Nederlands Strux H2 Medeklinker-klinker-medeklinker (kort)

H2 woorden met medeklinker-klinker-medeklinker
Doel:
-Je leert de spelling van woorden m-k-m
-Je zet klinkers in het midden die je kort uitspreekt zoals de
a in wat.

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

H2 woorden met medeklinker-klinker-medeklinker
Doel:
-Je leert de spelling van woorden m-k-m
-Je zet klinkers in het midden die je kort uitspreekt zoals de
a in wat.

Slide 1 - Tekstslide

Welk m-k-m woord zie je in de volgende zin?:

Hoe weet u dat?

Slide 2 - Open vraag

Schrijf een m-k-m woord op met een korte klank.

Slide 3 - Open vraag

Schrijf nog een m-k-m woord op met een korte klank.

Slide 4 - Open vraag

Vul het goede woord in en schrijf het woord op.
Veel bomen bij elkaar vormen een b.s

Slide 5 - Open vraag

Vul het goede woord in en schrijf het woord op.
Een ander woord voor poes is k.t

Slide 6 - Open vraag

Vul het goede woord in en schrijf het woord op.
Val niet v.n de trap.

Slide 7 - Open vraag

Vul het goede woord in en schrijf het woord op.
Ik w.l graag zwemmen.

Slide 8 - Open vraag

Vul het goede woord in en schrijf het woord op.
Ik ben g.k op chocola.

Slide 9 - Open vraag

Vul het goede woord in en schrijf het woord op.
De hond knaagt op een b.t

Slide 10 - Open vraag

Vul het goede woord in en schrijf het woord op.
Heeft je club verloren? Wat r.t voor je.

Slide 11 - Open vraag

Zoek het m-k-m woorden en schrijf die op.
De man was gek op kersen.

Slide 12 - Open vraag

Zoek het m-k-m woorden en schrijf die op.
Ik ben de was aan het doen.

Slide 13 - Open vraag

Zoek het m-k-m woorden en schrijf die op.
Een man uit Rusland is een Rus.

Slide 14 - Open vraag

Zoek het m-k-m woorden en schrijf die op.
Zet de kip in het hok!

Slide 15 - Open vraag

Zoek het m-k-m woorden en schrijf die op.
Sorry, ik lust geen vis.

Slide 16 - Open vraag

Schrijf zelf 5 m-k-m woorden op met een korte klank in het midden.

Slide 17 - Open vraag

H2 is klaar.
Goed gedaan, je bent klaar.

Slide 18 - Tekstslide