8.2 Je ademt

8.2 Je ademt 
Pak je boeken & je iPad
Open de lesson-up app 

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

8.2 Je ademt 
Pak je boeken & je iPad
Open de lesson-up app 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen? 
Paragraaf 8.1 herhalen
Paragraaf 8.2 bespreken
Zelfstandig werken

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je nog?
Herhaling paragraaf 8.1

Slide 3 - Tekstslide

De organen
Kan jij de organen benoemen? 

Steek je hand in de lucht als je het weet!

Slide 4 - Tekstslide

Cellen
Je cellen bestaan uit verschillende onderdelen. 

Wat is de functie van deze onderdelen?

Slide 5 - Tekstslide

Hoe komen je spieren aan energie?
                               Energie nodig om samen te trekken
                               Energie uit energierijke stoffen (glucose)
                              Verbranding van glucose --> energie


Slide 6 - Tekstslide

mond, slokdarm, lever, maag, dunne darm, dikke darm, anus
neusholte, mondholte, luchtpijp, long
bloedvaten, hart
nier, urineleider, blaas, urinebuis
hersenen, ruggenmerg, zenuwen
Bloedvatenstelsel
Ademhalingsstelsel
Verteringsstelsel
Uitscheidingsstelsel
Zenuwstelsel

Slide 7 - Sleepvraag

Vul de verbranding in:
..............+...............-> ..............+...............+................

Slide 8 - Open vraag

Paragraaf 8.2 Je ademt 
Bladzijde 76 
Aantekeningen schrift open en meeschrijven!

Slide 9 - Tekstslide

Hoe haal je adem?
De longen liggen binnen in je borstkas.

Als je inademt, worden je longen groter:
ribben omhoog en middenrif plat → borstkas groter → longen groter → lucht in de longen.
Als je uitademt, worden je longen kleiner:
ribben omlaag en middenrif bol → borstkas kleiner → longen kleiner → lucht uit de longen.

Borstademhaling: je ribben bewegen.
Buikademhaling: je middenrif beweegt.



Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Hoe komt lucht in je longen?
De weg van lucht: 
neusholte → keelholte → luchtpijp → bronchiën → luchtpijptakjes → longblaasjes.

In de luchtpijp en bronchiën zitten kraakbeenringen. Die houden de luchtpijp en bronchiën open.

Slide 12 - Tekstslide

Hoe komt zuurstof in je bloed?
Om de longblaasjes zitten haarvaatjes.
Zuurstof gaat vanuit de longblaasjes naar het bloed.
Koolstofdioxide gaat vanuit het bloed naar de longblaasjes.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Probeer het zelf te tekenen
Teken het proces van ademhaling eens zelf, snap je het nu beter? 

Slide 15 - Tekstslide

Ademen... door je neus of toch door de mond?

Slide 16 - Tekstslide

Neus ademhaling
Neus haren houden grove deeltjes tegen met het neusslijmvlies. Hieraan blijven fijne stofdeeltjes en ziekteverwekkers kleven. Trilhaarcellen verplaatsen het slijm naar de keelholte.
  • Je neus "keurt" de lucht
  • Je neus houdt stof tegen
  • Ingeademde lucht wordt vochtig en warm

Slide 17 - Tekstslide

Waarom moet je ademhalen door je neus? 

Slide 18 - Tekstslide

Slijmvlies
  • De binnenkant is bekleed met slijmvlies.
  • In het slijmvlies zitten slijmcellen die slijm maken
  • en trilhaarcellen met trilharen.

Slide 19 - Tekstslide

Welke voordelen heeft een neusademhaling vergeleken met mondademhaling? Noem 3 punten.

Slide 20 - Open vraag

Kahoot!
07050799

Slide 21 - Tekstslide

(Huis)werk
Maak opdracht 3 tot en met 20.
De opdrachten met een * ervoor zijn uitdagend. GT MOET deze maken, kader MAG deze maken.

Slide 22 - Tekstslide