HV3 H6 Markten - Les 5 (6.22 - 6.28)

Hoofdstuk 6.2 - De arbeidsmarkt

Opdracht 6.22 t/m 6.28
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 6.2 - De arbeidsmarkt

Opdracht 6.22 t/m 6.28

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen 
Na deze les kun je...
  • uitleggen wie vragers en aanbieders op de arbeidsmarkt zijn

Slide 2 - Tekstslide

De arbeidsmarkt is een ...
A
abstracte markt
B
concrete markt

Slide 3 - Quizvraag

Als je een bijbaan zoekt, ben je dan een vrager naar arbeid of een aanbieder van arbeid?
A
vrager naar arbeid
B
aanbieder van arbeid

Slide 4 - Quizvraag

Als je een bijbaan hebt, ben je dan een vrager naar arbeid of een aanbieder van arbeid?
A
vrager naar arbeid
B
aanbieder van arbeid

Slide 5 - Quizvraag

De arbeidsmarkt 
  • is een abstracte markt; je kunt er niet naar toe
  • brengt het totale aanbod van én vraag naar arbeid in beeld. Bijv. voor Amsterdam of voor heel Nederland

Slide 6 - Tekstslide

Beroepsbevolking - Aanbieders
Let op: 
werklozen tellen alleen mee wanneer zij actief op zoek zijn naar werk en zij moeten onmiddelijk een baan kunnen aanvaarden
Noem 3 voorbeelden van zelfstandigen

Slide 7 - Tekstslide

vraag naar arbeid - werkgelegenheid
door ondernemingen en 
niet-commerciële
organisaties 
door werkende zelfstandigen en werknemers vervulde vraag naar arbeid = werkgelegenheid 
wat zijn vacatures?
Noem 3 voorbeelden van niet-commerciele organisaties?

Slide 8 - Tekstslide

Hoe noem je de prijs van arbeid?

Slide 9 - Open vraag

Als er veel vraag is naar softwareprogrammeurs, en er zijn er weinig, dan is het salaris hoog.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quizvraag

De vraag- en aanbodvergelijking op een arbeidsmarkt zien er als volgt uit: Qv=-1,5L + 60 en Qa=4L - 39

Bereken het evenwichtsloon, geef je antwoord in als heel getal zonder
€-teken etc.

Slide 11 - Open vraag

Uitleg
De vraag- en aanbodvergelijking op een arbeidsmarkt zien er als volgt uit:        Qv=-1,5L + 60 
Qa=4L - 39
Bereken het evenwichtsloon

stap 1 : evenwicht is er wanneer Qa = Qv
stap 2, vul in : 4L - 39 = -,1,5L + 60
                              5,5L = 99   >> hieruit volgt L = 18

                              


Slide 12 - Tekstslide

De vraag- en aanbodvergelijking op een arbeidsmarkt zien er als volgt uit: Qv=-1,5L + 60 en Qa=4L - 39
Bereken de evenwichtshoeveelheid nu je weet dat € 18 de evenwichtsprijs is.


Slide 13 - Open vraag

Uitleg
De vraag- en aanbodvergelijking op een arbeidsmarkt zien er als volgt uit: Qv=-1,5L + 60 en Qa=4L - 39
Bereken de evenwichtshoeveelheid nu je weet dat € 18 de evenwichtsprijs is. 
stap 1: vul 18 is als waarde voor L in de vraagvergelijking 
Qv = -1,5 x 18 + 60 = -27 + 60 = 33 
stap 2: controleer je antwoord door 18 in te vullen als waarde voor L in Qa
Qa = 4 x 18 - 39 = 72 - 39 = 33 


                              


Slide 14 - Tekstslide

Stroomdiagrammen 
instroom            uitstroom  

Slide 15 - Tekstslide

Bereken de werkgelegenheid
Dienstensector einde jaar = 12.132 (start) + 280 - 200 + 330 - 220 = 12.322

Slide 16 - Tekstslide

Met hoeveel personen is de totale werkgelegenheid gegroeid of gedaald?
A
gegroeid met 500
B
gedaald met 400
C
gegroeid met 100
D
gedaald met 100

Slide 17 - Quizvraag

Welke vraag heb jij nog?

Slide 18 - Open vraag

Huiswerk
Opgaven af t/m 6.28
Lezen paragraaf 6.2.2 (blz. 85 t/m blz. 86)

Slide 19 - Tekstslide


Hoe vond je deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll