verslagen?

1. Elba
2. Sint Helena
3. Austerlitz
4. Waterloo

Waar werd Napoleon de eerste keer opgesloten?

1. Oostenrijk
2. Elba
3. Sint-Helena
4. Parijs

Wie zie je op de afbeelding?

1. Robespierre
2. Napoleon Bonaparte
3. Lodewijk XVI
4. Marie-Antoinette

Wie greep na de dood van Lodewijk XVI de macht?

1. Napoleon
2. Marie-Antoinette
3. Colbert
4. Robbespiere

Welke regeringsvorm kende Frankrijk ten tijde van de directoire?

1. Dictatuur
2. Aristocratie
3. Democratie

Stadhouder

1. Franse revolutie
2. Bataafse revolutie

Nationale vergadering

1. Franse revolutie
2. Bataafse revolutie

Patriotten

1. Franse Revolutie
2. Bataafse revolutie

Willem V

1. Franse revolutie
2. Bataafse republiek

22. Aan welke revolutie maakte Napoleon een einde?

1. Bataafse Revolutie
2. Amerikaanse revolutie
3. Franse Revolutie
4. agrarische revolutie

Wanneer begon de Franse Revolutie?

1. 1776
2. 1783
3. 1789
4. 1793

De Franse Revolutie is geinspireerd door

1. De Renaissance
2. De Verlichting
3. De Amerikaanse revolutie
4. De Wetenschappelijke revolutie

Montesquieu is verantwoordelijk voor een briljant verlichtingsidee. Welk?

1. Liberalisme
2. Afschaffen slavernij
3. Trias politica
4. Franse revolutie

Wanneer ontstond de verlichting?

1. 1520
2. 1740
3. 1650
4. 1600

Verlichting is een gevolg van
...

1. wetenschappelijke revolutie
2. feodalisme
3. de Reformatie
4. plantagekoloniën

Alle macht berust bij een vorst.

1. Absolutisme
2. Monarchie
3. Verlichting
4. Liberalisme

Welke van de volgende Filosofen horen bij de verlichting?

1. Voltaire
2. Spinoza
3. Socrates
4. Plato