KD Spaans 005a

Spaans week 5a
Heb je het boek al (besteld) ? 

We gaan Unidad 1 afronden. 

Wat  weet   je al ? 

Wat  kun   je al ?

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Spaans week 5a
Heb je het boek al (besteld) ? 

We gaan Unidad 1 afronden. 

Wat  weet   je al ? 

Wat  kun   je al ?

Slide 1 - Tekstslide

weten 

je kunt de getallen van 0 - 20 in het Spaans herkennen 
je kunt de getallen van 0 - 20 in het Spaans noemen 
kunnen 

je kunt je telefoonnummer geven 
Mi número de teléfono es el cero seis 
nueve ocho siete 
cinco cuatro 
tres dos uno

Slide 2 - Tekstslide

weten 

je kunt de getallen van 0 - 20 in het Spaans herkennen 
je kunt de getallen van 0 - 20 in het Spaans noemen 
kunnen 

je kunt zegen hoe oud je bent 
Tengo 
dieciseis 
diecisiete
diecinueve
veinte 
años. 

Slide 3 - Tekstslide

passieve woordenschat

je weet wat de woorden die je leest of hoort betekenen
bijvoorbeeld 
soy 
me llamo 
tengo
años
actieve woordenschat

je kunt de woorden die je kent gebruiken in de juiste situatie,
bijvoorbeeld: voorstellen
Hola. Me llamo Samuel. 
Tengo diecisiete años. 
Soy de Holanda. 
Vivo en Groningen. 

Slide 4 - Tekstslide

Vaak oefenen, totdat je het uit je hoofd kent.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video


In de video heb je verschillende vormen van het Spaanse werkwoord voor

heten , zich noemen

gezien/gehoord. 
LLAMARse 
(letterlijk: noemen zich)

me   llam o 
te   llam as 
se   llam a
nos   llam amos
os   llam áis
se   llam an

Slide 7 - Tekstslide

YouTube
In de volgende video oefent Sergi Martín met begroeten en korte gesprekjes. Je ziet/hoort ...
  1. woorden die je al kent
  2. woorden die je misschien kent 
  3. woorden die je nog niet kent
                                                                          
                                  Let vooral op 1. en 2. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

SPREKEN

Je bent alleen aan het woord, bijvoorbeeld als je jezelf voorstelt 
of uitleg geeft
of een presentatie geeft.
GESRPEKKEN

Je bent minimaal met 2 personen waarbij je ook goed naar de gesprekspartner moet luisteren. 
Je combineert luistervaardigheid met spreekvaardigheid. 

Slide 10 - Tekstslide

Antwoord op: Cómo te llamas?
A
Bien!
B
Me llamo ...
C
Tengo ... años.
D
Gracias.

Slide 11 - Quizvraag

Antwoord op: Cómo estás?
A
dieciocho
B
Estoy muy bien!
C
De Holanda.
D
Hasta mañana.

Slide 12 - Quizvraag

Antwoord op: Cuántos años tienes?
A
Tengo dos bicicletas.
B
Tengo dieciocho años.
C
Tengo dos hermanos.
D
Me llamo ...

Slide 13 - Quizvraag

Antwoord op: De dónde eres?
A
Tengo un hermano.
B
Trabajo en un hotel.
C
Soy de Holanda.
D
Hasta mañana.

Slide 14 - Quizvraag

Antwoord op: Qué estudias?
A
Soy de España.
B
Es una televisión.
C
Estudio Administración.
D
Hablo español.

Slide 15 - Quizvraag

Antwoord op: Qué tal?
A
Adiós.
B
Bien.
C
Hasta mañana.
D
Buenas noches.

Slide 16 - Quizvraag

PREGUNTAS

Cómo te llamas? 
De dónde eres? 
Cuántos años tienes?
Dónde vives? 
Cómo estás? 
RESPUESTAS 

Me llamo ...
Soy de Holanda. 
Tengo ... años. 
Vivo en Amsterdam.
(Estoy) bien! Gracias. 

Slide 17 - Tekstslide

gesprekken voeren
Doe de  gespreksopdrachten  op ItsLearning. 
Met  1  klasgenoot
of 
met  2  klasgenoten (waarvan 1 beoordelaar). 

Slide 18 - Tekstslide